Uitspraak in een Schoorls geschil in 1557
Over namen en toenamen
Akte van sententie inzake het betwist
gebruik van algemene gronden 1557 (Inv. nr.
142).
De inventaris van het Oud Archief Schoorl (te vinden in de
studiezaal op het Regionaal Archief Alkmaar) vermeldt
onder de stukken met betrekking tot de buurschap Straat:
Op zoek naar gegevens over deze buurschap, in onze tijd
gewoonlijk 'Schoorlse buurt' genoemd ('Straat' wordt
overigens in het stuk nergens genoemd, wel Bregtdorp)
bekeek ik dit op perkament geschreven stuk uit 1557; een
fotokopie ervan mocht gemaakt worden.
Nu heeft 'transcriberen' voor mij iets als het oplossen van
een kruiswoordpuzzle of cryptogram, maar wel met een
heel wat verder reikend resultaat. Veel geschriften, hoe
leesbaar ook, bevatten toch vaak één of meer moeilijk te
lezen, nauwelijks te ontcijferen, of onbegrijpelijke woorden
of zinnen. Samenwerkend, in mijn geval met een
gelijkgestemd en -getraind familielid in Bergen, komen we
dan al vergelijkende tot oplossingen van de meeste van
dergelijke plaatsen. Kruiswoordpuzzelaars schijnen elkaar
wel eens op te bellen over hun vondsten; nu, dat komt ook
voor bij transcribenten!
Voordat ik later iets over de inhoud van het stuk zal
proberen te schrijven, allereerst iets over de 130 namen van
'mede inwoneren ende bueren' van Schoorl en Bregtdorp.
Zij worden in 't dictum der sententie', de uitspraak van het
Hof van Holland in dit Schoorlse geschil, met naam en
toenaam genoemd. We komen daarmee het een en ander
te weten over persoonsnamen van Schoorlse plaats
genoten uit de 16e eeuw.
Vrijwel iedere naam wordt in die tijd gevormd door
vóórnaam en vadersnaam, b.v. Comelis Jansz. (hier ook
vaak Comelis Jans zoon), Pieter Lambertsz., Katharijne
Lamberts dr.
Om te beginnen een overzicht van de aantallen
voornamen van de personen, die in het stuk voorkomen.
25 x Jan
21 x Comelis
8 x Adriaan en Dirk
7 x Willem
6 x Claes
5 x Jacob
4 x Pieter en Louweris
3 x Allert
2 x Joost, Symon, Vrederick, Gerrit, Luytgen,
Gerbrant en Lambert
1 x Ette, Barthelmeeu, Oelbrant, Baert, Govert,
Huych, Mathijs, Elout, Hillebrant, Thomas,
Hayke, Ysbrant, Pouwels, Regier, Reyer en Frans.
En de vrouwennnamen:
3 x Maritgen
2 x Katherijn
1 x Anna, Heyckge, Neel, Aechtie, Rechte en
Barbara.
Namen die alleen als vaders- of grootvadersnamen
voorkomen zijn dan nog: Ary, Michiel, Brenert (Bernard)
Maarten, Lyclue, Eeuwout, Meyner, Wouter, Harck, Hynric,
Engel, Bouwen, Gielis en Helmert.
Op de herkomst van die namen qa ik hier verder niet in.
Het hieronder genoemde boekje van Van der Schaar is
daarvoor de ideale vraagbaak. Het zal duidelijk zijn dat vele
Nieuwtestamentisch zijn, meestal namen van de apostelen.
Ook heiligen worden vernoemd, en de oorsprong kan ook
Germaans of Fries zijn.
Achternamen komen in die tijd nog nauwelijks voor,
maar interessant zijn hier wel een aantal toevoegsels die
soms, maar niet altijd te verklaren zijn: Louweris ouwe
Jans zou een zoon kunnen zijn van een man die Ouwe Jan
genoemd werd, misschien ter onderscheiding van Jonge
Jan, die zijn broer kon zijn. Dat kwam vaker voor. De keus
aan voornamen, als grootvaders en ooms vernoemd
waren, was kennelijk niet groot, zeker voor mensen die niet
konden lezen of in de kerk, waar zoveel heiligennamen
geregeld te horen waren, wel eens in slaap vielen.
Ouwe Willem en Jonge Willem worden na elkaar
genoemd: vader en zoon? of ook twee broers? Hun vaders
naam ontbreekt.
Jan Comelis Volckerts zoon kan gelezen worden als Jan,
de zoon van Volckertsz., ter onderscheiding van twee
andere Jannen Corneliszoon zonder toevoeging. Er zijn
overigens maar zelden twee geheel gelijkluidende namen te
vinden; de toevoegingen hebben duidelijk hun nut.
Cornelis Adriaens zoon Zwers; mogelijk gaat het hier om
Zweerus (Ahasverus), de zoon van Cornelis Adriaens.
Jan Willem Sacks zoon: de vader van deze Jan kan
bekend zijn geweest als Willem Zak. Dat zal in die tijd
minder onvriendelijk geklonken hebben dan thans. Willem
kan geregeld gezien zijn met een zak over zijn schouder, en
daaraan een bijnaam overgehouden hebben. Of valt er nog
te denken aan herkomst uit Saksen of toch aan een
voornaam Sake? En Jan Louweris Jans zoon Cruuf kan
cruyff d.i. krullend of kroeshaar gehad hebben. Had
Cornelis Ysbrants zoon Luyck misschien een opvallend
luik aan zijn huis? Niet zo waarschijnlijk, want Luik blijkt
een Friese voornaam te zijn van Germaanse herkomst.
Heeft Claes Cornelisz. Duyn al de nu ook nog bestaande
achternaam Duin? Over het algemeen gebeurt het niet voor
het midden van de 17e eeuw dat nakomelingen zon naam
blijvend achter de hunne gaan hechten. Eerder verwijst het,
halverwege de 16e eeuw, naar zijn woonplek: in of aan het
duin. Bij Cornelis Heynrisz. Crot is dat weer niet zo
waarschijnlijk, omdat het woord krot, voor een
krakkemikkig huisje, vóór de 17e eeuw niet bekend was.
Misschien was hij een crote, een dwerg of een klein
mannetje Het geven van bijnamen is ook tegenwoordig
niet onbekend; maar dit zijn allemaal slechts
veronderstellingen. Bijnamen werden met heel veel fantasie
gegeven, en vragen ook weer om fantasie voor de
veronderstelling: zo zou het misschien geweest kunnen
zijn.
Dan zijn er enkele beroeps- of functieaanduidingen die
10