De papierfabricage in Holland
Ook in Tiel heeft Van Aelst geen succes, hij probeert het
nog eens in Arnhem, weer wordt hem octrooi verleend. De
bouw van de eerste Veluwse papiermolen - vermoedelijk
een normale boven of onderslagmolen - duurde namelijk
lang en Hans heeft het gereedkomen van het bedrijf niet
mogen meemaken, in 1593 overleed hij.
Zijn weduwe, die het bedrijf voortzette, deed dit met meer
succes. Godeline de la Rame hertrouwde na enige jaren
met de papiermaker Piet Jacobsz. van der Poel en zij
zetten daarbij een bloeiende buitenlandse papierhandel op.
Toch wordt Hans van Aelst gezien als de grondlegger van
de Veluwse papierindustrie.
Redenen waarom deze industrie zich in deze streek zo
florissant ontwikkelde:
1. Geaccidenteerdheid van het terrein, het verval in de
beken, is voldoende om waterradmolens te laten
werken;
2. De vakkennis om deze molens te bouwen was al
aanwezig, al in 1025 is er in Gelderland sprake van
een dergelijke molen, in eerste instantie alleen als
korenmolen;
3. Heel belangrijk: er was voldoende aanbod van schoon
water;
4. Door de geloofsvervolging in de Zuidelijke Nederlanden
voegde de vakkennis voor de papiermakerij zich
hierbij.
Deze vakkennis werd door de plaatselijke bevolking
overgenomen en verspreidde zich op zijn beurt weer over
de Noordelijke Nederlanden, dan zijn we plotseling heel
dicht bij huis.
De eerste windpapiermolen werd opgericht in Alkmaar. Op
21 april 1585 verleende de vroedschap van Alkmaar aan
Jan Jacobsz. du Bois toestemming om een papiermolen te
bouwen tussen de Ton en het Huis Ter Lucht aan het Zeglis
nabij de Schermeer. Hij kreeg daarbij de verzekering dat er
binnen de tijd van 20 jaren geen papiermolen zou mogen
worden gebouwd. Behalve dat du Bois toestemming van
de vroedschap van Alkmaar moest hebben, moest hij ook
octrooi aanvragen, dit werd hem verleend door de graaf
van Leicester op 17 juni 1586 en ingeschreven in het
Hollandse Grafelijkheidsregister.
De Vroedschap heeft zijn woord niet lang gehouden, reeds
in 1604 werd wederom een papiermolen gebouwd,
eigenaar Willem Jacobsz., aan de noordkant van de stad.
De molen kreeg de naam "de Dikke Guurt", stond op de
Gasthuysweide, ter herinnering hieraan heet daar ter
plaatse een straat de Papiermolenstraat.
De Windmolens aan de Zaanstreek
(1439-1918)
Uit dit boekje, geschreven door Willem Buijs Pzn., is het
volgende ontleend. De eerste papiermolen in de Zaanstreek
stond aan de Westzij, Zaandam. De molen heette de
Kauwer, het Kauwerspad houdt de herinnering levendig, de
windbrief dateert van 18 februari 1616. Hij schrijft: "Dan
waren er ook nog de vierkante, of standerdmolen, spinbol
of wipmolen genoemd. Van dit model staat er nog een te
Weesp. Deze soort is de oudste"
Over het aantal molens aan de Zaan; de schrijver is dan 13
of 14 jaar, kotjongen: "In 1719 kwam een 27-jarige Abbé
uit Frankrijk, Pierre Sartre, met een zending in onze
Republiek en bezocht ook Zaandam. Hij deelt in zijn
reisjournaal het aantal molens mede als 1200."
In "Saenlands Wassende Roos", ca. 1693, zegt een
ongenoemde auteur:
"De Moolens maecken sulck geswier,
"Deneen des and'ren wint neemt hier,
"Hoe voorheen is beschreven al,
"Aen beyden sijd in 't Saenlans dal,
"Ver over duysent in 't getal."
Deze getallen van 1200 en 1000 zullen sterk overdreven
zijn, te meer daar de Heer Dirk Burger, Chirurgijn te
Schoorl, in 1708 er niet meer dan 432 telde, alleen in de
bannen van Oost- en Westzaan.
Van den Papiermolen "de vergulde Bijkorf"
bijvoorbeeld zou door mij een afzonderlijk boek
geschreven kunnen worden. Op dezen molen werd
door de gebroeders Jacob en Adriaan Cornelisz.
Honigh in 1674, evenals op de molen "de Wever" door
Pieter Gerritsz. van de Ley, voor het eerst het wit
papier gemaakt, waardoor den grondslag werd
gelegd voor het beroemde Hollandseh geschept
papier. G. J. Honigh.
Op de papiermolens
Pampierkonst is hier allerbest,
Men hoeft niet meer na 't Fransch gewest.
Van Wit, van Blauw, van Grauw, van Grijs,
Veel beter nog als tot Parijs.
Dit schreef men in Dirk Pieten Mooi.
Bij d'Leesters in het "Packersschool".
16 September 1693. J.J.
Leesters of Verleesters waren vrouwen en meisjes bij de
papiermolens werkzaam.
Thomas Jefferson, de derde president van de Verenigde
Staten van Amerika, was het hiermee eens, hij had een
bijzondere voorkeur voor Zaans papier als het ging om
belangrijke stukken.
De onafhankelijkheidsverklaring, waarvan hij de uit
eindelijke tekst voornamelijk heeft opgesteld, staat op
Zaans papier.
De Amerikaanse onafhankelijkheid is op 14 juli 1776
afgekondigd, er moeten 21 exemplaren zijn vervaardigd,
hiervan zijn er 17 teruggevonden.
De in deze verklaringen ontdekte watermerken zijn o.m.
van de 18e eeuwse Zaanse papierfabrikanten Blauw en
Honingh.
Het gaat om verschillende watermerken, de verklaring
hiervoor is dat er haast diende te worden gemaakt met de
vermenigvuldiging van het stuk omdat de onaf
hankelijkheidsoorlog reeds was begonnen. Van alle
papiermolens in de Zaanstreek is alleen de Schoolmeester
in Westzaan overgebleven en is de enige nog werkende
windmolen ter wereld waar nog papier wordt gemaakt.
5