De oorlog in Schoorldam
Ik was een jongetje van drie en woonde met vader, moeder en broers aan de Westfriesedijk 14.
Op mijn verjaardag, 10 mei 1940, was ik zoals gewoonlijk met mijn broers buiten aan het spelen toen
Gert Beukers, een buurman van ons, op de fiets het pad op reed. "Sien!", riep hij "het is oorlog". (Sien
is mijn moeder). Het was de eerste keer dat ik met de oorlog werd geconfronteerd, wat het betekende
wist ik toen nog niet.
De eerste tijd hadden we er weinig erg in, we gingen
gewoon naar school in Warmenhuizen met het trammetje.
Langzaam drong het tot ons door dat er wat ernstigs aan
de hand was. Dat ontdekten wij doordat vader en moeder
af en toe zo angstig waren, b.v. als er weer eens "Tommies"
overvlogen. Dan moesten wij naar de schuilkelder, die was
in het grasland uitgegraven met een hooihoop er bovenop;
hij stond altijd vol water.
De gevolgen van de oorlog werden voor ons voor het eerst
zichtbaar bij het bombarderen van het brugwachtershuisje
aan de Kanaalkade, daar woonde de familie Muller. In de
morgen van 2 augustus 1940 werd door een vliegtuig van
het Britse Bomber Command een bom op het vredige
Schoorldam geworpen. De vliegers hadden die dag
opdracht bruggen en sluizen te vernietigen. De bom kwam
vlak bij de brugwachterswoning terecht; het witte huis
werd grotendeels vernield, de vrouw van Muller werd zwaar
gewond en overleed korte tijd later. Ook de huizen in de
buurt werden beschadigd, onder andere het toen bekende
café Mantel aan de overkant van het kanaal.
Tijdens de oorlog werd er ook veel op Rijnaken
gebombardeerd. De eerste vernielingen in onze omgeving
dateren van 6 augustus 1942. In de middag vlogen 4
Spitfires van het Brits Fighter Command naar
Noord-Nederland. Rond 4 uur werden onder meer
aanvallen uitgevoerd op schepen in het Noordhollands
kanaal, ter hoogte van Petten. Twaalf Spitfires voerden op
21 september 1942 in de middag bombardementen op
doelen langs de kust uit. In de buurt van Schoorldam
werden schepen in het kanaal aangevallen.
Op 6 maart 1943 stegen 4 Spitfires
in Engeland op voor een aanval op
transportdoelen in het gebied rond
Alkmaar. In het kanaal bij Schoorldam
werden 4 schepen aangevallen,
waarvan 1 zwaar werd beschadigd
en zonk, ongeveer 300 meter
voorbij de brug, buiten het dorp.
Aan deze aanval heeft P. Vriesman
(nu 81 jaar) slechte herinneringen:
hij werd in zijn been geraakt.
Vriesman werkte met andere mensen
op deze schepen; deze vervoerden
onder andere stenen voor de aanleg
van wegen in de duinen.
Enige maanden daarna in de vroege
ochtend van 26 mei 1943 zochten
Engelse piloten onderdak bij de
fam. Mosch, Westfriesedijk te
Schoorldam (nu woont de veearts
daar). Hun vliegtuig, een Lancaster
MK type 3 van het 467 Esquadron,
was enige uren daarvoor om 3.21 uur
door een Duitse jager neergeschoten in de omgeving van
Burgerbrug. Vijf van de zeven bemanningsleden over
leefden het. Na goed door de fam. Mosch verzorgd te zijn
vertrokken ze op 27 mei richting Amsterdam. Op deze
tocht zijn ze alsnog door de Duitsers gevangen genomen.
Rond '41 werd tegenover ons huis, aan de overkant van het
kanaal naast de steenfabriek, door de Wehrmacht een
opslagplaats van bouwmaterialen aangelegd. Deze
materialen werden gebruikt voor het bouwen van bunkers,
wegen enz. Die plaats noemde men in de volksmond het Pi
park. Pi stond voor pionier, het Duitse legeronderdeel, gelijk
aan onze genietroepen. Hoofd van dit park waren de
Duitsers Weber en Sander; het kantoor was in de
voormalige steenfabriek.
Daar werd ook het kleinmateriaal bewaard zoals spijkers,
schroeven enz. Baas Weber verkocht wel eens wat van die
spullen. Klaas Snip moest soms van 10 pakken spijkers 12
maken, met schroeven dito: dan waren er weer pakken
voor de verkoop. Klaas Snip werkte met andere
Nederlanders op het Pi-park. Ze verzorgden het laden en
lossen van de schepen en wagens. Als het niet druk was
maakte Klaas in de werkplaats speelgoed voor zijn
kinderen. Baas Weber zag dat en vroeg hem:Kan je voor
mij een houten pistool maken?". Het echte was nogal
zwaar om de hele dag te dragen. Snip maakte van hout
een niet van echt te onderscheiden pistool; geschilderd en
al deed hij er twee dagen over. Een en ander schetst de
gemoedelijkheid die er tussen Duitse bazen en Hollands
personeel was.
Op de bok vader Jan Ligthart
geb. 24-8-1904. overl. 1-12-1947
11