Lezingen Op 22 januari 1996 was er een bijeenkomst van Scoronlo in de Blinkerd. De heren J. P. Zuurbier en J. van Roo hielden een lezing voor de leden over de Engels-Russische inval in Noord- Holland, die in 1799 plaatsvond om ons land van de Franse bezetter te bevrijden. Een onderwerp dat veel van onze leden bleek aan te spreken en er was dan ook een goede opkomst. De Engels-Russische inval in Noord-Holland is nogal onderbelicht gebleven in het traditionele geschiedenisonderwijs. Zeer onterecht bleek wel. De strijd is de zwaarste, die ooit in de hele geschiedenis van Nederland heeft plaatsgevonden. De eerste slag om Bergen op 19 september 1799 kostte rond 7000 mensen het leven. Als men dit vergelijkt met de eerste dag van de inval in Normandië, waar toch veel meer soldaten bij betrokken waren en een oneindig veel grotere vuurkracht was en waar rond de 10.000 man sneuvelden, dan krijgt men enig idee van de omvang van de strijd. Het is voor ons nauwelijks voorstelbaar hoe men in die koude en natte septembermaand in onze dorpen tekeer is gegaan. Het dorpje Schoorl met zijn ongeveer zestig huizen was bijna geheel verwoest. Verbazingwekkend blijft wel dat bij al dat geweld slechts weinig burgerslachtoffers zijn gevallen. Het schijnt dat de mensen de zaak goed in de gaten hadden en tijdig de benen namen. Van een veilige, maar niet eens zo grote afstand keek men toe hoe de strijd verliep, zonder zelf veel gevaar te lopen. Een grote misvatting van de oranje-gezinden, die samen met de Engelsen en de Russen de inval pleegden, was de verwachting dat de bevolking zich massaal aan hun kant zou scharen en tegen de Fransen in opstand zou komen. Die massale medewerking van de bevolking was in feite een belangrijk onderdeel van het strijdplan. Men was voor het vervoer en de bevoorrading namelijk voor een groot deel afhankelijk van de plaatselijke voorzieningen. Het uitblijven van deze steun is mede oorzaak geweest van het mislukken van de operatie Geïllustreerd met vele prachtige dia's schetsten de sprekers na een inleiding over de politieke toestand in die tijd, het verloop van de strijd tot de uiteindelijke wapenstilstand op 18 oktober 1799. Het laatste treffen, de slag bij Castricum, is vanuit militair oogpunt bezien eigenlijk onbeslist gebleven. De geallieerden beseften echter dat verder vechten, ook door de ongunstige aard van het terrein en de verbindingen en de lauwe reacties van het volk, zinloos zou zijn. Zij trokken zich schielijk via de Noordkop van Noord-Holland over zee terug. De sprekers hebben voor de aanwezigen een geheel nieuw beeld opgeroepen van de plaatselijke geschiedenis en velen zullen zich geïnspireerd gevoeld hebben om zich nader te gaan verdiepen in deze interessante periode. De avond werd afgesloten met een verwijzing naar het bestaan van de stichting Herdenking 1799, die diverse activiteiten op het programma heeft. Belangstellenden kunnen zich wenden tot deze stichting. Correspondentieadres: Dorpsstraat 62,1901 EM Castricum. J. de Vries. Regionaal Archief Op 14 maart j.l. organiseerde de vereniging een avond in het regionaal archief te Alkmaar. De heer C. Streefkerk, archivaris, was bereid gevonden die avond voor ons een lezing te houden over het onderwerp van de lagere bestuurslagen en waterbeheersing in Schoorl. Het voordeel van het houden van deze avond in het gebouw van het archief was, voor de leden die daar niet eerder waren geweest, een kennismaking met het archief en de mogelijkheid om ook zelf in de stukken te kijken. Na de ontvangst met koffie hoorden we een interessante inleiding van de heer Streefkerk over de Schoorlse bestuursgeschiedenis, die aanleiding gaf tot levendige gedachtenwisselingen met de meer of minder deskundige leden van het gehoor. Vervolgens mochten we het archief in en werden we rondgeleid door de heren Streefkerk en Veer. In de kelder bezichtigden we de lijvige folianten waar zo veel van onze plaatselijke historie in ligt opgeslagen. Het is verbazingwekkend hoe goed de eenvoudige mensen uit vroeger eeuwen, die vaak zelf niet konden schrijven, hun zaakjes toch op orde hadden. Testamenten, huwelijkse voorwaarden, kerkregisters, belastingregisters en wat al niet. Alles in keurig handschrift opgetekend en netjes bewaard. Daarnaast echter vindt men in het archief ook bronnen uit recenter tijd. De Alkmaarsche Courant, vanaf het eind van de achttiende eeuw, De Duinstreek die niet zo ver terug gaat. Administraties van verenigingen, familiekronieken en nog veel meer. Vooral veel aandacht trokken de prentenverzameling en de landkaarten, waarvan de mooiste stukken voor ons waren klaargezet, maar ook de oude ansichten en foto's van het oude dorp en het duingebied waren zeer interessant. U moet daar vooral eens in gaan kijken. Het afwijken van ons normale patroon heeft kennelijk niet al onze leden aangesproken. Er waren behalve het bestuur, slechts zeventien belangstellenden en dat vonden we toch wel wat weinig. Van het aanbod van het bestuur om vervoer te regelen is in bescheiden mate gebruik gemaakt, maar toch hebben we een aantal van onze oude getrouwen moeten missen op deze avond. Misschien zijn sommigen van ons toch te bescheiden als het om vervoer gaat? Hoewel de opkomst wat tegenviel, was het een zeer geslaagde avond. Voor een aantal van onze leden was het bezoek een impuls om toch eens op eigen gelegenheid in het archief te komen snuffelen. Het enthousiasme van de archivaris en zijn staf en de bereidheid om hulp en inlichtingen te verstrekken bij een eerste kennismaking met de stukken zullen daarbij een rol hebben gespeeld. Duidelijk werd dat het archief niet alleen bestaat voor de gevorderde onderzoekers onder ons, maar dat er voor elk wat wils is. Misschien dat we later nog eens zo'n uitstapje organiseren. J. de Vries 10

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Scoronlo: uitgave van de cultuurhistorische vereniging Scoronlo | 1996 | | pagina 12