Down An Indian Trail In 1849 ROSELAND'S NINE FOUNDING FATHERS s Mf* «svf v' P .1 lift. Jacob Da Jong Peter. Cornelius De Jong Kuyper Klaas Dalen berg Leendert Peter John Vandersyde Dalenberg Ton Ons bestuurslid Henk Snip kwam in 1983 in contact met de Amerikaan William H. Penn, die in Schoorl op zoek was naar zijn "roots". Omdat daar Dalenbergen tussen zaten kwam hij bij Henk terecht. Later kreeg Henk een dik pak toegezonden, waaronder een yearbook uit 1969, waarin Marie K. Rowlands de "Story of Roseland" beschrijft. Hoofdstuk 1, 2 en 3 heeft ons Scoronlolid A. van Dalen vertaald. Als daar belangstelling voor is wil hij het vervolgverhaal in de komende jaargang van ons periodiek t/m hoofdstuk 17 completeren. Roseland ligt in de buurt van Chicago. Anderhalve eeuw geleden brak in Schoorl de emigratiekoorts uit. Amerika was het beloofde land; daar was goedkoop en veel land om zich te vestigen en een nieuw leven te beginnen. De schoolmeester Pieter de Jong en zijn broer Jacob maakten plannen om naar Amerika te vertrekken. Pieter had een brief uit New York ontvangen met de mededeling dat het schip "Massachusetts of Boston" midden april 1849 zou afvaren van Le Havre in Frankrijk en dat daar genoeg plaats was voor iedereen die mee wilde Als een lopend vuurtje ging dit rond. Bovendien had Maartje Paarlberg, die al twee jaar eerder naar Amerika was vertrokken, geschreven. Ze leefde in de buurt van Chicago waar ze boter en eieren naar de stad bracht over het indianenpad zonder ooit lastig gevallen te zijn. Dat nam de laatste vrees weg voor het onbekende land met zijn indianen. Er volgde een tijd van grote opwinding in Schoorl. Uiteindelijk vormde zich een groep van 62 personen die mee wilden, mannen, vrouwen en kinderen. - Pieter de Jong, de schoolmeester, zijn vrouw Trijntje Dalenberg en hun vijf kinderen. Jan, de oudste, was elf jaar; - Jacob de Jong, zijn vrouw Geertje Eenigenburg en hun acht kinderen. De oudste en enige dochter Martha was veertien; - Comelis Kuyper en zijn vrouw Maartje Dalenberg en hun zes kinderen, waarvan Jacob, de oudste, zes jaar was; - Gerrit Eenigenburg, zijn vrouw Jannetje Ton en hun vier kinderen, de oudste zes jaar; - Hark Eenigenburg, zijn vrouw en twee kinderen Trijntje en Peter; - Klaas Dalenberg, zijn vrouw en twee kinderen; -Comelis Dalenberg, een weduwnaar, vader van Trijntje Dalenberg, de vrouw van Pieter de Jong, en van Maartje Dalenberg, de vrouw van Comelis Kuyper, en van Klaas Dalenberg, en een Pieter Dalenberg, ongehuwd; - Comelis Hoogendunk, een weduwnaar, vader van de vrouw van Klaas Dalenberg; - Pieter Oudendijk, zijn vrouw Jannetje en zijn dochter Neeltje van ongeveer zestien jaar; - Jan Jonker, zijn vrouw en twee kinderen; - Johannes Ambuul, zijn vrouw en een kind; - Jan Ton, een jongeman van 23 en ongehuwd; - Jan Bras, zijn vrouw Aaltje en hun dochter Antje van veertien jaar. Vanuit Numansdorp in Zuid-Holland meldde zich Leendert van der Syde om met zijn vrouw Lina Steenberg en hun vier kinderen Joris, Lina, Aagie en Nellie mee te mogen. De schoolmeester Pieter de Jong rekende zo goed mogelijk uit hoeveel voedsel voor 27 volwassenen en 25 kinderen nodig was gedurende de overtocht. Hoeveel iedere familie aan rijst, gerst, havermout, gezouten spek, gerookte haring en thee moest bijdragen. Hij berekende ook zo precies mogelijk hoeveel iedere familie aan geld nodig had onderweg. Hij adviseerde hen al het overige geld van de verkoop van hun bezittingen om te wisselen in 20 dollar goudstukken. Dat werd gedaan en de vrouwen naaiden de goudstukken in canvas riemen die de mannen onder hun kleding zouden dragen. Het was zaterdagmorgen 14 april 1849 dat Jannetje Eenigenburg Gerrit zijn riem omdeed met 25 goudstukken. Hij vond hem te strak zitten maar Jannetje zei: "Je wilt hem toch niet verliezen? Over een paar dagen ben je er al aan gewend. En nu opschieten want de schuit ligt al in het kanaal en de kisten worden al geladen". Tegen de avond was de schuit geladen en enkele mannen en oudere jongens sliepen aan boord. De vrouwen en kinderen brachten de nacht door bij familie en vrienden. 1

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Scoronlo: uitgave van de cultuurhistorische vereniging Scoronlo | 1996 | | pagina 3