De werken en het werk aan de Hondsbossche zeewering in de jaren 1955-1985 Samenvatting van de lezing, gehouden op 31 januari 1995 in De Blinkerd te Schoorl door ing. B. Zuidweg. De Hondsbossche zeewering is een kunstmatige verdediging tegen de zee tussen de duinformaties te Schoorl en Petten. In de 13e eeuw nog een gesloten duinenrij, maar in de loop der eeuwen zodanig afgebroken dat de huidige kustlijn 1200-1500 m meer landinwaarts is komen te liggen, en dat ondanks het ingrijpen van de mens. Het duurde tot 17% dat het toenmalige bestuur van het hoogheemraadschap de Hondsbossche en Duinen tot Petten besloot de huidige kustlijn te handhaven in plaats van steeds maar weer de verdediging landinwaarts te verplaatsen. In de 19e eeuw is de dijk met strandhoofden compleet gemaakt. Na de stormramp van februari 1953 was het noodzakelijk de dijk op z.g. Deltahoogte te brengen, nJ. met een kruinshoogte van NAP 11.50 m. Deze werkzaamheden kregen in de jaren 1977-1981 hun beslag. De inleider staat stil bij de oorzaken van de afbrokkeling van de voormalige duinformatie Als voornaamste zijn aan te wijzen: de getijden, de getijstromen, de golfbeweging, de zandverplaatsingen als gevolg van de getijstromen en de golfbewegingen, de stijging van de middenstand van de zee en de bodemdaling, oa. als gevolg van de klimaat schommelingen. De onberekenbaarheid van de zee is een fenomeen waar elke kustbeheerder mee te maken heeft. Februaristorm 1953 Als gevolg van de februaristorm in 1953 werd de onderzeese oever voor de Hondsbossche behoorlijk ondermijnd. Daardoor werd de golfaanval bij storm op de dijk vooral in de jaren 1955 en volgende groter, met als resultaat dat er bij elke storm behoorlijk schade ontstond aan de verdedigingswerken. Door vergelijking van de jaarlijkse peilingen van de jaren 1953,1954,1955 en 1956 kon oa. worden opgemaakt dat de onderzeese oever voor de Hondsbossche ondiep was en dat de bestorting vóór de hoofden te mager was en te steil stond. Om de bestortingen aan te vullen werden zinkstukken toegepast, matten gemaakt van rijshout en afgezonken langs de onderzeese bestorting voor de hoofden en bezwaard met stortsteen. Daartoe werd gebruik gemaakt van amfibie voertuigen. Het aanbrengen van de zinkstukken had tot gevolg dat veel zand in de rijshouten matten werd vastgehouden en de bestorting later bleef liggen. In de getijzone werd de bestorting nog vastgelegd met gietasfalt zodat een compact geheel ontstond. Voor het gewone onderhoud werd gedurende een reeks van jaren eigen personeel ingezet. Het werk op laagwater was in zekere zin maatgevend voor het personeelsbestand. Maar niet elk laagwatertij is werkbaar, omdat soms het water helemaal niet wegtrekt. De onderhoudswerkzaamheden zitten in hoofdzaak tussen de hoog- en laagwaterlijn en bestaan uit: herzetten van basaltzuilen, het vernieuwen van rijslagen onder de basaltzuilen, het aanvullen van de bestortingen vóór de hoofden en de piasbermen, vernieuwen van palenrijen in hoofden en bermen, het vastleggen van de bestorting met gietasfalt en ook het vastleggen van het zetwerk met gietasfalt hoort daartoe Als gevolg van de februaristorm in 1953 is door de toenmalige regering besloten dat de waterkeringen langs de Noordzeekust moesten worden verhoogd. Voor de Hondsbossche betekende dat een verhoging van de kruin van 8.50 m tot 11.50 m NAP. Het ontwerp van de verhoging is in nauwe samenwerking met de studiedienst van de Rijkswaterstaat en Waterloopkundig Laboratorium vastgesteld. De uitvoering heeft plaatsgevonden in de jaren 1977 tot 1981. De kosten van de verhoging van de dijk en het verplaatsen van het dienstgebouw bedroegen ruim dertig miljoen gulden. Hoewel de Hondsbossche door deze verhoging naar berekening een stormvloedstand van NAP 5 m kan doorstaan wordt de aanval op de dijk in de toekomst niet kleiner. Zandsuppleties Uit het registreren van de diepte van de vooroever over een breedte van 150 m uit de teen van de dijk, tussen 1886 en 1985, kunnen we vaststellen dat de oever gemiddeld 1.5 m is verdiept. Deze trend zal zich ook in de toekomst doorzetten, ondanks de noodzakelijke zandsuppleties ten zuiden en ten noorden van de Hondsbossche De suppleties zorgen weliswaar tijdelijk voor verondieping, maar de zandhonger van het wad is niet te stillen want het verschil tussen zandverplaatsing richting noord en richting zuid is en blijft negatief. Maar dat moet ons niet ontmoedigen, want door de voortschrijdende mechanisatie en het nabootsen van het gedrag van de kusterosie in modellen en studies in de laboratoria zijn we steeds meer in staat de zee te leren kennen en dienovereenkomstig maatregelen te nemen. Ook in de toekomst zal die strijd nodig zijn zodat nog vele generaties achter de Hondsbossche kunnen leven, werken en recreëren. Zeewering nut 12.81 t* VI' aCTg-tAWD m H uil «noiiano njj_u9_a >l| M »fS««S»0*0 I *11 fUIHK li/iS MUI 8»T6»«VtH KI fit» mm II «l»«» *5-im .118- Het ingieten van de bestorting voor de hoofden met gietasfalt Herzetten van basaltzuilen 40/50 in de glooiing Oijksproficl anno 1825 lol 1976 At r^FMEEN DWARSPROFIEL

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Scoronlo: uitgave van de cultuurhistorische vereniging Scoronlo | 1995 | | pagina 6