Franse wetgeving De affaire Waagmeester den Grootvorst van Rusland, als Hertog van Holstein Gottorp, bij onzen Staat. In 1762 werd de gemeente door deze Baron overgedragen aan zijn gescheiden echtgenote Mevrouw J. L. van Meel, eerder weduwe Sadelijn. Bij testament van de vorige, zijn tante, komt in 1778 de gemeente Groet in bezit van Mr. J. J. Sadelijn uit Utrecht. Toen de omwenteling van 1795 een einde maakte aan de oude Republiek der Verenigde Nederlanden, en de Bataafse Republiek daarvoor in de plaats kwam, bracht dit aanvankelijk nog weinig verschil in de bestuurs organisatie-indeling. Ook de Bataafse Republiek ging echter aan reactie ten onder, om te worden opgevolgd door het Koninkrijk Holland. Van de overgangstijd tussen beide staatsvormen dateert de publikatie van 9 juni 1806 betreffende de heerlijke rechten. Het leenrecht bleef afgeschaft, evenals het recht van aanstelling van leden van gemeentebesturen en rechtbanken. Daarentegen zouden de heren voortaan weer wel de hoge en lage ambtenaren mogen aanstellen. Dit herstel duurde slechts tot 1810, toen door invoering van de Franse wetgeving de heerlijke rechten weer verdwenen. De territoriale indeling van ons land is eerst in de Franse tijd centraal geregeld. Eén van de richtlijnen die toen in 1811 door het centrale bestuur werden uitgevaardigd aan de provinciale besturen, die voorstellen voor de gemeentelijke indeling moesten doen, willen we hier vermelden: De gemeentebesturen moeten meer in het belang van de inwoners dan in dat van de administratie en de bestuurders ingericht worden; men moest dus niet trachten te grote gemeenten te vormen alleen om de correspondentie en de bestuursrelaties te verminderen. Een volgende aanbeveling hield in dat geen gemeente met minder dan 500 inwoners zou gevormd behoren te worden, tenzij de plaatselijke omstandigheden het noodzakelijk maakten. Dit betekende al direct het einde van de zelf standigheid van Groet met zijn 149 inwoners. Deze samenvoeging trad per 1 januari 1812 in werking. Het herstel van de heerlijke rechten door koning Willem I in 1814 had ingrijpende consequenties voor de gemeentelijke indeling van 1812, want om aan de herstelde rechten van de ambachtsheren enig effect te geven moesten de meeste in 1812 gevormde combinaties weer ongedaan gemaakt worden. Zo ook die van Groet en Schoorl. Bij Koninklijk Besluit van 13 december 1815 werden beide gemeenten echter weer gescheiden. De Schout van Schoorl was toen J. C. Dalenberg. J. C. Dalenberg werd op 23 december 1814 door de Heer van Groet ook voorgedragen voor dezelfde post in de af te scheiden gemeente Groet. Er kwam echter een kink in de 4

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Scoronlo: uitgave van de cultuurhistorische vereniging Scoronlo | 1994 | | pagina 6