Karei V Enkele polders en het ja waarin zij zijn drooggevallen. een windwatermolen zou hebben gemaakt die blijkbaar in wijde kring bekendheid verwierf. Feit is dat in 1408 de heem raden van Delfland naar Alkmaar kwamen om de molen te aanschouwen waarmee Floris van Alkemade en Jan Grieten - soon 'water hadden uitgeworpen'. Een kennelijk wat gammele constructie: de bouwers kwamen overeen hem weer overeind te zetten in geval van omwaaien. Dat deze molens, nadat na verloop van tijd de gebreken er - door ervaring wijs geworden - waren uitgehaald, goed voldeden blijkt hieruit dat aan het eind van de middeleeuwen al het land dat hiervoor geschikt was werd ingepolderd, c.q. drooggehouden. Dat ook meren konden worden drooggelegd bewezen Lamoraal, graaf van Egmond en Hendrik van Brederode, heer van Bergen en Vianen. Egmond werd op last van Alva te Brussel onthoofd, Brederode vluchtte naar Duitsland en is daar als balling gestorven; dit alles vanwege hun verzet tegen het regime van Philips II. Eerstgenoemde had reeds enige ervaring opgedaan met enkele kleine droogmakerijen in het Geestmerambacht. In 1563 begon men met het graven van de ringvaart en aanleg van de omringdijk, waarna na enige strubbelingen in 1566 de uitgifte van de gronden kon plaatsvinden. Een drietal molens maalden de Bergermeer en de Egmondermeer droog. In 1570, tijdens de Allerheiligenvloed, braken de dijken en liepen de meren weer onder. Op last van Sonoy mocht men niet direct weer met de droogmaking beginnen, immers het beleg van Alkmaar was nog in volle gang. Op 8 october begint in Alkmaar de victorie In 1578 laat men nieuwe molens bouwen, nu binnen - kruiers, en dan is het land definitief op het water veroverd. Het hart van Noord-Holland is dan nog steeds nat, al was er ver daarvoor reeds een stoot gegeven tot beheersing van deze binnenboezem. Op 17 december 1544 tekent keizer Karei V te Gent een octrooi dat de oprichting zal betekenen van het Hoogheemraadschap van Uitwaterende Sluizen in Kennemerland en West-Friesland. Tot dan stond het stelsel van meren in het hart van Noord-Holland nog steeds in open verbinding met de Zuiderzee, zodat zout water vrijelijk kon in- en uitstromen. Zout water omdat de IJssel minder zoet water aanvoerde, de St. Elisabethvloed 1847 1597i"-V-/ r> ZUPCHA2E \j-<r ALKMAAR :S6« STARnmEER wuO£ WORMER RURMEP Burg hompolder Kerk me er 1560 0aalmeer 1562 Vronermeer Bergermeer Egmondermeer Kooimeer Overdie en Achtermeer Zwijnsmeertje Kleimeer Boekelermeer. opnieuw in 1711 1461 1547 1564 1567 1595 Dieps- en Moormeers- polder 1597 Zijpe en Hazepolder (octrooi van 1552) in *570 overstroomd 1607 Wogmeer 1612 Beemster Wieringerwaard 1623 Purmer 1626 Wijde Wormer 1627 Baarsdorpermeer 1628 Belmermeer Broekermeer Buikslotermeer 1630 Heerhugowaard Harger en Pettemerpclder 1632 1633 1635 1636 1638 1643 1644 1645 1651 1718 1817 1347 1879 1930 Schaal smeer Kooger en Bleekermeer Grebpolder (eerste deel 1547) Braakpolder Volendammermeer Speketerspolder de Weel en Braken Woudmeer Scherm eer Berkmeer Enge Wormer Starnmeer Noorde i ndermeer Sapmeer Schaaps kuil meer de 100 morgen of de Noorder buitendijken Koegras Anna Pouwlownapolder Waard- en Groetpolder Graftmeer Assendelverpolder Zwaansmeertje Wieringsrmeer had voor een betere waterafvoer via Rijn en Waal gezorgd. Bovendien dreigde de Huygendijk, gelegen tussen Schermer en Heerhugowaard, door te breken met als gevolg het ontstaan van één grote binnenzee. Adriaan Stalpaert, raad- en rentmeester van de keizer, geen onbekende in dit gebied vanwege inventarisering van de domeingronden (waarvan de pacht onvoldoende binnenkwam) en van Bronkhorst, raad aan het Hof van Holland krijgen opdracht tot het samenstellen van een verbaal over de waterstaatkundige toestand van dit gebied. Zij pakten de zaken modern aan, een soort inspraak procedure. Vertegenwoordigers van zo'n 89 dorpen binnen het gebied werden naar Alkmaar ontboden en werden daar in staat gesteld hun zege te doen. Niet alleen schouten en burgemeesters, ook landlieden die vanwege ouderdom en ervaring verklaringen konden afleggen. Resultaten konden hierdoor niet uitblijven en ondanks veel tegenwerking, zelfs sabotage, bereikte men totale afsluiting van de zee van het merenstelsel in het hart van Holland door de volgende voorstellen: Afsluiting van het buitenwater bij Edam en Nieuwendam; het wegnemen van de deuren in de Knollendam (afvoer via de Zaan was dan verzekerd); afsluiting van alle sluisjes, rechtstreeks in 8

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Scoronlo: uitgave van de cultuurhistorische vereniging Scoronlo | 1994 | | pagina 11