Wat was n.l. het geval:
De DELFT kreeg, als achterste schip der Bataafse linie, het
eerste van alle een overmachtige aanval te doorstaan. Na
een zware strijd veranderde de DELFT in een weerloos
wrak, waarna bevelhebber, kapitein Verdooren, niets anders
overbleef dan de vlag te strijken. (Op vier na hadden al alle
aanwezige Bataafse schepen de strijd gestaakt). De
kapitein werd aan boord van de Britse RUSSEL gebracht,
waar hij zijn zwaard aan de Britse kapitein overhandigde,
welke het hem echter onmiddellijk teruggaf, met de
mededeling dat hij van zo'n dappere tegenstander deze
vernedering niet mocht eisen. Nadat er een Britse
prijsbemanning aan boord is gekomen, (de overgebleven
Flollandse bemanning is inmiddels krijgsgevangen gemaakt
en naar Britse schepen overgebracht) wordt door een Brits
oorlogsschip de DELFT op sleeptouw genomen. Door het
slechte weer wordt langs de Hollandse kust richting België/
Frankrijk gevaren om zodoende de oversteek over de
Noordzee naar Engeland niet al te lang te maken. Na
enkele dagen breekt in slecht weer de sleepkabel en men
raakt de DELFT in de nacht kwijt. Een ander Brits
oorlogsschip vindt de DELFT en neemt het weer op
sleeptouw. De volgende dag, in een opkomende storm,
zinkt de DELFT met circa 35 achtergebleven gewonde
bemanningsleden.
Het wrak van de DELFT werd in 1977 door een visserman
van een Scheveningse kotter op circa 20 mijl uit de kust
voor Scheveningen, door het blijven haken van zijn netten,
op 25 meter diepte toevallig gevonden.
Door de Scheveningse duikvereniging zijn tussen 1977 en
1985 een bronzen kanon en meerdere "ijzeren" kanons (in
scheeps- en marinekringen spreekt men van kanons i.p.v.
kanonnen) opgedoken, een groot anker, een gedeelte van
een affuit alsmede enkele tientallen kleinere voorwerpen
zijn boven water gebracht. Het bronzen kanon ligt thans op
de binnenplaats van het Scheepvaart Museum te
Amsterdam en het anker voor de visafslag aan de le
Haven te Scheveningen. Rijks Waterstaat heeft ver
schillende video-opnamen van het wrak gemaakt.
Fregat MONNIKENDAM voor Zeeuwse kust
vergaan
Het zwaarste der Bataafse fregatten, onder gezagvoerder
Kapitein-Luitenant Thomas Lancester, kwam van de
niet-linie schepen het eerst in gevecht. Het eerst raakte het
schip in gevecht met het Britse linieschip MONARCH,
welke het fregat al flink beschadigde, hierna raakt het in
gevecht met het Linieschip MONTAGUE, gevolgd door
wederom de MONARCH. Deze komt zijn vernietigings
werk verder afmaken, waarna het Britse fregat BEAULIEU,
welke geheel nog niet in gevecht was geraakt, het gevecht
waar de MONARCH mee bezig was, verder afmaakt.
Weldra strijkt Kapitein-Luitenant Lancester de vlag. Hij
wordt met een sloep op de BEAULIEU overgebracht,
terwijl een Brits officier met enige matrozen bezit van zijn
schip neemt.
Het aantal doden op de MONNIKENDAM beliep niet
minder dan 54, waaronder de le Luitenant Christiaanse, de
2e Luitenant Ackerman wiens been er was afgeschoten en
verscheidene Onderofficieren, de bootsmansmaat en 2
korporaals. Het aantal der gewonden beliep 60, waaronder
de Kapitein-Luitenant Lancester zelf, de Luitenant der
Mariniers Heibroek en veel Onderofficieren.
Na het korte maar hevige gevecht voor de kust van
Camperduin zou het weer enigszins herstelde, door de
Britten buitgemaakte fregat MONNIKENDAM op eigen
kracht naar Engeland varen, maar was echter niet zo
gelukkig om daar ooit aan te komen. De Britse prijsmeester
met 35 matrozen, welke nu aan boord bij de 123
Bataafsche bemanningsleden kwam, zette nu koers naar
het Engelse Chatham.
De eigen schepen met de buitgemaakte schepen koersten
in verband met het verslechterde weer gezamenlijk langs de
Hollandse kust richting België, om vandaar naar Engeland
over te steken. De MONNIKENDAM raakte spoedig van
deze vloot af. Na reeds twee dagen geheel uit koers geraakt
te zijn, werd het schip een speelbal voor de golven en
strandde weldra voor de Zeeuwse kust, n.l. bij
West-Kapelle. Het schip werd kort hierna geheel door de
zee vernield. De bemanningsleden konden niets anders
redden dan hun eigen leven, ze werden van boord of uit het
water gehaald en overgebracht op een fregat of naar de
aanwezige vissersschuiten. De opvarenden van de
MONNIKENDAM waren, behalve de Britse Luitenant, de
35 Britse matrozen, en 123 bemanningsleden van het
toenmalige Bataafse fregat de MONNIKENDAM, bij wie
Hier een foto van het graf van Kapitein Hinxt. Hij ligt
begraven op de algemene begraafplaats te
Huisduinen (Den Helder).
2