De grote restauratie
de "oude molen le Schoorl". De hoogbejaarde mole
naar Dirk Duin wilde zijn bedrijf staken vanwege het
ontbreken van geldelijke middelen om noodzakelijke
reparaties aan het maalwerktuig te doen uitvoeren.
Plaatselijk vormde zich een werkcomité onder de
bezielende leiding van F. Schermer als secretaris-
penningmeester. Dit comité bestond verder uit de
toenmalig burgemeester van Schoorl, baron van Fri-
dagli als voorzitter, D.A. Klomp en Fr. Otlen journa
listen en C. Oldenburg, uitgever.
Het werkcomité werd gesteund, zoals toen gebruike
lijk, door een comité van aanbeveling. Hierin hadden
zitting: Ds. Boeke; Dr. Heringa; pastoor P. Nieman;
Kasper Niehaus, kunstcriticus; Herman Robberts,
Letterkundige; J. Smits, gemeentesecretaris; P. Trap
man, uitgever en Piet Wiegman, kunstschilder. Het
geheel stond onder erevoorzitterschap van Mr.v. Tien
hoven, oprichter en voorzitter van de Hollandsche
Molen.
Het comité slaagde erin om 3.000,- bijeen te bren
gen, nodig om de molen in eigendom aan de gemeen
te te doen overgaan.
Op woensdag 18 maart 1936 is het zover "dat de mo
len op een der meest zomersche dagen, welke lente
maand ons geven kan, aan de gemeente werd overge
dragen door den Voorzitter van 'De Hollandsche
Molen' in zijn functie van Eerevoorzitter van het
Schoorlsche Comité, dat den molen tijdelijk in eigen
dom had bezeten.
Nadat Notaris FJ.M. Pinxter te midden van vele
belangstellenden op het ntolenerf de acte had verle
den, overhandigde Mr.v. Tienhoven den sleutel van
den molen, die getooid was met linten in de Schoorl
sche kleuren rood en geel, aan den Burgemeester
S.G.L. Baron van Fridagh, waarmede deze den molen
voor de gemeente in eigendom aanvaardde"; aldus het
14e jaarverslag van de Hollandsche Molen.
De gemeente is dan een molen rijker, of iedereen
hiermee even blij was laten we in het midden, een feit
is dat de gemeente binnen haar mogelijkheden altijd
voortreffelijk voor de molen heeft gezorgd en dit nog
steeds doet.
In 1938 zijn er enige financiële moeilijkheden i.v.nt.
plotseling optredende reparaties die echter worden
opgelost.
De molen wordt blijkbaar goed onderhouden, want n
1944 wordt de molen aan de fa. Bos uil Koedijk ver
huurd en is dan tot even na de oorlog volledig in
bedrijf.
In die lijd bezocht ik de Openbare Lagere School bij
de molen en kan mij nog goed herinneren dal de
molen dagelijks in bedrijf was, samen met mijn oom
heb ik er wel tarwe gebracht die dan werd gemalen
tegen betaling, als ik me goed herinner, in natura.
Dit zal mede te daken geweest zijn aan D. Duin jr.,
bijgenaamd "de Wiek". Hij paste op de molen alsof
het zijn eigendom was.
In 1952 wordt de molen weer in goede staat gebracht,
in 1959/"60 onderging hij allerlei voorzieningen, de
molen is dan weer buiten gebruik.
In 1968 komt een restauratie gereed, en daarna is hel
een tijdje stil rond de molen.
In de nacht van 16 januari 1974 heerst er een storm
met hevige windstoten, de binnenroede van de molen,
die tot dan toe nog steeds van hout was, breekt en
stort naar beneden gelukkig zonder verdere schade
aan te richten.
In haar vergadering op 7 mei 1975 voteert de raad op
voorstel van B W, 11.136,- voor herstel van de
stormschade, op 3 december 1975 is de restauratic in
volle gang.
Raadslid Jo de Leeuw: "Wilt u er wel op toezien dat
die molen in de originele kleuren wordt gerestaureerd,
zodat het geen kermistent wordt?"
Na de restauratie denkt men er, volgens de toen heer
sende ideeën over molenbehoud, een museum of
VW-kantoor in te vestigen, de opkomst van o.a. het
fenomeen vrijwillig molenaar behoudt hem hiervoor.
Vlak voor de roedebreuk draaide vrijwillig molenaar
G.v. Wieringen eenmaal met de molen, na de restau
ratie wordt Jan Vis door de gemeente Schoorl offi
cieel als vrijwillig molenaar aangesteld.
Nationale Molendag zaterdag 10 mei 1975 wordt de
molen door Jan Vis, in aanwezigheid van vertegen
woordigers van het gemeentebestuur en de gemeente
lijke adviescommissie voor natuur- en landschap, na
vele jaren stilstand weer in werking gesteld.
Dat een molen om le kunnen draaien vrije windvang
moet hebben, is niet iedereen duidelijk, als de mole
naar zegt dat er le weinig gekapt is rond de molen, lil
de winter van '76-'77 wordt hij door de werkgroep
"Wonen onder de bomen" een "dwarsligger" genoemd.
Daarvoor was er n.l. overleg geweest met de gemeente
Schoorl om overtollig groen te doen verwijderen.
In '76 is de molen dan eerst nog het "slachtoffer"
geweest van de jaarlijkse aprilmop. In de Duinstreek
verschijnt een artikel met foto's en de hele santemek-
raant er omheen; in de molen zou een café annex bar
worden gevestigd.
Eind '76 wordt door de gemeente 50.700,- uitge
trokken voor restauratie van de Kijkduin en in de
raadsvergadering van maandag 14-5-'79 werd daar nog
eens 125 mille aan toegevoegd. Aan het einde van de
rit zal de molen dan geheel maalvaardig zijn.
In september '77 wordt de rietbedekking van de kap
gerepareerd, nok-en voorwolfsplanken vernieuwd en
bovendien wordt de gehele bliksembeveiligingsinstalla
tie vernieuwd.
Inmiddels heeft een molenaarswisseling plaatsgevon
den, Jan Vis wordt opgevolgd door Tom Bos.
De restauratie gaat voort. In april '78 wordt door
gemeentewerken Schoorl een geheel nieuw houten
hek rond de molen geplaatst. Op 20-l-'78 start molen-
makersbedrijf Saendijck uit Zaandijk de le fase van
de restauratie.
Het bovenwiel wordt grondig onder handen genomen,
twee veilingstukken worden vervangen en de ijkenhou-
6