Gemeentelijke Verordeningen
1853 Vastleggen van honden.
1861 Wegen en voetpaden.
We nemen u even mee nuar Schoort van omstreeks de tweede helft van de vorige eeuw.Schoorl wat een dorp
wat een gemeenteraad en wat een bijzonderebepalingen en gemeentelijke verordeningen. Houdt u vast
Artikel 1:
Burgemeester en wethouders zullen zoo dikwijls zij dit noodig oordelen, kunnen bevelen dat de honden moeten worden
vastgelegd. Van de tijd gedurende welke dit vastleggen moet plaats hebben, wordt telkens door aanplakking van biljetten
aan de ingezetenen kennis gegeven.
Artikel 2:
Door vastleggen van honden wordt verstaan het vasthouden derzelvcr aan behoorlijke kettingen en sterke lederen of
andere halsbanden, verwijderd van de openbare wegen of plaatsen.
Artikel 3:
Burgemeester en Wethouders zullen kunnen toeslaan, dat gedurende den tijd voor het vastleggen aangewezen honden,
welke behoorlijk gemuilkorfd zijn, mogen loslopen. De muilkorven zullen moeten zijn vervaardigd overeenkomstig het
model op het raadhuis ter bezichtiging voorhanden.
Artikel 4:
Gedurende de tijd, voor het vastleggen bepaald, zullen gecne honden in de gemeente mogen losloopen, behoudensde
uitzondering gemaakt in artiklc 3, op ccnc boete van twee gulden, te verbeuren door dengenen, wiens hond zal bevonden
worden los te loopen of vast te leggen, op ene andere wijze als bij artikel 2 is bepaald.
Artikel 5:
Losloopende honden zullen desnoodig onschadelijk worden gemaakt.
Aldus vastgesteld in de vergadering van de Raad der gemeente Schoorl den 16-2-1853.
Ondertekend door J.C.Pceck, burgemeester tevens secretaris.
Artikel 1:
Het is verboden op de openbare wegen, pleinen en voetpaden water uit gootstenen, beestenstallen, mestvaalten en
dergelijke te laten loopen, eenig vuilnis te werpen of die te ontreinigen en op de openbare wegen, pleinen en voetpaden
aan zijne natuurlijke behoefte te voldoen, zoo mede zonder vergunning van Burgemeester en Wethouders op dezelve
7