Maar waar stond dit preekhuis? In een opsomming van 4. van de boerderij Torenburg aan de Middenweg 543 in Heerhugowaard) ter ore en stuurde de plaatselijke schout erop af om die illegale bijeenkomst uit elkaar te jagen. De La Torre kon nog ontsnappen, maar enkele kerkmeesters werden gearresteerd en er werd beslag ge legd op de inboedel van het preekhuis. Pastoor Costerus werd verbannen. De volgende dag kwamen soldaten uit Alkmaar en Hoorn. Het preekhuis werd tot de grond toe afgebroken. We zien dus dat men in de zeventiende eeuw sprak over een preekhuis van de katholieken in plaats van een schuilkerk. Mogelijk is het begrip preekhuis de oor spronkelijke naam en is schuilkerk van later datum, maar er kan ook verschil zijn geweest tussen beide be grippen. Een preekhuis had veel zitplaatsen en weinig of geen liturgische ruimte. Later, toen het gebruik van preekhuizen oogluikend werd gedoogd, ontstonden vooral in steden, verborgen in huizen, complete kerkin terieurs en ging men spreken over schuilkerken. Dat ge dogen ging wel gepaard met het jaarlijks betalen door de katholieken van enorme sommen geld, de zogenaam de recognitie gelden. Voorwaarden waren dat een schuilkerk van buiten op geen enkele manier herkenbaar was. De toegangsdeur mocht niet aan de openbare weg liggen. Op het platteland werden bovendien vaak als ex tra voorwaarden gesteld dat de schuilkerk zich buiten het dorp moest bevinden en alleen een rieten dak mocht hebben als teken van ondergeschiktheid aan de Gereformeerde Kerk. Veenhuizen onder Obdam In Heerhugowaard werd geen eigen statie opgericht. Toch mogen we ervan uitgaan dat de meesten die zich vanaf 1630 in de nieuwe polder vestigden katholiek zijn geweest. Zij waren aangewezen op de staties uit de na burige dorpen Oudkarspel, 't Veld, Obdam en Oudorp. De statie Obdam ontstond in 1635. Tot deze behoorden ook een deel van de parochianen van Hensbroek, van die van Veenhuizen, alsmede de parochianen van de Kaag (Opmeer). Uiteindelijk zijn er ook preekhuizen of schuilkerken in Heerhugowaard ontstaan, met name in Veenhuizen, zoals blijkt uit het doopboek van Obdam. Of in het preekhuis van Veenhuizen ook werd gedoopt is niet bekend. De vermelding in het doopregister ge beurde in Obdam. Het Veenhuizer preekhuis was een woning of boerderij waarin gewoond werd en dienst deed als hulpkerk van de statie Obdam. Het moet buiten het centrum van het dorp gelegen hebben en zeer waar schijnlijk voorzien van een rieten dak. Veenhuizer preekhuis Rob Baas van de stichting Oud Obdam- Hensbroek heeft hierover geschreven in hun jaarboek en merkt op dat er op de eerste kadas- terkaarten, getekend tussen 1811-1832, op het door Belonje aangewezen perceel, geen bebou wing staat, terwijl er toen nog wel een preek- huis in Veenhuizen was. Dat preekhuis moet dan ergens anders gelegen hebben. Er is nog een verwijzing naar het preekhuis in Veenhuizen. Het verpondingsregister (belasting- lijst) van Veenhuizen uit 1733 noemt als num mer 2 aan de Veenhuizer Middelweg (Veenhuizerweg): 'Een bequaam boerehuijs en waarin de roomsche kerk is'. onroerend goed behorend tot de nalatenschap van jonkheer Willem Maurits van Cats tot ter Coulster, heer van Veenhuizen (1670-1743), wordt gesproken over een perceel land 'gelegen aldaar groot vier geersen en zes sneezen ge naamd het Zuider Kaagje, belend de Roomsche kerk te Veenhuizen'Volgens de historicus J. Belonje duidt deze tekst op een woning tussen de Noorder Kaagsloot en de Zuider Kaagsloot, gelegen midden in de Veenhuizerpolder, halver wege de Kerkweg en de Veenhuizermolen. Op dit stukje land heeft tot 1958 wel een huisje ge staan, maar dit komt pas voor op een kaart uit 1877. De laatste pastoor van het preekhuis in Veenhuizen was H. van Lottum, die van 1821 tot 1835 pastoor was van Obdam. Hij nam beur telings in Obdam en in Veenhuizen de dienst waar. Deze situatie vond de pastoor blijkbaar op den duur niet houdbaar en vroeg aan de aarts priester (er was toen nog geen bisschop) J. van Banning, toestemming om het preekhuis van Veenhuizen te sluiten. In 1825 is dit preekhuis opgeheven. De katholieken moesten toen ter kerke naar Obdam. De Vluchtheuvel Hoe dit nu precies zit met deze boerderij is niet duidelijk. Op de kaart van Uitwaterende Sluizen uit 1680 is deze boerderij te zien midden op een ruime kavel grond, maar op de eerste kadaster- kaarten van 1811-1832 staat deze er niet meer en is vervangen door een andere, wel op dezelf de kavel, maar meer noordelijk gelegen (Veenhuizerweg 42). Deze boerderij had de naam 'De Vluchtheuvel' en lag op een terp. De oorspronkelijke boerderij uit 1680 is dus

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Overhaal: historisch magazine Heerhugowaard | 2021 | | pagina 6