3j PREEKHUIZEN IN HEERHUGOWAARD Uil preekhuis (b) 3. In het doopboek van de Rooms Katholieke kerk in Obdam werd op 11 augustus 1719 een zekere Cornelis ingeschreven in het bijzijn van Pieter Walksen en Aegt Claes. De pastoor vermeldde in de kantlijn waar zij vandaan kwamen: 'uijt de waert vantpreekhuijs'. Wat zou dat zijn en waar lag dit preekhuis in Heerhugowaard? Zo'n naam klinkt protestants. De preek staat namelijk in de protestantse kerkdienst cen traal. In katholieke kerken viert men de eucharistie. Maar op zoek naar het hoe en wat, komen we toch bij de katholieken uit. In 1630 werd het meer De Waard drooggelegd en vestigden de eerste bewoners zich in de nieuwe pol der Heerhugowaard. Daarvoor had zich in de noorde lijke Nederlanden een grote omwenteling voorgedaan op het gebied van de godsdienst. In 1576 werd de Gereformeerde Kerk erkend als de officiële staats godsdienst. Het katholicisme werd verboden en de kerkelijke goederen in beslag genomen. Katholieken werden uitgesloten van publieke middelen en amb ten. Zij mochten geen onroerend goed bezitten. De meeste geestelijken waren het land uit gevlucht of waren overgestapt naar de nieuwe religie. De gehele katholieke kerkelijke organisatie verdween. De ka tholieken werden gedwongen ondergronds te gaan. Het aantal trouw gebleven volgelingen van de katho lieke kerk verschilde van plaats tot plaats. Wilde je een baan hebben als sjouwer bij de Waag dan moest je gereformeerd zijn. Was je aangewezen op onder steuning door armoede of ziekte dan had je als ka tholiek nergens recht op. Op het platteland, met zijn overwegend agrarische bevolking, was de uitsluiting van publieke functies minder van belang dan in de steden. We zien de uitingen van het katholieke geloof daarom vooral op het platteland aan de oppervlakte komen. Papisten en stoutigheden De overheid kwam met strenge plakkaten (kennisge ving van de regering) tegen de katholieken, om alle godsdienstoefeningen te verbieden. In Zeeland, Friesland, Groningen en Drenthe werden de plakka ten zo streng doorgevoerd, dat er op den duur weinig katholieken overbleven. In Holland en Utrecht, waar de overheid verdraagzamer was, handhaafde zich een katholieke minderheid. Vooral op het platteland van West-Friesland bleef men de katholieke kerk trouw. Rond het midden van de zeventiende eeuw was 65 tot 75 procent daar katholiek ge bleven. De gelovigen kwamen bijeen in een wo ning of boerderij die we kennen als schuilkerk. Dat het ondergronds gaan niet altijd slaagde, leidde tot klachten van de gereformeerden over de 'papisten' en hun 'stoutigheden'dat zij uit vaartplechtigheden hielden en gebruik maakten van 'openbare wieroockinge en ontsteeckingen der keersen'. Rooms preekhuis In een verslag uit 1649 over de 'paapse stoutig heden' in 't Veld komen we de naam 'preekhuis' tegen. Hier zien we de overeenkomst tussen schuilkerk en preekhuis. De pastoor Costerus had in dat dorpje, gelegen bij Niedorp, in het geheim een nieuwe statie (parochie) opgericht met een eigen 'rooms preekhuis' onder gebracht in een schuur. Er vond een bijeenkomst plaats van katholieken uit de wijde omgeving. Hulpbisschop De La Torre was daarbij aanwe zig. Er waren zoveel gelovigen bijeen, zo'n drie duizend, dat dit wel moest opvallen. Dit kwam officier Herman van der Woude (de bewoner X z- TT F 11 w* Henk Komen Kaart uit 1680 van Veenhuizen met links boven hetpreek huis (a) aan de Veenhuizrweg 42 en rechts onder het preekhuis (b) bij de Zuider Kaag sloot. Beide locaties wor den als preekhuis voor Veenhuizen genoemd. Aan de Veenhuizerweg in 1733 en aan de Kaagsloot in 1743. All preekhuis (a) W S 'V/ Ou,

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Overhaal: historisch magazine Heerhugowaard | 2021 | | pagina 5