17. De laatste keer dat de gemeente Heerhugowaard de toren van Veenhuizen heeft laten opknappen is geweest rond 1960. Met de sloop van de toren en kerk in 1965 kwam een einde aan de bemoeienis van de gemeente Heerhugowaard met de toren van Veenhuizen. Het dagblad Trouw heeft op 5 januari 2006 een artikel over de protesten van de gemeente Buren over het onderhoud en verzekeringen van protestantse kerktorens waarvan de ge meente Buren vindt dat ze geen eigenaar is. zonden en waarin gevraagd wordt of wanneer de gemeente de toren goed in orde laat ma ken, het kerkbestuur genegen is de toren over te nemen. Is 't kerkbestuur dat niet, dan zou tot verkoop voor afbraak worden overgegaan na goedkeuring van Ged. Staten." "Het kerkbestuur antwoordde dit schrijven van B. en W. niet zonder verbazing te hebben gelezen. Al hoewel de Raad van oordeel is dat de toren niet het eigendom is van de gemeen te, zou de Raad toch willen besluiten de toren te verkopen. Het kerkbestuur handhaaft zijn mening dat de gemeente onderhoudsplichtig is en wenst verder het oordeel van Ged. Staten af te wachten." voor de onbekrompen uitvoering van het be sluit is hier zeker wel op zijn plaats." Eigendom kerktorens Alle kerktorens werden in de Staatsregelingen van1798 eigendom van de burgerlijke over heid. De torens konden een militaire functie vervullen als uitkijkpost. En bij calamiteiten, zoals hoog water, was de toren een hoge dro ge schuilplaats. Nog steeds proberen gemeenten onder de on derhoudsplicht van de kerktorens uit te ko men. Protesten van een aantal Friese gemeen ten leidden tot een arrest van de Hoge Raad op 22 september 2000. "Het onderhavige arrest kan evenwel conse quenties hebben voor gemeenten die de eigen dom van een kerktoren in hun gemeente niet goed hebben geregeld. Mogelijk zullen zij als nog geconfronteerd worden met hun eige naarsverplichtingen en alsdan extra voorzie ningen moeten treffen ter beheer en onder houd van een kerktoren. Eeuwenoude tradi ties betreffende de uitvoering van onderhoud en beheer door kerkgemeenschappen behoe ven niet te betekenen dat de gemeenten niet (alsnog) kunnen worden aangesproken op hun verplichtingen. Een verweer gegrond op rechtsverwerking gaat niet per definitie op. Van verkrijgende verjaring door de kerkge meenschap behoeft verder ook niet altijd sprake te zijn. Tenslotte lijkt het erop dat ge meenten ter afwering van hun verplichtingen niet zondermeer kunnen afgaan op de regis tratie in het Kadaster. Uit het arrest volgt im mers dat aan aanduidingen over het eigen dom van kerktorens in het kadaster, niet veel waarde kan en mag worden gehecht." De heer Kostelijk komt tot de conclusie dat "een vaste overeenkomst bestaat er niet en we zullen ons wel te houden hebben aan de wet telijke regeling vervat in de wet van 1798." "De heer Met meent, dat wanneer de mensen buiten onze gemeente het raadsverslag lezen, zij zullen zeggen, dat Heerhugowaard ziende blind is. We maken ons belachelijk. Het schrijven van het Kerkbestuur is geheel ad rem. Wij willen iets verkopen waarvan we be weren dat het ons eigendom niet is. Spreker zou willen, dat we ons niet verder belachelijk maken." Er wordt besloten de toren behoorlijk te on derhouden met 6 stemmen voor en 5 tegen. In de Schager Courant van 5 februari 1924 staat: "Onze toren is nu goed hersteld en maakt een nette en prettige indruk. Een woord van hulde en dank aan de meerderheid in de Raad, welke tot restauratie van de toren be sloot en aan B. en W. van Heerhugowaard

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Overhaal: historisch magazine Heerhugowaard | 2021 | | pagina 19