if l JË3 Lpl A I 16. In de raad van 22 juni 1923 is een schrijven van C. Kuiper binnengekomen met de vraag hoever het is gevorderd met 't onderzoek naar het gemeente-eigendom van de toren te Veenhuizen. Voorzitter zegt, we zijn naar Veenhuizen ge weest en hebben de toren bekeken, die repara tie nodig heeft. Ze zijn ook geweest bij Gerrit Smit (1835-1926), het vroegere hoofd van de openbare school. De heer Smit wist niet of het gemeente-eigendom was en of de gemeente de toren moest onderhouden. "Dit deed wel de vraag opkomen: Is het wel gemeentelijk ei gendom? De notulen van de gemeenteraads vergaderingen van 1860 tot 1867 blijken te ontbreken, maar die blijken volgens de heer Wonder, die vroeger wel arbeid ter secretarie verrichtte te zijn verbrand! Na de bouw van de kerk in 1862 is de toren door het gemeentebestuur verzekerd en het besluit tot afbreken en tot bouwen daarna van de nieuwe toren zijn door het gemeentebe stuur genomen. De gemeente Heerhugowaard eist geld voor het luiden van de klok. Daaruit blijkt ook, dat de toren eigendom van 't ge meentebestuur is. gemeentetoren te gevoelen. Hij zou liever zien, dat de gemeente van het onderhoud van zulk een toren ontheven was. Voorzitter meent, dat we dit al hebben geprobeerd bij Ged. Staten, die het echter ketsten! We heb ben er bot mee gevangen! De heer Poland vraagt, welke bot dat geweest is Besloten wordt om het herstellen aan te houden tot de volgende vergadering. Intussen kunnen we proberen of we ons van de toren kunnen ontdoen. In de raad van 30 april 1923 komt een bericht binnen van de heer Kuiper, die niet ter verga dering kan komen dat "de zolders van de to ren van Veenhuizen zo slecht zijn, dat de kos ter er niet op durft te gaan om de klok te lui den." De raad wil wel weten of ze gerechtigd zijn om de toren te verkopen. De voorzitter vindt dat je eerst een koper moet hebben om het aan Gedeputeerde Staten te kunnen vragen terwijl de raadsleden liever het nu al willen weten. "Goedgevonden wordt, dat de voorzit ter er over aan Gedeputeerden zal schrijven, of we wel gerechtigd zijn de toren te verko pen." In de raadsvergadering van 27 juli 1923 komt de toren van Veenhuizen weer ter sprake. "Voorzitter doet mededeling van het schrijven dat B. en W. naar het kerkbestuur hebben ge- Besloten wordt om de toren op kosten van het gemeentebestuur te repareren en daarna gra tis aan het Veenhuizer kerkbestuur ter overna me aan te bieden. Niemand verklaart zich daartegen en is aldus besloten. Voorzitter zegt, dat als het Veenhuizer kerkbe stuur dan weigert, dan kunnen we altijd nog overwegen om aan te vragen of tot sloping van de toren mag worden overgegaan." I - -t»

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Overhaal: historisch magazine Heerhugowaard | 2021 | | pagina 18