DE FAMILIE WEEL OP BOERDERIJ VREDE-OORD
IN DE BERKMEER
8.
In het gesprek met zuster Gré Rood in De Overhaal van 2019
leidde het spoor van haar herkomst naar het geboortehuis van
haar moeder Geertje: een boerderij in de Berkmeer aan de
Plempdijk nr. 2, die tot 2012 nog Vrede-Oord heette. In de
prachtige boeken van Henk Komen over de stolpboerderijen in
Heerhugowaard komt de geschiedenis van Vrede-oord niet
voor, om de eenvoudige reden dat de Berkmeer buiten zijn on
derzoeksterrein viel. Per 1 januari 1980 behoorde deze polder
tot de gemeente Obdam. Een extra reden om aandacht te vra
gen voor de geschiedenis van Vrede-Oord en zijn bewoners.
Van 1893 tot 2012 hebben hierop drie generaties Weel ge
boerd: Petrus Bartholomeus Weel Jnz, Niek Pzn en Piet Nzn.
Zuster Margaritis ofwel Trien Weel, een van de zeven dochters
uit het gezin van Petrus en Margaretha die een religieus be
staan kozen, heeft in 2003 mooie herinneringen aan het gezin
laten optekenen. Piet Weel, die als laatste op Vrede-Oord het
boerenbedrijf heeft uitgeoefend, kijkt voor ons nog eens terug
op deze boerderij.
halfzus Margaretha en haar echtgenoot
Petrus Weel tijdens haar leven redelijk in
tact gebleven.
Hoewel deze grond bij de veiling van 1881
werd omschreven als "best weiland", boer
de Jan Groot (geb.1859), die mogelijk toen
al bekend stond als "Jan de jager", toch
niet goed op Plempdijk 2. In 1891 verhuis
de hij naar de Eerste Kil 7, waar hij voor f.
2000,- een stolpje met een kleine twee ha.
grond overnam van Arie Overtoom. "Dat
was economisch gezien geen vooruitgang",
schrijft Henk Komen over hem in zijn
boerderijenboek. "Zeker vijftig jaar lang
zwierf hij door de Waardse bossen op jacht
naar klein wild. Jan en Trijntje kregen ne
gen kinderen. Jan bleef aan de Kil tot
1918." Later zou daar o. m. de familie
Bruin wonen. De stolp is in 1966 door de
Op maandag 11 april 1881 vond in de herberg van Dirk Wester,
gelegen aan de Middenweg tegenover de toen dertien jaar oude
Dionysiuskerk, een opmerkelijke verkoping plaats. In opdracht van
het parochiebestuur onder voorzitterschap van pastoor A. L. van
Rijn werden de onroerende goederen geveild uit de nalatenschap
van wijlen de echtelieden Jan Bijvoet, "in leven landeigenaar en
kerkmeester" en Grietje Schermerhorn. Aldus was het bepaald in
hun testament van 27 januari 1875. "Bloedverwanten in de rechten
linie" waren er niet. Bij deze veiling, die drie woonhuizen aan de
Middenweg nabij de katkolieke en de protestantse kerk, alsmede
diverse stukken weiland omvatte, mijnde Cornelis Janszoon Groot,
landman te Tuitjenhorn, gemeente Haringcarspel, zeven stuks wei
land af, alle gelegen "aan en bij elkander in de Berkmeer", samen
ongeveer 22 hectaren voor het bedrag van f. 28.400,-. Voor zoon
Jan Groot, geboren uit zijn eerste huwelijk met Grietje Bos, die
was overleden in 1861, heeft hij in koop aangenomen: de percelen
K 48, 51, 53, 57, 58, 59 en 60. Het is in deze hoek van de
Berkmeer waar Jan Groot en Trijntje Quant, beiden komende van
Tuitjenhorn, kort na deze aankoop een boerderij hebben gesticht.
Niet bij een van de hierboven genoemde zeven percelen, maar bij
perceel K 68 staat in het kadasterjaar 1883 bijgeschreven:
"Stichting". Het grondbezit van Jan Groot omvatte toen behalve K
68 ook de percelen K 69, 70 en 71.
Toen in 1946 de nalatenschap van Margaretha Groot, een van de
drie dochters uit het tweede huwelijk van Cornelis Janszoon en
echtgenote van Petrus Bartholomeus Weel, werd verdeeld, behoor
den hiertoe met uitzondering van K 51, 57 en 60 alle hierboven
genoemde percelen. Eraan toegevoegd was K 72 in 1914. De om
vang van het grondbezit van Jan Groot in de Berkmeer was bij zijn
Jan Groot, 'de jager', en Trijntje Quant, de voorgan
gers van Petrus Weel en Margaretha Groot op de
boerderij in de Berkmeer. Later woonden zij in de
Eerste Kil in Heerhugowaard.
Foto: archief Henk Komen.
Siem Bakker Nzn