HET STOOMGEMAAL VAN HEERHUGOWAARD 3. Een van de meest opmerkelijke gebouwen in Heerhugowaard is het poldergemaal aan de Huygendijk daterend uit de negentiende eeuw. Nog niet eerder heb ben we de geschiedenis van dit oude gemaal in de Overhaal verteld, terwijl het toch alles historie is dat dit gebouw uitstraalt. Aanleiding voor het ontdekken van deze leemte zijn enkele foto's die te vinden zijn in de fotocollectie van het Regionaal Archief in Alkmaar. We vinden daar een afbeelding van twee stoomketels in een ketelhuis (glasnegatief RAA003013079) en een af beelding van twee stoommachines in een machinekamer (glasnegatief RAA003013080). Volgens het onderschrift in het archief gaat het hier om foto's van de melkfa briek Excelsior Dit is echter niet juist. Het zijn foto's gemaakt van het interieur van het stoomgemaal, het la tere Poldermuseum, aan de Huygendijk. De foto's behoren tot een serie glasnegatieven die vrijwel zeker in 1929 gemaakt zijn door de Alkmaarse fotograaf Delemarre. Het was J. Belonje die in 1929 hem vroeg foto's van Heerhugowaard te maken. Belonje schreef in opdracht van het polderbe stuur ter gelegenheid van het 300-jarig bestaan van de polder Heerhugowaard het boek "De Heer- Hugowaard (1629-1929) - een geschiedenis van den polder". Het boek is verfraaid met de foto's van Delemarre. De fotograaf heeft van zowel het exteri eur als het interieur van het stoomgemaal foto's ge maakt. Die van het exterieur heeft Belonje in zijn boek afgedrukt, die van het interieur niet. De nega tieven zijn echter in het archief bewaard gebleven. De Waard stond blank Voor het plaatsen van een stoomgemaal in Heerhugowaard ging men niet over één nacht ijs. Er werd veel en langdurig over gesproken. Heerhugowaard was niet de eerste die overging van bemaling door watermolens naar stoombemaling. Deze nieuwigheid werd al in veel polders gebruikt. Heerhugowaard ging in 1877 over. Het kantelpunt om de stemming bij het polderbestuur ten gunste te doen omslaan voor het overgaan op stoombemaling was de extreem natte winter van 1874-1875, toen het veel regende en niet waaide. Het waterpeil klom zo hoog dat een groot deel van de landerijen in Heerhugowaard vijf weken onder water stond. Hulp kop van jut Het was niet zo dat meteen alle watermolens werden gesloopt. Nee, men speelde op zeker. De meeste molens bleven nog jaren staan. Besloten werd om molen nummer 25 op te of feren. Die stond aan de Huygendijk op het eind van de Oostertocht. Hier kwam het stoomge maal. Geen onlogische plaats. De polder is hier het diepst. Van noord naar zuid stroomt het wa ter hier naartoe. Het gebouw werd in eigen be heer onder leiding van de toenmalige polder- baas J. Leguit gebouwd. Hij schreef het bestek en zal vermoedelijk ook het gebouw hebben ontworpen. De ijzergieterij 'De Prins van Oranje' uit Den Haag leverde de twee vijzels aangedreven door een stoommachine van 60 pk. Maar al snel waren er problemen. De stand van de vijzels was te laag waardoor de water- verplaatsing te gering was. Er ontstonden twij fels over de capaciteit van de stoommachine. Had polderbaas Leguit een verkeerde bereke ning gemaakt? De nog aanwezige molens moesten bijspringen en dat terwijl het gemaal een ton had gekost tegen een jaarlijks te betalen rente van vijf procent. Een onafhankelijk on derzoek werd gevraagd. Er dreigde ontslag. Ook de machinist A. Selleman, aangesteld voor een salaris van zevenhonderd gulden per jaar kreeg kritiek. Hij moest permanent bij de Het in 1877 gebouwde stoomgemaal van de polder Heerhugowaard, gezien vanaf de Huygendijk. De voorzijde van het pand heeft nog in het midden een toegangsdeur. In het linkerdeel bevindt zich de machi nekamer met de stoommachines, in het rechterdeel is het ketelhuis. Rechts naast het gemaal de houten keet die diende voor de opslag van steenkool. (foto uit 1929 van Delemarre, Alkmaar). Henk Komen

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Overhaal: historisch magazine Heerhugowaard | 2020 | | pagina 5