48.
We pakken de kaart uit 1832 van alle acht kadastrale sec
ties erbij en speuren naar vergelijkbare situaties. Na nauw
keurig zoeken eindigt de teller op vijf boerenplaatsen in de
polder met aan vier zijden een doorlopende gracht, uiter
aard onderbroken door een dam om weiland en weg te be-
Heerhugowaard had vroeger een lange periode veel bos, en
niet alleen in de sectie H. Rond 1850 bestond de polder
voor liefst een kwart uit bossen, vermeldt Henk Komen in
zijn boek Noemenswaard.
Eind negentiende eeuw kwam er een economische ople
ving en nam het aantal inwoners van De Waard sterk toe,
schrijft hij. 'Door de invoering van kunstmest loonde het de
bossen te kappen en geschikt te maken voor de tuinbouw'.
De oppervlakte bos was in 1870 al gedaald tot honderd
hectare, berekende Komen. De meeste laatste particuliere
bossen verdwenen in de eerste helft van de twintigste
eeuw.
De Waarderhout is aangeplant halverwege de jaren tachtig
van de vorige eeuw. Dit bos tussen de Oostertocht,
Rustenburgerweg, Jan Glijnisweg en Beukenlaan van zo'n
zestig hectare ligt - bij toeval - op een historisch verant
woorde plek, in een deel van het Grootebosch.
Watersingels
Op naar de volgende vraag. Over de watersingels. Hoeveel
boerderijen in Heerhugowaard waren in 1832 compleet
omgeven door een gracht? En wat is er geworden van deze
boerenplaatsen?
Aanleiding voor deze vragen is de beschreven stolp bij de
hoek Middenweg-Rustenburgerweg. Als enige in de sectie
H aan de Middenweg tussen de Van Veenweg en
Rustenburgerweg had deze boerderij zo'n singel, we zagen
dat.
reiken. Dat aantal van vijf stuks is inclusief die
aan de Middenweg bij de Rustenburgerweg.
De oudste kadastrale kaarten tonen diverse va
rianten: van een volledige gracht zonder stolp
tot een boerenplaats met slechts aan één zijde
een singel. Voor dit artikel tellen alleen de gaaf
ste objecten, dus een boerenplaats met aan alle
zijden eigen water.
We staan kort stil bij de andere vier ontdekte
exemplaren. Nu al kunnen we verklappen dat
niet één van deze statige boerderijen in de volle
glorie van toen - dus met de gracht - de tijd
heeft overleefd. Anders is dat in rijke polders
als de Schermer en Beemster. Voor wie goed
kijkt zijn er in deze droogmakerijen - van ver
gelijkbare ouderdom als Heerhugowaard - nog
diverse stolpen met gracht te vinden. Zij stralen
nog altijd een opvallende grandeur uit.
Stationsweg
We pakken de kadastrale kaarten er op volgorde
van sectieletter bij. De eerste van het vijftal
stolpen met allure in 1832 is te vinden in de
sectie C op kavelnummer 48, aan de
Stationsweg. Eigenaar in die tijd is Cornelis
Govers, een landman uit de Schermer. Later
verhuist hij naar Heerhugowaard.
Onder eigenaar Cornelis Swager verbrandt de
boerderij in 1905. Swager laat er een nieuwe
stolp bouwen, met aan de voorzijde een groot
statig huis. Latere eigenaar Klaas Wagenaar
geeft de boerenplaats de naam Bid en Werk.
Op 13 oktober 1944 steken de Duitsers de boer
derij in brand, als represaille na een verzets
daad. Er komt geen nieuwe stolp terug, aldus
Henk Komen. Op de plek van Bid en Werk is
nu vooral het Stationsplein te vinden.
(fragment kaart uit de Grote Historische Topografische
Atlas Noord-Holland; kaartbeeld verkend in 1895, ge
deeltelijk herzien in 1904)
Stationsweg. De weg is boven. Alleen het gekleurde ge
deelte is bebouwing.
(fragment kaart beeldbank Rijksdienst voor het Cultureel
Erfgoed)
De sectie H op een kaart van eind negentiende eeuw. Met
daarop de aanduiding Groote Bas. Een verbastering van
Grootebosch?