27.
De heer Zuurbier: Voor hen die met een klein loon al be
zwaarlijk rondkomen, zal het betalen voor de waterleiding
moeilijk zijn. Ik zal tegenstemmen.
De heer Poland zegt, dat de arme mensen, die niet betalen
kunnen, voor hem het zwaarste wegen. Als er maatregelen
getroffen konden worden om hen te ontlasten, zou spreker
eerder zijn stem aan de zaak geven. Ik heb er, zegt spreker,
met de dokter over gesproken. Die is een voorstander. Hij
zei tegen me, dat er wel andere dingen zijn, die tot luxe zijn
te rekenen. Ook elektrisch licht. Ik zei: Ja, daar is wel waar
heid in, maar er staat toch tegenover, dat als de zon onder
gaat en de mens zich niet van kunstmatig licht voorziet, hij
dan in het duister is. Dokter zei: Een petroleumlamp kan
dan ook en dat is voordeliger. Ik zei, dat goed licht voor een
huisvrouw in een groot gezin behoefte is en in zo'n geval be
twijfel ik of goed licht luxe is. Dokter zei, dat de waterlei
ding de volksgezondheid bevordert en ik ben dat met hem
eens. Ik zou het echter goed vinden, dat in een gemeente die
aansluit evenzo ten opzichte van de mensen werd behandeld
als met de inkomstenbelasting en die van die belasting vrij
was, dan die ook vrij water geven. Ik weet niet of dat uit
voerbaar zal zijn, maar ik zou, evenals de heer Tromp de
zaak nog willen aanhouden om eerst meer inlichtingen er
over te hebben.
De heer Kostelijk: De heer Poland pleit zo voor het belang
van de arbeidersklasse, maar als hij haar belangen wil die
nen, dan moet hij dadelijk z'n stem geven aan de waterlei
ding. Dat is een arbeidersbelang. Goed licht is nodig voor
een huisvrouw, maar zuiver water is eveneens nuttig.
De heer Poland: Een smerige of onzindelijke vrouw krijg je
nog niet proper al geef je haar 20 waterleidingkranen in
haar woning. Een zindelijke vrouw zal zonder waterleiding
niet onzindelijk worden.
De heer Kostelijk meent, al heeft een huisvrouw goed licht
en ze naait niet, dan blijft het goed toch kapot.
De heer Krom zegt, dat de heer Poland daareven over de
arme mensen sprak, maar dat kunnen we vandaag toch niet
beschiemannen klaarspelen] Ik voel er wel wat voor
maar als het tot aansluiting komt, kunnen we dat nader
overwegen.
De heer Blom vindtdat er wel veel voor leidingwater te
zeggen is.
Voorzitter: Dat in regenbakken weleens verschillende onzui
verheden zijn, zal ieder wel toestemmen. Ik heb straks al ge
zegd, overdenk goed voor gij stemt. Als we weer in ongun
stige zin besluiten, worden we ten slotte belachelijk.
De heer Poland: Ik denk evenals de heer Tromp, om nu nog
geen besluit te nemen en het tot de volgende vergadering
aan te houden.
De heer Kostelijk: De heer Tromp deed daarvoor geen
voorstel.
De heer Tromp: Ik heb het in overweging gegeven.
Voorzitter: Ik zou de heer Tromp in overweging geven om
niet een zodanig voorstel te doen, Er is gelegenheid geweest
al van einde december af om zich op de hoogte te stellen.
De heer Poland vraagt of het niet kan, dat B en W raadple-
De gemeenteraad van Heerhugowaard
heeft er 2% jaar overgedaan om een po
sitief advies voor aansluiting bij het
Provinciaal Waterleidingbedrijf te ma
ken en toen was het nog met de hakken
over de sloot. Maar voordat iedereen in
Heerhugowaard aangesloten is, neemt
nog veel meer tijd. Zo was er in de oor
log geen waterleiding aan de
Groenedijk. Maar als men eenmaal wa
terleiding heeft, wil men het niet meer
kwijt.
gen om de arme mensen te ontlasten en op
de volgende vergadering advies geven hoe
dat het best kan worden geregeld.
Voorzitter: Dat hangt toch niet samen met
het stemmen. Een grens trekken ten opzich
te van arm of niet arm is moeilijk en be
zwaarlijk en ik zou niet een toezegging
daarvoor willen doen. Blijkt het later dat
er werkelijk aanleiding is om sommige
personen tegemoet te komen, dan kunnen
we altijd nog zien.
De heer Poland: Ik maak er een voorstel
van om de arme mensen te ontheffen of re
ductie te geven.
Het voorstel-Poland wordt echter niet ge
steund en komt niet in stemming.
Daarna volgt stemming of tot aansluiting
bij waterleiding zal worden overgegaan.
Met 6 voor en 5 tegen tot aansluiting be
sloten. Vóór de heren Mienis, Met, Blom,
Krom, Kostelijk en Tromp. Tegen de heren
Zuurbier, Wijnker, Van Langen, Borst en
Poland.
Voorzitter: Dus er is besloten om aan te
sluiten aan de waterleiding.
Goedgevonden wordt om in verband met
dit besluit de nodige bijvoeging van de
voorgeschreven bepalingen in de Bouw- en
Woningverordening op te nemen.
Voorzitter zegt, dat de meeste kans wel is,
dat het van Broek op Langedijk door onze
gemeente
langs het Verlaat gaat met de waterleiding.
Of dat het van de Huigendijk af begint,
wanneer zij mogelijk van Oudorp af hier
kwamen, dat kon ook zijn. Dat weet ik niet.
Voorzitter hoopt, dat we veel genoegen van
het genomen besluit tot aansluiting zullen
mogen beleven."