22.
Het Zaanse Waterleidingbedrijf was in
1920 gekocht door de provincie evenals
het waterleidingbedrijf van Alkmaar.
Duidelijk is dat deze krant vindt dat het
particulier initiatief goedkoper kan werken
dan de provincie. Sommige raadsleden
zijn het daar mee eens.
Op 12 augustus 1921 komt de waterlei
ding in de raad. Dat is niet de eerste keer
want in de vergadering van 22 juli is het
al besproken in een geheime zitting. B en
W hebben nog geen standpunt ingenomen.
De bijeenkomst van Het Witte Kruis is be
kend. Toch vraagt de heer Bloothoofd of
Watergebrek levert meer moeilijkheden op zoals blijkt uit een
artikeltje in de Alkmaarsche Courant van 7 juni 1922: "Uit
Heerhugowaard
Evenals het vorige jaar heerst hier door de langdurige droog-
Op 30 mei 1922 staat een ingezonden brief in de Schager
Courant: "De waterleiding is hier verleden jaar in de raad af
gestemd. Maar zouden de heren tegenstemmers geen voor
stemmers worden, als ze zagen wat ik laatst zag, dan men spi
nazie staat te wassen in slootwater en nog wel op een plaats
waar het riool van 4 zinkputten uitloopt, vlak naast de stoep
(een mooie plaats voor de uitloop van een riool). Nu geloof ik
niet en zeker wel niemand, dat die vrouw dat zelf zo plezierig
of in orde vindt, maar watergebrek is hier natuurlijk de oor
zaak en nu begint de zomer nog maar pas. Zou zo iets, en er
gebeurt veel meer van dat, onze raadsleden nu niet tot terug
name van het eens genomen besluit kunnen bewegen.
Bedenk toch eens heren raadsleden wat het zeggen wil geen
water in de bak en geen welput bij de deur, zoals de meesten
uwer natuurlijk wel hebben.
Is het misschien bevorderlijk aan de gezondheid als men, om
dat men zuinig moet doen met het beetje regenwater dan men
nog heeft, met het warme weer z'n lijfgoed 14 dagen aanhoudt
omdat je niet weet waar je in wassen moet en is het soms zo
heerlijk en gezond voor de kinderen als je ze om een beetje
water te winnen, allemaal in hetzelfde sopje wast omdat an
ders de bak dadelijk leeg is.
Ik weet wel, de kosten zijn hoog, maar zo er ooit geld nuttig
uitgegeven wordt, dan is het wel voor dit doel. Want niets is
zo onontbeerlijk dan water en als we straks zonder zitten en
we moeten weer 40 cent voor een bus water geven, is dat dan
niet duur.
Achtend, G. Koster-Meerhof"
er nogal animo is onder de inwoners en vraagt zich af wie de
spreker was. De voorzitter meldt dat er geen stemming is ge
houden bij die vergadering en dat er wel waren die er voor
waren, maar sommigen waren er tegen. De raadsleden twij
felen aan de goede bedoelingen van het provinciaal waterlei
dingbedrijf. Waarom die dwang en de prijzen kunnen zomaar
verhoogd worden en worden nu al duur genoemd. Eigenlijk
willen ze weten of de inwoners van Heerhugowaard de water
leiding wel willen. Er wordt besloten om "de zaak tot een
volgende vergadering uit te stellen."
In de raad van 18 oktober 1921 komt het voorstel van B en W
over de waterleiding in bespreking. B en W stellen voor "om
niet tot aansluiting van de waterleiding over te gaan, omdat
geen garantie gegeven kan worden, dat de kosten niet duurder
zullen zijn." Het advies bevreemdt de raadsleden niet: "Het is
bekend, dat de voorzitter voorstander is en de wethouders te
genstanders zijn van de aansluiting." Soms strooien de raads
leden met percentages, zo zegt raadslid Krom "dat 90% van
de bevolking niet voor aansluiting is." De heer Van der Oord
is, juist om het "Russische moeten" om aan te sluiten, tegen.
Het voorstel van B en W wordt aangenomen met 7 tegen 4
stemmen en dus geen aansluiting!
"het ene kind dient niet te worden gewas
sen in badwater van het andere."
De ongeveer 100 aanwezigen, waarvan 9
raadsleden kregen zo vooral de positieve
kant van de waterleiding te horen.
In Ons Blad: Katholiek nieuwsblad voor
Noord-Holland van 4 augustus 1921 gaat
het over 'Provinciale misère' behalve dat
ze vinden dat de provincie zich niet moet
bemoeien met de waterleiding en rekenen
ze ook voor dat het ook duur is. De bere
kening is als volgt: "Een Zaans blad heeft
uitgerekend, dat praktisch gesproken, de
prijs voor het water de kleine gebruiker
op 0,75per m3 komt te staan. Voor het
kleinste huis nl. rekent men 50 m2 vloer
oppervlakte en een watergebruik van 12
m3 per kwartaal. Dit theoretisch gebruik
komt neer op 940 liter per week, of 135 li
ter per dag; dit is circa 13 a 14 emmers
van 10 liter. Deze 50 m3 worden berekend
tegen het op het eerste gezicht zeer billijke
tarief van 0,25 per m3. Aangezien men
echter van de 13 emmers toegestaan ver
bruik er ten hoogste 3 of 4 gebruikt en de
rest toch betalen moet, komt de prijs per
m3praktisch neer op 0,75 a 1." Van
dit standpunt bezien, is het dus zeer be
grijpelijk, dat men hier (in Zaandam) niet,
zoals b.v in Haarlem of Den Haag, water
voor huishoudelijk gebruik over de meter
kan betrekken. Een prijs van 0,75 a 1
per m3 durft zelfs een provinciaal bedrijf
niet te berekenen. Men taxeert eenvoudig
het gebruik 3 a 4 keer te hoog en laat dan
met een royaal gebaar slechts 0,25 per
m3 betalen. De particuliere maatschappij,
sinds enige tijd overgenomen door de pro
vincie, was een goed renderend bedrijf en
berekende tarieven voor huishoudelijk ge
bruik van ongeveer 1/3 der nu ontwor
pen regeling."