DE BESLISSING TOT AANLEG WATERLEIDING IN HEERHUGOWAARD 21. Betrouwbaar water uit de kraan is voor ons de nor maalste zaak van de wereld. Maar vroeger was het anders. De regenput gaf lekker water, maar het was wel verstandig om het eerst te filteren en te koken en bij droogte was de put soms helemaal leeg en dan werd nog vaak slootwater gebruikt Tijdens een bezoek in 1811 aan Nederland stelt Napoleon vast dat een moderne drinkwatervoorziening prioriteit ver dient. Het verschepen van water is ouderwets en omslachtig. Maar Napoleon heeft eerst andere prioriteiten. Het begin van de waterleiding in Nederland begint in 1845 op het landgoed Huis te Manpad tussen Heemstede en Vogelenzang. Mr. Jacob van Lennep en zijn vrouw Henriëtta Roël genieten van het warme weer en om de dorst te lessen haalde Henriëtta een karaf koel helder duinwater uit de pomp en schonk twee glazen in. Het smaakte heerlijk, veel lekkerder dan het water uit de Vecht dat met schuiten naar Amsterdam werd vervoerd. Dit bracht Van Lennep op het idee om water uit de duinen via buizen naar Amsterdam te vervoeren. Dit moet wel gefinancierd worden, maar de welgestelde Amsterdammers weigeren te investeren. In 1851 lukt het Van Lennep met Engelse geldschieters de Amsterdamse Duinwater-Maatschappij op te richten. Op 12 december 1853 wordt bij de Haarlemmerpoort het eerste duinwater verkocht voor 1 cent per emmer. De aanleg van waterleiding was particulier initiatief en kon winstgevend aangelegd worden in steden. Zo kwam er waterleiding in Amsterdam, maar ook in Den Helder, Alkmaar en de Zaanstreek. Het platteland was onrendabel gebied en moest wachten voor initiatieven tot 1919. De provincie Noord-Holland vat te het plan op om het platteland van waterleiding te gaan voorzien. Als eerste besloot ze het plan om de waterleiding bedrijven van Alkmaar en Zaanstreek te gaan kopen en te vens het duingebied bij Bergen. In 1920 werd daartoe het Provinciaal Waterleidingbedrijf Noord-Holland (PWN) op gericht. Aanleiding voor de provincie om waterleiding op het platteland te gaan promoten was, dat er steeds weer ty- fus-uitbraken in Amsterdam voorkwamen, die terug te voe ren waren naar het schoonmaken van melkgereedschap in sloten. Hoe gingen de gemeenteraden daar mee om? Om een buizennet voor de waterleiding aan te leggen moes ten de gemeenten akkoord gaan. De directeur van het Waterleidingbedrijf moest dan ook in de gemeenten veel voorlichting geven. Als eerste is de gemeente Heiloo aan de beurt, omdat die gemeente gemakkelijk aangesloten kon worden aan het Alkmaarse waterleidingnet. Op 25 maart 1920 wordt met algemene stemmen beslo ten om aan te sluiten en op 22 juli 1920 wordt de waterleiding in Heiloo feestelijk in gebruik genomen. De gemeenten krijgen van het provinciaal waterleidingbedrijf een verzoek om aan te sluiten, maar de gemeenten willen dan wel wat meer weten en daarvoor geeft de di recteur van het waterleidingbedrijf, de heer Oldenborgh, voorlichting zowel aan B en W als aan de raad, maar als er voor lichting aan de bevolking gegeven moet worden, dan is hij daar ook toe bereid. Gemeente Heerhugowaard In de raad van 22 juli 1921 is een missive binnengekomen over drinkwatervoorzie ning. De missive wordt aangehouden tot later. Het Witte Kruis geeft voorlichting over waterleiding en dat wordt gemeld in de krant van 6 augustus 1921. Voor de voorlichting hebben ze de Inspecteur van Volksgezondheid in Noord-Holland en de directeur van het Provinciaal Waterleidingbedrijf uitgenodigd. De Inspecteur benadrukt dat de drinkwater voorziening in vele delen van het land slecht te noemen is, dat de verontreiniging van de daken in de regenbakken terecht komt. Goed drinkwater is in het belang van de volksgezondheid. De directeur van het Provinciaal Waterleidingbedrijf legt uit waarom de Provincie aan het waterlei- dingproject is begonnen. De steden kon den zich een waterleidingbedrijf permitte ren, maar de gemeenten op het platteland niet. Om de waterleiding in de toekomst rendabel te maken moeten ze zorgen dat alle gemeenten gaan aansluiten. Er is daarom een verplichting om binnen 40 m van de hoofdbuis aan te sluiten. In veel gemeenten wordt die dwang tot aansluiten verafschuwt. Hij legt ook nog uit dat bet aling van het waterverbruik via een meter- stelsel de kosten ongeveer 30% duurder maakt en er daarom voor de gewone huis houdens het waterverbruik betaald wordt naar oppervlakte van het huis. De Inspecteur voegt daaraan toe dat een wa termeter het verbruik zal minimaliseren terwijl het voor de volksgezondheid goed is als er ruim water wordt gebruikt, want Tekst: Ab Klomp Afbeeldingen: Archief Henk Komen

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Overhaal: historisch magazine Heerhugowaard | 2020 | | pagina 23