■F1:-1'
OORLOGSNIEUWS IN HEERHUGOWAARD
16.
binnenvielen, was Leo twaalf jaar (1928
2013), was ik elf, Hans acht en Marietje
drie. Marietje heette later Ria. De eerste
oorlogsjaren veranderde er weinig in het
dorp. Later kwam er vanwege de geal-
lieeerde wapendroppings een commando
post in de toren van de Dionysius-kerk en
werden de Duitsers, die het huis van juf
frouw Scholten ernaast vorderden, onze bu
ren. Vader was bang dat de Beemster,
Schermer, Wormer, Purmer en de
Heerhugowaard door de moffen onder wa
ter gezet zouden worden om luchtlandin
gen te voorkomen, zoals met de
Wieringermeer gebeurd is. We zaten im
mers 3 meter onder NAP bij ons huis.
Verder was er de hongersnood, vooral op
het eind van de oorlog. Er moesten vier
kindermonden gevuld worden. We hadden
wel groenten uit eigen tuin. Aardappels,
kool, bieten en rapen konden we in eigen
omgeving krijgen. Dus echte honger heb
ben we niet geleden. Melk konden we bij
een broer van moeder aan het Zuideind met
een melkemmertje halen. Leo en ik liepen
op klompen met twee liter melk door de
heldere vriesnacht. Voor kaas en boter ging
ik op de fiets met Vader mee naar Zuid-
Holland. Op antiplofbanden (repen rubber
uit oude autobanden om de velgen) want
fietsbanden waren er al lang niet meer te
krijgen. Scholen waren gevorderd door de
Een gesprek met Zuster Carissima ofwel Alie Stuijt in
De Overhaal van 2018 leidde tot een verrassende cor
respondentie met een oud-klasgenoot van haar op de
lagere school 'van 't Goddelijk Kind'. Kees van
Leeuwen, ook geboren in 1929 en nu wonende in
Zaltbommel, zag in dit gesprek het Heerhugowaard
van zijn jeugd voorbijkomen:"Ik was al lezende weer
helemaal terug bij mijn roots." Voor mij betekende dit
dat ik al schrijvende in contact was gekomen met een
zoon van de meester bij wie ik in het schooljaar 1950
1951 in de tweede klas heb gezeten. Een mooie aanlei
ding om de correspondentie voort te zetten. Hier leest
u o. m. hoe Kees zich zijn vader herinnert - wie in de
Waard hebben er allemaal niet bij hem in de klas ge
zeten - en hoe hij in de oorlogsjaren aan een kleine,
maar interessante verzameling illegale kranten, docu
menten en vlugschriften is gekomen.
Al gauw kwam in onze correspondentie de vraag naar
voren wie de mens achter meester Van Leeuwen is ge
weest. Aan wie kon ik dit nu beter vragen? Al gauw be
merkte ik, dat de persoon van vóór de oorlog een heel
andere was dan wij leerlingen hem in de jaren vijftig in
zijn nadagen als onderwijzer hebben meegemaakt. Zoon
Kees van Leeuwen vertelt: "Mijn vader, Cornelis Petrus
van Leeuwen, is van 20 augustus 1893. Hij kwam uit
Reeuwijk (Z.H.) en heeft zijn ouders nauwelijks gekend.
Zij stierven beiden jong. Door twee zussen en een jon
gere broer werd hij op een boerderij opgevoed. Hij ver
telde, dat de hoofdonderwijzer hem aangeraden heeft
door te leren in Gouda, waar een normaalschool was,
een soort vervolgonderwijs, verbonden aan een lagere
school. De kwekelingen zaten achter in de klas en kre
gen van de onderwijzers na schooltijd les.
Zo liep hij elke dag van de Reeuwijkse Brug, waar de
boerderij lag, naar Gouda op en neer, 2 x 6 km en vond
een opgewarmd prakje eten, als hij met lessen na
schooltijd om 19.00 a 20.00 uur, 's winters in donker,
thuiskwam. Kortom een harde jeugd. Ik heb veel studie
materiaal en schriften uit die tijd van hem geërfd.
De eerste betrekkingen als onderwijzer waren onbezol
digd. Het hoofd gaf de onderwijzer wat zakgeld om van
te leven. Na militaire dienst als sergeant-schrijver kreeg
hij een baan in Volendam. Later kwam hij in
Heerhugowaard als betaalde leerkracht. Hij leerde er
mijn moeder kennen, Catharina Konijn. Ze trouwden in
1920."
De bezettingstijd in huize van Leeuwen
"Tijdens de oorlog was Vader eind veertiger, begin vijf
tiger, dus niet meer een kandidaat om opgepakt te wor
den voor de Arbeitseinsatz. Hij had een gezin van vier
jonge kinderen. Toen de Duitsers ons land op 10 mei
Kees van Leeuwen bewaarde ondergrondse berichtgeving
-jul f
Kees van Leeuwen 1948
Siem Bakker Nzn
IX