Rijm van vroeger, bij een trouwerij
15.
Als je nog maar pas getrouwd bent
Voor het naar bed gaan zegt je vrouw
Zal je alles wel goed nazien
Mannie ik vertrouw op jou
Als je lieveling alles na ziet
Ben ik gerust en heel verlicht
Als mijn schat niet zo bezorgd was
Deed ik beslist geen oog meer dicht
Heb je Fikkie uitgelaten
Ja mijn honneponnie pop
Deed je kolen op de kachel
Ja schat ik deed er kolen op
Is er overal goed gesloten
Engel daar heb ik aan gedacht
Dank je lieveling nu kan ik slapen
Wel te rusten. Goede nacht
Heb je Fikkie uitgelaten
Ja dat vod was aan de rol
Deed je kolen op de kachel
Ja die ligt hartstikke vol
Is er overal goed gesloten
Ja wat had je dan gedacht
Wat wil je.... Nee hoor ik moet slapen
Wel te rusten. Goede nacht
Als je een jaar of tien getrouwd bent
Komt er iets verandering
Hij zegt niet zo vaak meer engel
Zij zegt ook minder lieveling
Als je 's avonds moe naar huis komt
Wil je het liefste vroeg naar bed
Maar voor dat je in het bed ligt
Dan begin al weer de pret
Opgetekend door Aat Veldman- Heddes uit Heerhugowaard Noord.
Aat heeft dit vers jaren geleden ooit uit haar hoofd geleerd en ze heeft dit
regelmatig bij een trouwerij of een ander feest opgedragen. Zo zie je,
jong geleerd is oud gedaan.
Heb je Fikkie uitgelaten
Mens dat loeder is van jou
Deed je kolen op de kachel
Is dat werk van mij? Ga nou gauw
Is er overal goed gesloten
Mens jou stelen ze niet hoor
Dat had je vroeger moeten zeggen
Hou je kop dicht, je ligt weer op een oor
Als je vijftig jaar getrouwd bent
Is de leeftijd geen bezwaar
En je bent als oude mensen
Aangewezen op elkaar
Als de avond van het leven
Saam kan worden door gebracht
Zijn de zonden van je jeugd vergeven
Vraagt je oudje iedere nacht
Heb je Fikkie uitgelaten
Ja hoor oudje ja die brandt
Dee je kolen op de kachel
Ja die ligt al in zijn mand
Is er overal goed gesloten
Ja ik heb overal aan gedacht
Hier is je warme kruik hoor oudje
Wel te rusten. Goede nacht
Als je twintig jaar getrouwd bent
Wil je graag alleen op stap
Als je dan wat scheefjes thuis komt
Hoor je haar kijfstem al aan de trap
Ben je daar al ouwe boemelaar
Schaam je zwabber van een vent
En even later hoor je vragen
Die je reeds lang van buiten kent