12.
Had hij maar niet zoveel gevraagd, dan zou de situatie aan de
Broekhorn er mogelijk geheel anders hebben uitgezien. De bijdrage
die Blom vroeg, was voor de gemeente Broek te hoog. Klaas van der
Molen, alert geworden door de plannen van Blom, zag zijn tolbrug in
gevaar komen en kwam snel met Broek tot overeenstemming. Klaas
zou alles betalen, want hij was een vermogend man. Op zijn kosten
kwam er een nieuwe verbrede rijbrug en een brede toegangsweg tot
de Dijk. Het kostte de gemeente niets, als Klaas maar het recht van
tolheffing behield. En zo gebeurde het dat in 1905 een bericht in de
Schager Courant verscheen over de verkoop van een koffiehuis met
overzetveer over de ringvaart te Broekhorn behorende tot de nalaten
schap van de heer J. Blom. Uiteindelijk werd in 1941door de verbre
ding van de ringvaart het koffiehuis gesloopt. Met het toenemende
gemotoriseerde wegverkeer werd de tolbrug van Klaas van der Molen
een steeds grotere belemmering. In 1916 besloten de gemeenten van
Broek op Langedijk en Heerhugowaard om gezamenlijk de brug en
de weg aan te schaffen om zo een einde te maken aan de tolheffing.
De brug werd verbreed en geschikt gemaakt voor autoverkeer.
Groenteveilingen
De prijs voor de tuinbouwproducten werd lange tijd bepaald door de
schipper die de handel naar de steden bracht en daar verkocht. Op
een dag in 1887 ging dit anders. De bloemkool werd door een tuinder
uit Broek aan verschillende schippers aangeboden en per afslag ver
kocht tegen de hoogste prijs. Het veilen van tuinbouwproducten was
begonnen. Toch heeft het nog jaren geduurd voordat het veilen van
groenten algemeen geaccepteerd werd. Maar tegen het einde van de
negentiende eeuw was de veilingplaats in Broek het belangrijkste
centrum van de groentehandel geworden. Er ontstonden ook veilin
gen in Warmenhuizen en bij het station in het noorden van
Heerhugowaard. De Langedijker tuinbouwers konden met hun schui
ten gemakkelijk naar de veiling in Broek varen, maar voor hen die
verder woonden was de afstand een grote belemmering. Daardoor
ontstonden er lokale veilingen die wel voor kortere vaartijden zorg
den, maar ook het aantal handelaren zeer verspreidde. De tuinder kon
de beste prijs krijgen waar de meeste handelaren waren en de hande
laren waren weer gebaat bij een zo groot mogelijke aanvoer. Elke
veiling probeerde daarom zoveel mogelijk tuinders aan zich te binden
die dan weer meer handelaren aantrok.
Bossen verdwenen voor tuinbouw
Pas in de tweede helft van de negentiende eeuw ontwikkelde zich in
Heerhugowaard de tuinbouw. Door de groeiende vraag naar tuin
bouwproducten ontstond er behoefte aan meer tuinbouwgrond. We
zien dan ook op de onroerendgoedmarkt in de Waard dat grote veebe
drijven met dertig tot veertig hectare land verkocht werden in kleine
percelen aan een grote groep gegadigden die over wilden gaan op de
tuinbouw. Het werd zelfs lonend om de vele bossen in
Heerhugowaard te kappen. Menig speculant kocht een bosperceel,
kapte het bos, rooide de stronken, bouwde er een stolp en verkocht
dit perceel als tuinbouwgrond aan een tuinbouwer in plaats van aan
een veehouder. De eerste in Heerhugowaard die dit deed was Harmen
Kramer die in 1857 op zijn voor de tuinbouw geschikt gemaakte
grond de boerderij Middenweg 143 bouwde. Velen volgden zijn
voorbeeld. In 1858 werd een deel van het bos aan de Stationsweg ge
kapt. Jan Beers deed dit in 1869 aan de Rustenburgerweg en Cornelis
Graaf bij Middenweg 446. Zo ging het door tot in 1895 het grootste
deel van de bossen in de Waard verdwenen
waren. De kap van bossen in de Waard en
de overstap van veeteelt naar tuinbouw be
gon dus in de jaren vijftig van de negen
tiende eeuw. Dat de overstap naar tuin
bouw in de Waard succesvol was, zal mede
veroorzaakt zijn door de komst van het
stoomgemaal aan de Huigendijk in 1877.
Pas toen kon een constant laag grondwa
terpeil gegarandeerd worden.
Veiling 'Ons Belang' bij station
Voor de Waardse tuinders was de veiling in
Broek slecht te bereiken. Heerhugowaard
was namelijk een rijpolder, geen vaarpol-
der zoals het Geestmerambacht waarin de
Langedijker dorpen lagen. Al het verkeer
in Heerhugowaard ging vanaf haar ont
staan in 1630 over de weg. De veeboeren
dreven hun vee te voet naar de markt in
Alkmaar en zelfs tot in Purmerend. Er wa
ren geen schutsluizen en alleen een over
haal bij Oudorp. De tuinders brachten hun
producten per boerenkar naar de
Broekerhoek. Daar moest alles in schuiten
geladen worden om dan via de ringvaart en
de sluis in Broek naar de Broeker veiling
te varen. Dit was erg omslachtig en kostte
veel tijd.
In 1900 kwamen ruim 60 Waardse tuinders
bijeen in café De Swan aan de
Middenweg. Besloten werd tot de oprich
ting van een groentemarkt aan Broekhorn
met de naam 'Ons Belang'. Er kwam een
veiling bij het station Heerhugowaard.
Deze stond ook open voor de Langedijker
tuinders die varend over de ringvaart naar
de Broekerhoek kwamen en gebruik maak
ten van het spoorlijntje van Swager. De
Waarders zelf gingen naar de veiling bij
het station per boerenwagen. De klachten
over de slechte bevaarbaarheid van de wa
terwegen in Heerhugowaard bleven echter
aanhouden. De wegen in de Waard waren
nooit voorzien van kolken of bruggen zo
dat zij voor het waterverkeer onneembare
barrières vormden. Dit belemmerde de ont
wikkeling van de tuinbouw in deze polder.
In 1902 gaf het polderbestuur opdracht een
plan te maken tot algemene bevaarmaking
van Heerhugowaard zodat iedereen de vei
lingen varend kon bereiken. Het plan
kwam er, maar doortastend waren de pol
derbestuurders niet omdat het zware finan
ciële lasten met zich meebracht.