HET GELDKISTJE VAN DE KLEDINGBEURS We leven op het ogenblik in een periode, waarin internet, bankpassen en pincodes bekende begrippen zijn. Het grootwinkel bedrijf adviseert zelfs om ook kleinere be dragen met de pinpas af te rekenen. Het is nog niet eens zo lang geleden, dat Heerhugowaard een agrarische polder was, waarin de zuivelfabriek eens in de veertien dagen de door de boeren geleverde melk contant afrekende door een enveloppe met inhoud tussen het deksel van één van de terug geleverde lege melkbussen te klem men. Zonder problemen stond de aldus met contanten voorziene bus langs de kant van de weg. Ook de tuinders ontvingen de aan de veiling geleverde producten in con tanten. Op het fietsje werd het rondge bracht door een oudere dame. Ook de ontvangsten en uitbetalingen van de Kledingbeurs verliepen in baar geld. De kledingbeurs was een spontane activiteit van een twaalftal dames, die éénmaal in het voorjaar en éénmaal in het najaar een beurs organiseerden, waarbij gebruikte kleding werd ingezameld, dat een dag later weer aan de liefhebbers werd verkocht. Daartoe werd in De Dreef, achter de Nederlands Hervormde kerk maandags de opgeslagen kledingrekken in de ruimtes van de Dreef neergezet. Dinsdag kon de gebruikte kleding worden ingebracht. De hoofdzakelijk uit dames- en kinderkleding bestaande inbreng, werd door de dames van de kledingbeurs in ontvangst geno men. Gecontroleerd werd of de kleding schoon was en gekeken werd er, of de kle ding geen gebreken vertoonde. Als wat dat betrof alles in orde was, werd in overleg de verlangde verkoopprijs vastgesteld en de naam van de inbrengster genoteerd. Woensdag daarna werd de ingebrachte kle ding aan de man gebracht, of eigenlijk voor het grootste gedeelte aan de vrouw gebracht. In de tijd, dat de beurs plaats vond, genoot het gebeuren een grote be kendheid. Ook al omdat die door kranten berichten was aangekondigd. Het was in die dagen een drukte van belang rond de Nederlands Hervormde kerk. Hordes da mes worstelden zich tussen en door de rijk gevulde rekken, op zoek naar iets van hun gading. Men wist, dat de prijzen niet hoog waren. Vooral op de verkoopdag waren de dames van de kledingbeurs bijzonder druk bezig met het afrekenen van de kleding stukken en met het erop toe te zien, dat er geen kleding op een oneigenlijke manier verdween. Hoewel de prijzen niet hoog waren en het meestal om enkele guldens per stuk ging, was het niet vreemd, als de beurs aan een dagomzet kwam van boven de fl. 10.000,— Alleswerd allemaal contant afgerekend en het geld werd gedeponeerd in een - in die tijd gebruikelijk - ijzeren, brand- en inbraakvrij geldkistje. Dat kistje kon alleen worden geopend door een bijbehorend sleuteltje. Opdat het sleu teltje niet zoek kon raken, was dat met een touwtje aan het hengsel van het deksel van het kistje bevestigd. Handig bedacht! Tot op een goede dag - of was het juist een minder goede dag? - toen aan het eind van de beursdag het kistje werd dichtge klapt. Toen het vervolgens noodzakelijk was om het kistje opnieuw te openen, bleek de sleutel, aan het touwtje, in de dichtgeklapte kist te zijn verdwenen. Dat gaf even paniek, want om het geldkistje te openen, had je juist de sleutel nodig, die zich in het kistje bevond. Alle dames van de beurs stonden met hun handen in het haar. Hoe losten ze die puzzel op? Zij kwamen er niet uit, totdat één van de da mes, Tiny Biersteker, met het voorstel kwam om met het kistje naar Piet Bakker te gaan. Piet Bakker was een telg uit een groot tuindersgezin uit Hoogwoud. Piet was niet één van de oudste zonen van de familie en daardoor was er voor hem geen werk op de bouw van zijn vader. Hij werd postbe- steller in Heerhugowaard en daarna zelf standig ondernemer in de doe-het-zelf branche. Daarnaast was Piet bijzonder Jan Swart, januari 2009

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Overhaal: historisch magazine Heerhugowaard | 2019 | | pagina 56