I
Toernooigeneugten
Deze krachtmetingen, riddergevechten
van 'man-en-paard' tegen 'man-en-paard'
vonden plaats tijdens toernooien. Deze
werden gehouden op een terrein bij een
kasteel of op het landgoed van een edel
man. Voor zo'n toernooi werd er veel zorg
besteed aan een veilige afbakening van
het 'strijdperk', aan riante plaatsen voor de
toeschouwers en aan kleur en fleur met
vlaggen en wimpels. De bekende school
plaat van Johan Isings geeft een indruk
van zo' n tweegevecht op het toernooiveld
waarbij het er heftig aan toe ging. Er wer
den brokken gemaakt, er vielen gewon
den, een enkele keer zelfs dodelijke
slachtoffers.
De op elkaar instormende ridders probeer
den hun tegenstander met de stompe punt
van hun lans uit het zadel te duwen terwijl
zij zichzelf met hun schild zo veel moge
lijk beschermden en bovendien trachtten
zelf in het zadel te blijven. Behalve schild
en lans droeg men een ijzeren pothelm die
het hele hoofd afschermde en slechts een
nauwe kijkspleet over liet. Ook romp en
ledematen werden (deels) door 'ijzerwerk'
beschermd. Het gelaat van de ridder was
in elk geval niet te zien; dus degene die in
het strijdperk trad was onherkenbaar. Wie
nam het daar op tegen wie, moest men
zich afvragen.
Wapenteken
Om dit probleem op te lossen werd daar
om de regel gesteld dat iedere ridder die
aan een toernooi deelnam een soort her
kenningsteken moest dragen, wat trou
wens ook in 'echte' riddergevechten niet
ongebruikelijk was. Dit wapenteken of
embleem werd, eenmaal gekozen, voor
goed vastgesteld en blijvend verbonden
aan de edelman, zijn gezin en nageslacht.
Zo'n wapenteken moest goed opvallen en
dus bestaan uit eenvoudige vormen (blok
ken, balken, ruiten e.d.) met heldere kleu
ren. De tekens moesten bij een toernooi
met zorg worden aangebracht op de wa
penrusting d.w.z.op het dekkleed van het
paard, de helm, de mantel (wapenrok) en
niet te vergeten het schild van de ridder
dat het meest in het oog liep. Zo werd het
ruiterschild een wapenschild, een voor
werp uit het krijgsgewoel een gevaarloos
teken.
Symbolentaal
Dit embleem dat noodzakelijk was geble
ken bij toernooien, werd zo in de loop van
de tijd een soort 'huismerk', een symbool
voor een adellijk geslacht dat ook wel een
blazoen wordt genoemd. Het voeren van
een wapen werd bij de adel zo een alge
meen gebruik een soort statussymbool.
Wat bij de adel 'mode' was geworden,
werd weldra in andere lagen van de be
volking nagevolgd. Steden kozen een wa
pen, waterschappen en de burgerij deden
hetzelfde. Kloosters, kapittels, bisschop
pen en abten deden ook mee. Er werd bij
de keuze en ontwerpen van de blazoenen
nauwelijks gelet op de oorspronkelijk eis
die daarbij gold: gebruik simpele vormen
en heldere kleuren, net als bij vlaggen!
Men ging allerlei symbolen gebruiken in
voeren, dieren en planten e.d. werden af
gebeeld, ook onnodige toevoegingen en
overdaad zag men verschijnen. Het werd
nog erger toen in de 14e eeuw iedere vrije
man het recht kreeg een wapen aan zijn
naam te verbinden. Van burgerlijke wa
pens zijn er dan ook duizenden ontstaan.
Een wapen bezitten betekende uiteraard
geenszins dat men dan tot de adel behoor
de. Tot de 'echte' behoren immers perso-
Toernooiveld.
Schoolplaat J. Ising