STATUS EN SYMBOLIEK VAN DE KNOBBELZWAAN Beerputten leveren een schat aan informatie op voor ar cheologen. Behalve als toilet, werd de beerput gebruikt om allerlei afval kwijt te raken. Naast aardewerk en glas vinden we er allerlei voedselresten zoals zaden, pitten, botten en botjes van vissen, vogels en zoogdieren. De in houd zegt iets over het voedselpatroon van de vroegere bewoners. Bij het spoelen van de vondsten van twee verschillende beerputten in de binnenstad van Alkmaar, aan de Langestraat en de Bierkade, zijn zwanenbotten te voor schijn gekomen. Onlangs tref ik in beerputten aan de Langestraat weer verscheidene knobbelzwaan botten aan. Maar wat vertelt ons de vondst van twee ondersnavels en andere zwanenbotten van de knobbelzwaan? Zwanenresten vinden archeologen vooral bij kastelen. Ook in Alkmaar is in het verleden zwanenbot gevonden, bij kasteel de Nieuwburg. De zwanenresten uit de binnen stad zijn echter niet aan adellijke bewoners toe te schrij ven. Wat voor een betekenis en waarde moeten we nu toekennen aan deze vondsten? Zegt het iets over de status van deze vroegere Alkmaarders? Zwaan als 'edele' vogel Ik zal eerst uitleggen waarom de vondst van zwanenbotten in de Alkmaarse binnenstad zo bijzonder is. Zwanen behoren in de middel eeuwen tot de zogenaamde 'edele' vogels. 'Edele' vogels mogen slechts door de adel be jaagd en gegeten worden. De adel stelt vanaf de 14e eeuw al bepaalde verordeningen vast aangaande het jagen en eten van 'edele' vo gels. Het was een soort vogelbescherming in het belang van de adel, die het jachtrecht voor zich wil hebben. Voor de doorsnee middeleeuwse stedeling is het eten van zwanen dan ook niet gebruike lijk. Dus de vondst van zwanenresten in Alkmaarse beerputten is op zich al heel speciaal. Zwaan en consumptie De zwaan is in de middeleeuwen voor de adel een gebruikelijke consumptievogel bij fees ten, maar niet voor de doorsnee stedeling. Vandaar dat de vondst van zwanenresten in Alkmaarse beerputten zo bijzonder is. We treffen op middeleeuwse rekeningen van bijvoorbeeld de grafelijke rentmeester voor West-Friesland en Kennemerland indrukwek kende aantallen zwanen aan. Deze zijn voor feesten van de graaf aangeschaft, en worden tijdens de feestelijke maaltijd opgediend. Zwanenrecepten vormen zelfs een standaard onderdeel in middeleeuwse kookboeken. Echter, niet alleen de adel eet zwanen. Vooraanstaande burgers en bestuurders consu meren ook zo af en toe een zwaan. Wanneer iemand zwaan kan serveren, geeft dat status. Het is geen alledaags en gebruikelijk voedsel waar de 'gewone stedeling' zich mee voedt, zelfs niet bij feestelijke gelegenheden. In Leiden bestaat vanaf 1472 het gebruik om jaarlijks jonge stadszwanen uit te delen onder bestuurders van deze stad. Zo komen niet- adellijken toch aan de 'edele' vogel. Burgemeesters, schepenen en andere hoge stadsfunctionarissen van de stad Amsterdam kunnen volgens een regeling uit 1549 een maand voor de jaarlijkse kermis bij de be waarder van de Amsterdamse stadszwanen een aantal zwanen bestellen. Als er niet vol doende van de vogels zijn, koopt de bewaar der er jonge zwanen bij. Er wordt veelvuldig van de regeling gebruik gemaakt. De jaarlijk se schenking blijkt daardoor een aanzienlijke kostenpost te zijn. Om deze reden schaft men de schenking van kermiszwanen eind 17e eeuw af. In de loop van de 17e eeuw verliest de knob belzwaan zijn status als zeer speciaal voedsel voor aristocraten en adel. De zwaan staat als consumptievogel niet meer hoog aangeschre ven De Dordtse medicus Johan van Beverwij ck rekent in de 17e eeuw zwanen zelfs tot de weinig gegeten vogels. Hij ver meldt over zwanen dat ze zwaar te verteren zijn en evenals pauwen vooral als tafelversie ringen dienen. De vogel dient men zelfs op in zijn prachtig witte verenkleed. Johanna Maria van Winter, schrijfster van recepten uit de oudheid en de middeleeuwen, vertelt over een bepaald on- Sjaak Waterlander

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Overhaal: historisch magazine Heerhugowaard | 2019 | | pagina 16