Wmrnmwm
Landruggen bij Veenhuizen
Aan de hand van de oudste kaarten van dit gebied (17de
eeuw) en wat we weten over de middeleeuwse geschiedenis
van de omliggende dorpen is het mogelijk een schets te ma
ken van het gebied tussen Langedijk en Veenhuizen, het
huidige De Noord in Heerhugowaard. Uit een oorkonde uit
1250 blijkt dat het noorden van de Waard in die tijd werd
afgesloten door het land van Waarland, een stuk veenland
dat Geddenmore wordt genoemd (Numan, 2015). Hier werd
nog turf gestoken en zout gewonnen. Dit veenland werd
volgens deze oorkonde in het zuiden begrensd door
Bergeswerck. Deze naam vinden we terug op de kaart van
Heerhugowaard uit 1631. Het betreft de voormalige Noord-
Scharwouderpolder, nu het Altongebied in De Noord. Voor
de inpoldering van de Waard was dit een landtong die vanaf
Langedijk ver in oostelijke richting het meer de Waard in
stak. Het oostelijk deel van Bergeswerck heette het Kleine
Geldebos. Er tegenover, op de landtong van Oude Niedorp,
lag het Grote Geldebos. De namen, het Grote en Kleine
Geldebos, doen vermoeden dat deze stukken land eens met
elkaar verbonden zijn geweest en een hoog gelegen landrug
vormden die lange tijd het noorden van de Waard tegen het
water beschermde. Deze landrug is een uitloper van de
Westfriese zandrug (kreekrug of inversierug) waarop de
meeste Westfriese dorpen liggen. De geomorfologische
kaarten laten dit zien. Op een bepaald moment moet de lan
drug tijdens een stormramp door het water van de Waard
zijn doorbroken en is ten noorden ervan
het Amerswiel ontstaan. De naam wiel of
waal duidt op een dijkdoorbraak, die moet
hebben plaatsgevonden voor 1421, want in
dat jaar komen we de naam Ammerswael
voor het eerst in de bronnen tegen (Van
Mieris, 1755).
Werflanden
Op de kaart van Baert Claesz uit 1626,
waarop het meer de Waard en Veenhuizen
staan afgebeeld, zien we vanaf het Grote
Geldebos langs Veenhuizen een rij eilan
den liggen met namen als Nessewerf,
Paardebos en Sappewerf. Deze eilanden
waren groot in omvang. Sappewerf bij
voorbeeld was in haar laatste fase nog 28
morgen (22 ha.) groot en moet in de eeu
wen daarvoor veel groter zijn geweest, ge
lijk de andere eilanden die hier op een rij
lagen (Belonje, 1929). Deze werflanden
zullen eens een aaneengesloten hoger gele
gen landstrook hebben gevormd, mogelijk
een zuidelijke uitloper van de Westfriese
kreekrug. Door zijn hoge ligging heeft de
ze lange tijd het land van Veenhuizen be
schermd tegen het water. Door overstro
mingen oostelijk van de werflanden ont
stond de Veenhuizerwaard, waardoor
Veenhuizen bijna de helft van zijn grond
gebied verloor (260 ha. van de oorspronke
lijke 600 ha.). De landrug van de werflan
den kwam hierdoor los te liggen van
Veenhuizen. Aan de westzijde gebeurde
hetzelfde. Het meer de Waard spoelde gro
te delen van het land weg tussen Langedijk
en de werflanden. Uiteindelijk bleven van
deze werflanden slechts enkele eilanden
over. Deze uitbreiding van het meer de
Waard, welke ten koste ging van veel
grondgebied van Veenhuizen, moet zich
mogelijk voltrokken hebben tussen 1300
en 1400 (Gottschalk, 1971).
We veronderstellen dat de hoge werflan
den, toen zij nog een eenheid vormden met
het land van Langedijk en Veenhuizen, be
woond zullen zijn geweest. Het is daarom
niet uitgesloten dat op deze in het veen-
landschap gelegen landrug de oorspronke
lijke veenontginningsas van Veenhuizen
heeft gelegen van waaruit het gebied ten
Oude Nietlori
foüle NU-clOn-
WTerdiek K
Grote
Geldebos
AmerswieUy^
^®Kleine
TsK^^Geid e bos)
v Bergeswerck
.Nessewerf
Veenhuizen
Paardebos
I
Hel gearceerde gebied is de Westfriese zandrug of kreekrug. Het donkere deel
is het in noordoostelijke richting uitbreidende meer van de Waard. Voor
Veenhuizen zien we op rij enkele eilanden die samen de werflanden vormden.
A/eenhuizer Waard
wKmnzïui--
Langedijk