haar medezusters uit het verleden. Als we weer naar boven gaan, laat zij mij de kapel zien, met stemmig glas in lood, waar zij dagelijks twee keer komt. In de loop van het ge sprek hapert haar geheugen soms wat, maar dan zegt ze: "daar kom ik zo dadelijk wel weer op", en dat doet ze ook. Verhuisd van de Berkmeer naar de Kabel "Wij verhuisden met het al bijna complete gezin naar de Kabel in 1936 of 1937. Theo, de jongste van de zeven, zou in 1940 geboren worden. We kwamen vanuit de Berkmeer, waar we naast het molentje woonden, aan de rechterkant. Links woonde de familie De Kater, die protestants was. Daarnaast weer woonde Cor Weel, in wiens familie veel nonnen waren. Vader was los arbeider. Bij huis had hij een eigen bedoe- ninkje, met kippen, konijnen en geiten, waarin hij ook han delde, en een groentetuin. Wij aten veel uit de eigen tuin. Niek was de oudste, na hem kwamen Peter en Els. Ik was de middelste. Na mij kwamen er nog drie: Adriaan, Mien en Theo. Peter emigreerde in 1950 naar Australië, omdat hij, zoals hij dat zei, als soldaat in Indië geen mensen wilden doodschieten. Hij vertrok dus voordat hij kon worden opge roepen. In 1959 zou Theo ook emigreren naar Australië sa men met twee vrienden, [Niek Wester en Jaap Bes]. Theo woont in Highbury. Wij zijn de enigen van het gezin die nog over zijn. Heer-Husowaard 12 NIEUWE WONINGEN IN EPÉT VERSCHIET. Naar meegedeeld wordt, Is toe stemming verleend voor de aanbeste ding van een twaalftal woningen. Een achttal woningen zullen op de Kabel verrijzen, verder twee in het Noordeind en twee aan het Kruis. Een kleuterschool hebben we niet gehad. Wij woonden in de bocht van de Kabel, in de eerste woninghelft woonden wij, in de tweede Dekker, maar dat huis stond ook wel eens leeg. Iets verder naast ons woonde in een stolpboerderij buurman Bes. In de slootjes speelden we graag met ons schuitje. Mijn moeder heeft verteld dat zij mijn broer Peter, toen hij vier jaar was, eens vanuit huis in zijn eentje heeft zien varen in dat schuitje, tot haar grote schrik. Het meest speelden wij met de kinderen van Marie Cornelissen, die honderd meter vóór ons op de Kabel woonde. De man van Marie was weggelopen en had haar met vijf kinderen laten zitten. Een broer van haar is toen komen inwonen om haar zo te kunnen helpen. De kinderen bleven Groot heten, naar de vader. Met Jopie Groot, buurmeisje en klasgenote, liep ik naar school. Behalve het schuitjevaren waren er de gewone spelen zo als knikkertje, tikkertje en ballen. Een kleuter school hebben we niet gehad. Uit school van daan brachten we soms boodschappen mee uit de winkel van Wijnker aan de Middenweg. Voor mij een bekend gezin, want dochter Ant zat bij mij in de klas. Aan de overkant van de Tocht, de andere helft van de Kabel, kwamen we niet zo veel. Voor de kerk en de school hoorde die kant bij 't Kruis. We haalden wel melk daar en Mien had ook een vriendin aan die kant, een meisje van Beers. Tussendoor gingen we zelfs wel eens te kerk naar 't Kruis. De pan uitschrapen Om beurten moesten we koemelk halen bij buurman Oudhuis, aan de overkant van de Tocht, zelf hadden wij alleen geitenmelk. Die geitenmelk kwamen andere mensen dan weer bij ons halen. In de oorlogsjaren was er bijna niks te eten. Wie van ons de melk had ge haald, mocht de pappap uitschrapen. I— Vlnr achter: Niek, Els, Arie, Mien, Peter. Voor: moeder Geertje Ursem, Theo, Alie, vader Willem Stuijt. De foto is gemaakt in Heiloo, waar Alie in het klooster was, op 19 september 1950, vlak voordat Peter naar Australië zou gaan. Archief Eric Voogt.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Overhaal: historisch magazine Heerhugowaard | 2018 | | pagina 6