ZUSTER CARISSIMA OFWEL ALIE STUIJT VAN DE KABEL Achterin het recente jubileumboekje Priesterzonen van de Dionysius-parochie staat als extraatje een lijst van 'Religieuzen uit onze parochie'. Verrassend is dat er bui ten de namen van de zeventien in het boekje geportret teerde priesters zoveel namen van zusters en broeders op deze lijst voorkomen. Veel meer zusters overigens dan broeders, resp. veertig en negen. Twee namen vielen mij als oud-bewoner van de Lindenlaan in het bijzonder op: zuster Carissima ofwel Alie Stuijt en haar zus Mien of wel zuster Immaculata. Zij woonden op de Kabel toen deze nog geen Lindenlaan was. Tot de Oostertocht ston den er slechts drie stolpboerderijen en vier "gewone" huizen. Alie vertrok in 1947 naar Oudenbosch om in te treden bij de Franciscanessen, achttien jaar oud. Mien volgde vier jaar later haar voorbeeld. Kabelpad, G 137 A, zoals het adres van hun ouderlijk huis luidde, werd in 1949 herdoopt in Lindenlaan nr. 25. Navraag bij Renate Dekker, de samenstelster van het ge noemde boekje, maakte duidelijk dat Alie (1929) tegen woordig in Roosendaal woont, maar dat haar zus Mien (1933) vier jaar geleden is overleden. Eerder hebben Alie en ik elkaar nooit gezien noch onze namen horen noemen, wat ook wel logisch is. Zij vertrok immers voor altijd uit de straat, een jaar voordat wij er kwamen wonen. Mijn ouders, Niek Bakker en Coba Roozendaal verhuisden in 1948 met hun nog groeiende gezin vanaf de Jan Glijnisweg 121, waar ze drie jaar lang in een houten schuur op het erf van Cor Roozendaal woonden naar een nieuw bouwwoning op de "Gaitenkabel". Ik was toen vijfjaar en we kregen huisnummer 9. Het ouderlijk huis De akkers van mijn vader lagen aan de overzijde van de Oostertocht. Om die per schuitje te bereiken liepen of fiet sten we eerst in het verlengde van de Lindenlaan langs de Kabel (die wij geen Lindenlaan noemden) naar het brugge tje over de Tocht. Onderweg passeerden we het huis van "Wullum" Stuijt (wie kende hem destijds niet in de Waard?) en Geertje Ursem ("vrouw Stuijt"), de ouders van onder meer Alie en Mien. Voordat we bij hun huis kwamen, de helft van een dubbele woning van de gemeente, hadden we eerst al de geit van Wullum aan het zeel in het slootkantje zien staan. Als je een praatje met Wullum maakte, ging het al gauw over konijnen die hij aan ons of wij aan hem kwijt wilden. Dat Wullum in van alles en nog wat handelde en hiervoor aandacht vroeg met kleine adverten ties in kranten, wisten wij destijds als kinde ren niet. Dinsdags zagen we hem vaak op de fiets-met-mand-voorop, gevuld met kippen of konijnen, vertrekken naar de markt in Purmerend of daarvan terugkomen. Het gebeurde ook, zoals zijn zoon Theo zich herinnert, dat zijn vader aan de Middenweg met zijn dieren instapte tegenover de Protestantse kerk in een veevervoerwagen- van Bleeker uit de Noord- naar Purmerend. Vaak tegelijk met Klaas Kruier en zijn han del. In vakanties ging ook Theo mee. Zijn zus Els Stuijt was een bijzondere passante in onze straat. Op weg naar haar werk als bus conductrice bij de NACO, altijd keurig in uniform en met fel rood gestifte lippen, was zij voor ons een opvallende verschijning van af de Kabel! Later zou zij gaan werken bij de LUVA, de Luchtmacht Vrouwen Afdeling in Zeist. Opnieuw mooi in het pak! Bij Zuster Carissima op bezoek Alie bleek, toen ik haar ter kennismaking op belde, graag bereid tot een gesprek over on der meer haar jeugdjaren en haar loopbaan als religieuze. Ik zocht haar op in Woonzorgcentrum St. Elisabeth in Roosendaal, dat een gemoderniseerde voort zetting is van een in 1927 gebouwd tweede klooster van de zusters Franciscanessen in Roosendaal. In St.-Elisabeth werden oor spronkelijk zieke en oudere medezusters af komstig van allerlei locaties verzorgd en ver pleegd. Sinds 2007 is het een modern woon zorgcentrum, dat bestaat uit een verzorgings- en verpleeghuis. Hierheen verhuisde Zuster Carissima in najaar 2017 noodgedwongen vanuit haar geliefde klooster in Oudenbosch, dat op punt van sluiten staat. Zij woont nog zelfstandig op de tweede ver dieping, kamer 135, waar zij mij gastvrij ont vangt. Ter onderbreking van het gesprek neemt zij me mee, terwijl zij handig omgaat met haar rollator en met de lift, naar de grote restauratiezaal beneden, waar ze mij koffie en een royale appelflap aanbiedt. Op de im posante lampenkappen in deze zaal zijn zwartwitte groepsportretten afgebeeld van Siem Bakker Nzn

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Overhaal: historisch magazine Heerhugowaard | 2018 | | pagina 5