45. Purmerend. Hij had in 1909 de Beemster verlaten. Zijn beroemdste klant was het Koninklijk Staldepartement, met stallen in Den Haag en Apeldoorn. De eerste 'koninklijke' blik jes lederwas verkocht hij in 1907. Gaandeweg richtte Dirk zich op het bui tenland voor de import van grondstoffen. Als groothandel verwerkte hij vele soorten ruwe wassen. De plantaardige, dierlijke en minerale wassen haalde hij uit Afrika, Azië, Verenigde Staten en Zuid-Amerika. Via 'Fabriek van Chemische Producten v/h D. de Wit Hzn.' werd in 1926 de nieuwe naam 'N.V. Was Import, Export, Fabricatie, voorheen D. de Wit Hzn.'. Rijswijk Het bedrijf verhuisde in 1932 van Purmerend naar Rijswijk. Een leegstaande margarinefabriek bood meer ruimte. En zo zette de voorloper van Paramelt voor het eerst voet in een andere provincie. Jongste zoon Nico de Wit kwam in 1938 in de zaak. Na de dood van zijn vader in 1943 nam Nico het bedrijf over. Na de be vrijding werd de bedrijfsnaam 'Was de Wit'. Vanaf het begin van de jaren vijftig nam de toepassing van uit aardolie gewon nen wassen en van synthetische wassoor- ten een hoge vlucht. Nieuwe soorten microkristallijne was kwamen uit Amerika. Mét de toepassingen in kauwgom en papiercoating. Was de Wit plukte er de vruchten. In 1949 werd een vestiging in Voorburg geopend. Deze loca tie werd later uitgebreid. Met een goed ge outilleerd researchlab ontwikkelde het be drijf nieuwe wassen en productietechnie ken. Elvax In Amerika stuitte Was De Wit in 1961 op het product Elvax, een nieuw copolymeer. Gemengd met was vormde deze kunststof een gemakkelijk op te brengen coating voor karton, papier, folie en films. Elvax en soortgelijke copolymeren werden een belangrijke groep grondstoffen voor Was de Wit. „Dat zijn ze nog steeds voor ons", vertelt technisch directeur Jan Woldhuis (64). De bedrijfsresultaten liepen vanaf 1960 te rug. De marges werden steeds kleiner. Het gebruik van was in een aantal toepassin gen verminderde sterk door de opkomst van kunststofverpakkingen. Bovendien werden Nederlandse producten relatief duur voor het buitenland door sterke lan delijke loonstijgingen. Grote zorgen baar de ook het vooruitzicht dat de rol van ver edeld papier uitgespeeld zou raken. Verkocht Om de continuïteit te waarborgen, werd het bedrijf verkocht aan een grote onder neming. Was de Wit werd in 1963 met 141 personeelsleden onderdeel van de Sikkens Groep NV, de coatingdivisie van chemieconcern KZK, Koninklijke Zout Ketjen. KZK werd in 1969 AKZO. Was de Wit werd een zelfstandige eenheid bin nen Sikkens. Nico de Wit bleef directeur tot 1968. Overnames en fusie staan centraal in de geschiedenis van Paramelt. Aan een van deze samenvoegingen dankt het huidige bedrijf zijn naam. In 1961, dik zestig jaar na de eerste stappen van jonge Dirk de Wit, begonnen in Amsterdam twee onder nemers een nieuw wasbedrijf: Paramelt. Kees Kaper en Leendert Moerland startten aan de Keizersgracht 239 met vijftien per soneelsleden. De beide mannen hadden er varing opgedaan bij wasbedrijf Jonk. De oorsprong van dit Noord-Hollandse bedrijf gaat feitelijk terug naar Dirk de Wit, de eerste 'was-man' in het Parameltverhaal. Meesterknecht Nico Jonk uit Purmerend werkte in de jaren twintig en begin jaren dertig bij de onderneming van Dirk de Wit. Hij ging niet mee toen De Wit in 1932 verhuisde van Purmerend naar Rijswijk. Nico Jonk begon een jaar later zelf was te maken. Koog aan de Zaan Zijn bedrijfsactiviteiten breidden zich snel uit. Ook Jonk richtte zich op import, ex port en handel in oliën, vetten en ruwe pa raffine. Deze producten werden na bleken en raffineren als grondstof geleverd aan de industrie. Wasbedrijf Jonk verhuisde in

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Overhaal: historisch magazine Heerhugowaard | 2018 | | pagina 47