41 ook de vereniging. In 1964 schreef de secretaris: "Door de gestage groei hebben we thans meer dan 1000 leden, echter het blijkt dat in de nieuwe wijken de animo om lid te worden gering is Door verandering van wetgeving e.d. was de vereniging wel verplicht met zijn tijd mee te gaan. In 1986 wordt dan ook besloten om zich aan te sluiten bij het FKB (Federatie Katholieke Begrafenisinstellingen zonder winstoogmerk), teneinde gebruik te kunnen maken van hun kennis aangaande rechtsgeldigheid, bestuursverantwoording, e.d. Om een officiële erkenning te verkrijgen adviseerde het FKB een Koninklijke goedkeuring aan te vragen. Het verzoek hiertoe diende vergezeld te gaan van statuten en een huishou delijk reglement. De kosten bedroegen fl. 100,-nl. de waar de van een zegel welke te verkrijgen was bij het postkantoor. M.b.v. het FKB werd dat op juiste wijze verzorgd en op 4 ju ni 1969 werd daadwerkelijk de Koninklijke goedkeuring toe gekend. Wel diende één van de bestuursleden een schriftelijke cursus "Vakdiploma Uitvaart-verzorging" te gaan volgen. Penningmeester O. Tamis nam deze taak op zich. Het aantal te verzorgen uitvaarten werd steeds meer en niet alleen van leden, maar ook niet-leden riepen steeds vaker St. Barbara te hulp. Van oudsher werd iedereen begraven, maar langzamerhand zijn er ook mensen die gecremeerd wensen te worden. In de notulen van 1966 wordt voor de eerste keer gewag gemaakt van de vraag hoe te handelen bij een crema tie. Besloten wordt een bedrag te vergoeden gelijk aan de kosten van een begrafenis in de eigen pa rochiekerk. Het thuis opbaren ging niet altijd even makkelijk. Er was nog geen goede koe- lingsapparatuur en de na-oorlogse huizen waren ook kleiner. Ook vanwege de toen malige instelling van de mensen tegen over dood en begraven deed de vereniging al in 1967 een verzoek aan het gemeente bestuur tot realisering van een aula. In 1971 was het dan zover. St. Barbara kreeg de beschikking over het voormalige ge bouw van de stichting Openbare Bibliotheek Heerhugowaard, Middenweg 191. Ook de alg. uitvaartvereniging "De Laatste Eer" en het gereformeerde "Draagt Elkanders Lasten" konden incidenteel de aula gebruiken. De begrafenisverenigin gen uit de Noord en 't Kruis hadden geen belangstelling. Ondertussen werd in 1974 het 40-jarig be staan gevierd in café-restaurant Marlène met uiteraard een plechtige Eucharistie viering o.l.v. pastor en geestelijk adviseur Andriessen. Tijdens deze viering werd tevens afscheid genomen van Jan Bruin. Hij was vanaf de oprichting voorzitter en daarom werd hem door de burgemeester Molleman een ko ninklijke onderscheiding verleend nl. Ridder in de Orde van Oranje Nassau. Ook Jan Snoek was al vanaf de oprichting actief. Hij krijgt in 1975 zijn koninklijke onderscheiding. Tot 1976 had Heerhugowaard 6 begrafe nisverenigingen die elk via de kerken hun eigen begraafplaats hadden. Deze werden echter te klein en de gemeente had daar om al in 1970 het plan opgevat om een nieuwe algemene begraafplaats te realise ren. In eerste instantie werd gedacht aan de Molenweg maar uiteindelijk kwam de ze in 1976 tot stand aan de Krusemanlaan. Het plan van de gemeente was om daar ook een Uitvaartcentrum te bouwen. Met zoveel mogelijk belanghebbenden, waar onder St. Barbara, werden besprekingen gestart over de invulling. De meeste aan wezigen vonden de Krusemanlaan niet zo'n gelukkige keus. Men vond een plek in of nabij het Centrum meer wenselijk. Er werd een oprichtingscommissie opge- Flip Tromp in zijn functie als voorloper

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Overhaal: historisch magazine Heerhugowaard | 2018 | | pagina 43