het oude Athene (rond het jaar 50 n.C.). Hij zou de eerste bisschop zijn geweest van Athene en wordt door de Grieks-or thodoxe kerk vereerd als de Hagios Dionysios. Veel kerken in Griekenland dragen zijn naam. Aldus besloot de bis schop dat Dionysius de Areopagiet, een hier oude vergeten Griek uit Athene, de patroonheilige werd van de parochie Heerhugowaard. Als we echter kijken naar de geschiedenis van de naam Dionysius in de Nederlanden, dan heeft de bisschop zich vergist. De naam op de luidklok van Veenhuizen kan niemand an ders geweest zijn dan Saint Denis, de bis schop van Parijs die volgens de legende zijn hoofd droeg. Opmerkelijk is dat het vaandel van de parochie van Heerhugowaard-centrum een Dionysius toont met een hoofd in zijn handen en dat is Saint Denis en niet Dionysius de Areopagiet. Bij dit alles blijft de vraag open staan hoe Veenhuizen aan een luidklok uit 1460 kwam met daarop de naam Dionysius? Die vraag is niet meer te beantwoorden. Is het mogelijk dat de inwoners van Veenhuizen in 1460 een bronzen luidklok lieten gieten bij een klokkengieter met het verzoek deze te voorzien van de naam Dionysius? En waarom Dionysius? Op grond van ouderdom kan Veenhuizen geen patrocinium met die naam hebben gehad. Het lijkt er meer op dat deze luid klok eens gediend heeft in een andere pa rochie in de zuidelijke Nederlanden. Hoe deze dan in Veenhuizen terecht is geko men, blijft onbekend. Niet alle raadsels uit de geschiedenis kunnen worden opgelost. Het blijft speculatief, maar niet ondenk baar, te veronderstellen dat de luidklok van Veenhuizen een tweedehands klok is geweest. Luidklokken krijgen namen Wat kunnen we over de klok zelf vertel len? Omstreeks 700 kwam in Spanje het wijden van klokken in gebruik. In onze streken zou dat op het einde van de acht ste eeuw zijn. Dit wijdingsritueel bleef in vrijwel zijn oorspronkelijke vorm behou den tot de tijd van het Vaticaans Concilie in de jaren zestig van de twintigste eeuw. Het gebruik om een klok een naam te ge ven begint pas goed in de eerste helft van de dertiende eeuw. Na 1200 krijgen klok ken steeds meer een naam en spreken in hun opschrift in de eerste persoon. Men gebruikt steeds alleen de voornaam. Dus geen Sint Martinus, maar Martinus. Luidklokken waren gewijde objecten, ver noemd naar heiligen en werden ook daad werkelijk voor 'personen' aangezien. De bijzondere waarde die aan deze personen werd gegeven, was dat ze door te luiden de duivel op afstand moesten houden, bui ten de kerkdiensten en andere kerkelijke evenementen. Elke klok draagt een inge goten tekst die iets verteld over zijn of haar eigenschappen. Met de Reformatie verdwijnt de sterke personificatie van de klok. Klokkengieters Middeleeuwse klokkengieters waren er in Utrecht, Den Bosch en Mechelen. Sinds 1409 kende Utrecht klokkengieters binnen haar muren. De gieters uit het vijftiende eeuwse geslacht Butendiic waren de be kendste onder hen. Voor het gieten van de Veenhuizerklok komt deze familie in aan merking. De oudst bekende luidklok die in hetklokkengieterscentrum Den Bosch werd gegoten, dateert uit 1373. Daar zou vooral het geslacht Moer (of Moor) tot 1565 ononderbroken luidklokken hebben gegoten. Uit Mechelen is de familie Waghevens beroemd als klokkengieter. De dubbelkoppige ade laar, het wapen van de Duitse keizers, staat op de luidklok van Veenhuizen.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Overhaal: historisch magazine Heerhugowaard | 2018 | | pagina 30