I
V f
Jj
kon niet, zei hij, maar daar nam ik geen ge
noegen mee."
De volgende dag stond Jaap van Langen
om vier uur op en was ruim op tijd in
Eindhoven. Hij keerde terug in
Heerhugowaard met een lening van
120.000 gulden: 60.000 gulden tegen 3,5
procent, de andere helft tegen 2 procent ex
tra. „Zo kwamen we tot elkaar." En hij her
haalt: „Bij 'nee' begin ik te leven."
Koolboxen
De grootste investering volgde in 1977:
1,25 miljoen gulden voor een cel van 30 bij
50 meter en acht hoog. Min 25 graden. Tot
het einde bleef hij pionieren. „In 1974 be
gon ik met koolboxen, kocht er 650. De
boxen waren een revolutie. Die losse kool
was ik zat. In de boxen kon de kool een uit
stekende behandeling krijgen. Ze bleven
goed van 1 november tot 1 juni."
In 1982 stopte Jaap met het koel- en vries
huis. Het was uitgebreid tot 50.000 kubieke
meter. Zoons Sjaak en Niek - een tweeling -
zetten het bedrijf als huurder voort. Tien
jaar later werden zij eigenaar. Sinds 1996 is
het bedrijf in andere handen, buiten de fa
milie. De naam bleef Koel- en vrieshuis
Gebr. van Langen.
Werktu igcncoöperatie
Gedurende tien jaar combineerde Jaap van
Langen het koel- en vrieshuis met een
Jm
m
werktuigencoöperatie, van 1952 tot 1962.
„Ik was de zaakvoerder. De coöperatie be
gon met één trekker. Al snel hadden we er
vier. Ik ben gestopt toen de mestversprei-
ders zich aandienden. Mestverspreiders en
kool onder hetzelfde dak, dat ging niet."
De werktuigencoöperatie is toen verder ge
gaan in een hal aan de Harlingerstraat. Jaap
van Langen had daar twee hallen gezet. Een
van de hallen verhuurde hij aan de organi
satie BB, Bescherming Bevolking. De BB
sloeg daar blikken biscuit op, te gebruiken
in tijden van nood. Jaap had deze lucratieve
huurder te danken aan zijn goede contacten
in Den Haag.
LTB
De wereld hield voor Jaap van Langen niet
op bij zijn bedrijf. Anders had hij nooit ko
ninklijk goud verdiend en had buurmeisje
Miranda niet zo'n leuk brieije geschreven.
In 1957 volgde hij Klaas Oudeman op als
voorzitter van de LTB-De Noord en trad
daarmee in de voetsporen van zijn vader.
Het kostte tuinder Jaap Pronk geen moeite
om twintig ondersteunende handtekeningen
op te halen.
„Ik wilde best voorzitter worden, maar zei:
'Joös, ik ga niet zomaar op die stoel'. Er
moest veel overlegd worden. Met andere
LTB-afdelingen, met de gemeente, de pro
vincie, het Rijk. Ik zag dat er in
Heerhugowaard veel aan de hand was op
agrarisch terrein. In het centrum zaten veel
niet levensvatbare bedrijven. Met anderhalf
tot twee hectare, aardappelen en kool. Veel
te klein. Een miserabele toestand."
„Tien jaar crisis en vijfjaar oorlog hadden
in Heerhugowaard diepe sporen achtergela
ten. De polder was op achterstand geko
men. Het lukte niet om die goed te maken.
De ouderen geloofden het wel, waren moe.
Zij waren kopschuw gemaakt. Het was
prieken. De jongeren zagen geen perspec
tief. Dat kon zo niet langer. De agrarische
stand in De Waard holde achteruit. Velen
zagen er geen heil meer in en vertrokken
naar de Hoogovens en de havens."
Voor de kar
Tuinbouwconsulenten moesten worden in
geschakeld. Landbouwconsulenten en ande
re deskundigen moesten agrarisch
Heerhugowaard uit het slop halen, nieuw
elan geven. Met geld uit Haarlem en Den
Haag, dat had Jaap van Langen voor ogen.
Jaap van Langen als be
stuurder.