gewacht. Hij vraagt zich af of de hele fa milie in Holland nog in leven is want in twee jaar kan er heel wat gebeuren, ten minste bij ons. Wij hebben eergisteren ons enig zoontje, negen maanden oud, naar het kerkhof gebracht. Dat is nu onze tweede Jaap. Hun eerdere zoon Jacob (Jaap) is dus blijkbaar eerder overleden. Natuurlijk vragen ze zich af hoe het Jansje gaat, of ze al lezen en schrijven kan en of zij nog weet dat ze een vader en moeder en twee zusters, Trijntje en Antje, in Amerika heeft. Er komen nogal veel nieuwe Hollanders die vertellen dat alles in Holland zo duur is. Hij schrijft dat er in Holland geen mens is die zich een denkbeeld van Amerika kan maken. Ook hier is in de grote steden alles duur. En dan het vervoer; treinen met wel 80 wagons. In de passagierstreinen branden in een wagon 's winters twee kachels. Er zijn slaapwagons en "dinner cars" waar men elk uur van de dag warm kan eten. Hij vraagt hoe het met Jan Wokke en zijn kinderen is. Waar P. Goudsbloem woont en of Jan Goudsbloem hen eens wil schrijven. Ze vragen of het mogelijk is om een portret van Jansje en peet Griet te sturen. Dat krijgen ze een paar maanden later toegestuurd. Dochter Trijntje wordt a.s. zondag aangenomen. Er zijn drie ka tholieke kerken en nog vele geloven waar men in Holland nog nooit van gehoord heeft. Het onderwijs is goed en Trijntje heeft goed geleerd op school. Ze leest en schrijft Engels, Duits en Hollands. De laatste brief uit dit archief is van 9 december 1874 waarin Betje schrijft: Heden den 10e december trof mij weder een rampzalige slag om mijn dierbare man door den dood te verliezen. Nu zit ik met mijn twee dochters alleen en ik lijd veel. Drie jaar terug mijn dierbare zoon verloren waar ik zoveel verwach ting van had. Ze vraagt of ze uit Holland bidprentjes willen opsturen want dat kennen ze in Amerika niet en ze eindigt met het ver zoek om Jansje te vragen elke avond voor haar vader te bidden. Maar hoe ging het verder met de moeder en haar twee dochters, Trijntje en Antje. Uit wat aanvullend onderzoek is duide lijk geworden dat de beide zusjes zijn te ruggekeerd naar Holland. Hoe het met moeder is afgelopen weten we niet. Trijntje heeft in Heiloo en Alkmaar ge woond. In een dienstboderegister uit 1916 wordt ze aanvankelijk vermeld als Catharina. Dat is doorgestreept en gewij zigd in Trijntje. Beroep; herstelnaaister. Ze is ongehuwd. Ze overlijdt in 1941. De overlijdensaan- gifte vermeldt; Overleden te Heiloo, 6 januari 1941. Trijntje Wokke, oud 80 jaar, geboren te Heerhugowaard, wonende te Heiloo, on gehuwd, dochter van Wokke, Pieter en Stam, Elizabeth beiden overleden. Antje trouwt 19 mei 1889 te Alkmaar met Willem Borst uit Warmen- huizen, van beroep schoenmaker. In de trouwakte worden als ouders genoemd; Pieter Wokke en Elizabeth Stam. Ze overlijdt 7 augustus 1903 op 41-jari ge leeftijd in Alkmaar. En hoe ging het verder met Jantje? Hoewel zij altijd in Nederland heeft ge woond is er maar weinig over haar be kend. Ze is ongehuwd en heeft o.a. in Wognum gewoond. Ze komt in 1947 bij de familie Borst in Bergen in huis. Een jaar later overlijdt ze daar, 84 jaar oud. Links achter op deze familiefoto Willem Borst die in 1889 trouwt met de uit Amerika teruggekeer de An tje Wokke. Deze foto is uit onge veer 1937

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Overhaal: historisch magazine Heerhugowaard | 2017 | | pagina 38