OPGRAVING MIDDELEEUWSE KERK VEENHÜIZEN
Het is zaterdag zes maart 1965. De slopers staan klaar.
De plaatselijke aannemer, tevens lid van de kerkvoogdij,
laat weten dat sloop onvermijdelijk is. Er moet en zal
een nieuwe kerk komen, passend bij de moderne tijd. De
bouwer is dezelfde die de sloopwerkzaamheden voor zijn
rekening neemt en zijn zoon is de architect van de nieu
we kerk. De sloop komt nog wel even ter sprake bij de
gemeente Heerhugowaard, maar die wil eerst wel eens
weten wie die vreemde snuiter, de heer Van Brederode in
dat verre onbekende Veenhuizen, nou eigenlijk was. Is
het wel de moeite waard daar nog wat woorden aan te
besteden? Als het binnen de gemeenteraad dan eindelijk
ter sprake komt, wordt het meteen van de agenda afge
voerd omdat de kerk inmiddels in puin ligt.
De Veenhuizenaren hebben het geweten
dat ze hun godshuis moesten verliezen.
Doffe slagen klonken dagenlang over het
dorp. Ooggetuigen zagen de ene sloper
na de andere met stapels leien over het
naar verluid uiterst rotte dak heen en
weer draven. Twijfels of de kerk echt wel
zo rot was, werden nog versterkt toen de
slopers de grootste moeite hadden om de
toren af te breken. Op zondag ging de
sloop in alle haast door. Krantenberichten
uit die tijd vertellen dat de graftombe in
weer en wind was blijven staan, slechts
beschermd door enkele balen stro. Altijd
was ontkend dat zich onder de tombe een
grafkelder zou bevinden. Op 21 oktober
ontdekte de sloper dat er toch een graf
kelder lag. Er werden menselijke resten
gevonden. Een deskundige ter plaatse
constateerde dat het hier in ieder geval
om een vrouw en een man ging met
meerdere botten. Mogelijk waren dit de
stoffelijke resten van Reinout van
Brederode en zijn vrouw. Goed onder
zoek was niet mogelijk. Oponthoud kost
te geld. Twee dagen later werd het dek
van de grafkelder kapot geslagen, de ge
vonden botten in het graf gegooid en ver
der dichtgestort met puin zonder enig re
spect voor wat mogelijk eens de heer van
Veenhuizen was. Een laag grond en een
grasveld onttrok het zicht op de laatste
rustplaats van deze familie. Sindsdien is
er jarenlang sprake geweest van een in
ere herstellen van dit graf en de resten
van de overledenen daarin.
Grafkelder
In 2016 is het dan eindelijk zover. De ge
meente Heerhugowaard stelde geld be
schikbaar voor een opgraving van de
grafkelder door Hollandia archeologen.
De zeventiende-eeuwse grafkelder werd
gevonden en de archeologen konden zich
een beeld vormen hoe buitengewoon on
zorgvuldig in 1965 met de inhoud was
omgegaan. Er werden tien (fragmentari
sche) schedels gevonden, waaronder die
van een kind. Van twee schedels was nau
welijks iets overgebleven. Met een DNA-
onderzoek is geprobeerd de identiteit van
de menselijke resten die zijn aangetroffen
te achterhalen. Door mogelijk eerdere
grafruimingen is het voorstelbaar dat bot
ten van de Van Brederodes vermengd zijn
met botten van de plaatselijke bevolking.
Naast die van een negenjarige jongen zijn
nog drie van de tien schedels met zeker
heid aan mannelijke individuen toe te
schrijven. Een met een sterfteleeftijd tus
sen de 22 en 34 jaar en twee met een zeer
globale schatting van overlijden tussen de
40 en 80 jaar. Het onderzoek leidde niet
tot een zekere toeschrijving van de resten
aan Reinout van Brederode, zijn vader of
Henk Komen
De in 1862 ge
bouwde kerk van
Veenhuizen welke in
1965 werd gesloopt.