19. LOF VAN EEN WATERMOLEN Een molen is een seldsaem dingh, in Polders past hij sonderlingh, maer tot Cieraet, voor prael of pragt soo wert hij niet met al geagt dus dient wel op het stuck gelet waer dat een Molen wert geset. Als hij met kennis wert geplant, is hij den fleur van 't Vaderlant, schickt al sijn werck op steeck en maet soo dat hij na proportie gaet; dan schaft hij spijs voor loenseh en Vee ick noem hem Salus Patria. Hij drijft het gras en klaver uijt. Hij maeckt dat al 't geboomte spruijt. Hij schaft ons honich ende was. Hij vordert al het veltgewas. Hij schaft ons melck, hij schaft ons broot. Hij schaft ons kruijden voor de doot. Int eijnd voorsiet hij al dat leeft en 't geen een Mensch van nooden heeft. Toelichting: seldsaem: ongewoon sonderlingh: belangrijk, gewichtig én bijzonder wert niet met al geagt: niet alleen bedoeld als het stuck: de plek wert geplant: werd neergezet den fleur: de bloem op steeck en maet: exact gemeten na proportie: gelijkmatig schaft: verschaft Salus Patria: Heil van het vaderland drijft uit: laat groeien vordert: bevordert (doet groeien) kruijden voor de doot: om de dood te verzachten in 't eijnd: uiteindelijk van nooden: nodig

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Overhaal: historisch magazine Heerhugowaard | 2017 | | pagina 21