17. Dokter Spiering zat in een huis waar nu nog een huisarts in zit voorheen dokter Twisk. Op negenjarige leeftijd ben ik met mijn vingers tussen een hekelmachine terecht gekomen en moest naar de dokter, dat was dr. Spiering. Dat is toen goed afkomen, ik had nog van die dunne vingertjes dat het kon geen last. Ik heb er nog een kromme vinger daarvan overgehouden. Er waren hier twee politieagenten, Bleijendaal en Visser en dan had je nog stille politie. Bleijendaal woonde aan de linkerkant van het oude stadhuis met die trapgevel, er te genover stond het armenhuis van de ge meente. Als je helemaal niets meer had kon je daarheen en kon je er de laatste da gen van je leven slijten. Je was dan aange wezen op de giften van de dorpsbewoners. Er waren geen bejaardenhuizen, nee, ar menhuizen daar kon je heen als je oud en op was. Soms trokken de ouders bij de kinderen in, er waren vaak toch genoeg kinderen! En zo gaan we verder, ik vraag aan Dirk waren er in die tijd (±1930) ook slagers in het dorp? Ja zeker zegt hij, wij hadden een slager op de Langerijs in Veenhuizen die heette Klaas Zeeman, voordat hij er zat was er een die heette Ott eigenlijk was het een krengenslager hoor, het zieke en dode vee werd daar geslacht en gekeurd. Als er een rond stempel op kwam was het goedge keurd voor consumptie, een driehoekig stempel was voor het afgekeurde vlees. Er zat er ook een bijna aan het end van de Van Veenweg hier in Heerhugowaard maar ook nog een in Oude Niedorp. Dirk is, zoals ik wel vaker zie bij oudere generaties, geïnteresseerd in de historie van het dorp en de geschiedenis. Hij heeft dan ook verschillende boeken over oud Heerhugowaard en oud Veenhuizen. De oude foto's zijn bij zoon Lou terecht geko men, dus daar moet ik zijn voor de mooie plaatjes. De naam Stuurman was volgens mijn va der eerst Steurman, het graf van mijn opa is er nog en ligt in Zuid-Scharwoude, van mijn vader ligt dat hier in Heerhugowaard. Van mijn vrouwskant is het graf er ook nog, die heette Leegwater. Het graf ligt in Hensbroek/Obdam. Lou, de zoon van Dirk zegt ja, daar ligt ook nog een opa van mijn opa. overleden/begraven 1901, dat was een Leegwater. Waar de opa van mijn moeder ligt is ons niet bekend. Dirk neemt het weer over en vraagt; "Weet je waar de spreuk; Het hemelvuur sloeg mij te neer, door rappe hand verrees ik weer, staat?" Nou, zegt Dirk, dat staat aan de Molenweg bijna aan het end. Ik zal je wat vertellen, het staat er wel op maar het had niet eens ge-onweerd! Het suggereert dat de boerderij is afge brand door een bliksem inslag maar dat is dus niet waar! De zoon van die boer, Leegwater, dat was familie van mijn schoonvader, komt een keer bij mijn va der, het was een hele oude boerderij. Mijn vader zegt tegen dat jong, jullie hebben er een mooie boerderij voor terug gekregen, zegt dat jong, van een mooie boerderij kan je niet eten! Evert Schoen was toen de boer op die hoeve. Zijn broer woonde hier even over het spoor in het café. Het oude stadhuisje, ja dat heb ik nog goed gekend hoor, dat is gebouwd in 1915. Ik dacht dat het zo rond 1965 is ges loopt. Er tegenover stond het armenhuis, aan de Raadhuisstraat. Toen Heerhugowaard ging groeien werden er noodwinkels gebouwd in de Raadhuisstraat een stuk of 3 a 4. Dat was zo 1968 tot 1974. Die noodwinkels ver huisden later naar Centrumwaard, waar nu de supermarkt zit was toen het "nieuwe stadhuis" met een klokkentoren. Heb je wel eens gehoord van café de "Koffïemolen"of van de "Hengstman" die waren er ook nog in Heerhugowaard. Ik zeg tegen Dirk, ik vind het nogal wat, als je 96 jaar oud bent en je woont nog steeds op jezelf, ja, ja zegt Dirk. Maar ik wordt wel in de gaten gehouden hoor, ik ben natuurlijk een man van de dag! Wil je koffie vraagt Dirk, nou graag zeg ik en Dirk neemt zijn dagelijkse medicinale jonkie. Ik raak in gesprek met zoon Lou en als ik even later naar Dirk kijk zit hij te slapen, het was toch wel een vermoeiend gesprek voor hem.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Overhaal: historisch magazine Heerhugowaard | 2017 | | pagina 19