Weigerde men werk in de werkver
schaffing of kon men het lichamelijk niet
meer aan dan viel men automatisch onder
de armenzorg.
De laconieke opmerking in de gemeentelij
ke stukken beveelt aan om bovengenoem
de man verder te laten werken in de
Wieringermeer.
Tegelijker tijd zat de schoonzoon van deze
steuntrekker in Arnhem in de gevangenis
en werd aan onze arbeider ook nog ge
vraagd om te helpen met het onderhoud
van zijn dochter met 6 kinderen. Aan haar
werden per week van het Rooms
Katholieke Armbestuur 2 gulden uitge
keerd en 4 gulden van het Burgerlijke
Armbestuur. Meer was niet mogelijk van
wege de vele en grote uitgaven aan armen
van de gemeente.
Verdere maatregelen waren o.a. het fiets-
plaatje. Met zo'n plaatje met een gaatje er
in hoefde men geen fietsbelasting te beta
len. Iedereen kon dan natuurlijk zien dat
men werkeloos was en bij de werkver
schaffing zat.
Ondanks de steun probeerden mensen van
alles om aan geld te komen zoals het ver
kopen van eieren op straat, bloemen uit ei
gen teelt en het beroep van de rondtrek
kende venter.
Particuliere en kerkelijke hulp
De particuliere hulp aan werkelozen ge
beurde op basis van liefdadigheid. Dit zijn
b.v. hofjes en financiële hulp voor de ver
blijven van oude van dagen. Bij deze zorg
waren hoofdzakelijk het Leger des Heils,
de Odd Fellows en de vrijmetselarij be
trokken. Uiteraard waren er ook nog ande
re, persoonlijke initiatieven. Men deelde
soep en kleding uit aan de werkelozen.
Deze kleren waren meestal versleten en
duidelijk herkenbaar als afdankertjes.
Sokken met rode randjes, schoenen met
gaatjes, ondergoed met een stempel.
Het zwaartepunt van de zorg lag bij de
kerken. Die hadden hun eigen armenbe
stuur, weeshuizen, gasthuizen en instellin
gen voor ouden van dagen. Juist roomska-
tholieke orden en congregaties werden ac
tief. Ook de katholieke Vincentius-
vereniging en de diaconessen probeerden
te helpen. Maar zelfs aan de hulp van de
ze organisaties kwam uiteindelijk een eind
ïttnru
Werkelozen moesten
een of twee keer per
dag gaan stempelen
Hl EK