42.
moesten altijd helpen, de kolenkit te vullen enz. We zagen
dit natuurlijk alles door de ogen van een kind.
Ik denk dat het aan het eind van de oorlog gebeurde. Het
huis van de tantes werd gevorderd door de Duitsers. Zij
moesten er natuurlijk uit en gingen bij hun zuster Jansie
wonen, de vrouw van slager Kees Jong, naast café Halfweg.
De slagerij was achter de winkel. Als er een koe of een var
ken werd geslacht trok dat altijd veel bekijks door de kinde
ren uit de buurt. Later kwam slager Van Schie er in en nu
zit daar Hank Groot.
Na de oorlog ging ik met mijn vader naar het huis van de
tantes om te kijken hoeveel schade er was aangericht. Ik zie
het nog voor me, een groot gat in de vloer. De Duitsers had
den vuur gemaakt in de voorkamer, wat een toestand. Het
huis was uitgewoond. Alles moest opnieuw worden behan
gen en geschilderd.
Naast de tantes woonde de familie Zut, deze buurman was
ook hun tuinman.
Na de oorlog was er veel woningnood, de tantes hadden dan
ook vaak "kostgangers" dat waren altijd onderwijzers die
les gaven aan de school aan de Hondenweg en geen huis in
Heerhugowaard konden krijgen.
Als we jarig waren, konden we niet wachten tot de tantes
kwamen, hun cadeautje was meestal een boek met mooie
kleurige platen. Toen ik 13 werd kreeg ik iets bijzonders,
een ringetje dat van hun moeder was geweest, dus de oma
van mijn vader, ik heb het nog steeds, het is een kostbaar
kleinood. Bij de tantes mochten we ook altijd stoeltje zetten
met Sinterklaas, meestal waren het wollen wanten en sok
ken of iets anders bruikbaars voor in de winter, maar ik
werd één keer heel erg verrast. Ik kreeg een hele mooie on
derjurk met kantjes om de hals. Tante Annie en tante Alie
hadden dit alles gemaakt.
Pastoor Sprenger was in die tijd de pastoor van
de Dionysiuskerk. Hij zou een jubileum heb
ben en er moest van alles worden vernieuwd in
de kerk. Er moesten smyrna kleden komen op
het altaar en diaken en misdienaars moesten
nieuwe kleding hebben. En jawel hoor, de da
mes Scholten werden gevraagd om het een en
ander te ondersteunen. De kleding van de dia
ken en misdienaars werden langs de hals en
mouwen met mooie kruissteken geborduurd. Er
werden mensen in groepjes gedeeld, iedereen in
de parochie heeft er wel aan meegeholpen om
het geheel tot een goed en mooi einde te bren
gen.
Voordat wij naar Australië gingen hielp tante
Annie met het naaien van nieuwe zomerkleren
voor ons allemaal. Het ene jurkje was nog
mooier dan het ander, ze had er zelf ook plezier
in om het te maken. Het waren echt twee hele
lieve mensen.
Ik gaf mijn wollen winterjas weg, en het eerste
wat ik nodig had toen we aankwamen in Port
Melbourne, juist een warme jas. We wisten toen
niet hoe het weer in ons nieuwe vaderland was.
Waar ik nu woon is het 4 maanden van het jaar
koud en 30 km. verderop zijn er ski-fields.
Tante Alie, de onderwijzeres, was nog niet zo
lang gepensioneerd toen ze in 1962 stierf. In
1967 ben ik met mijn dochtertje Rhonda toen
5 jaar, naar Nederland en natuurlijk naar
Heerhugowaard geweest. We bleven net als
vroeger een nachtje bij tante Annie in het huis
in de bocht aan de Middenweg slapen. We heb
ben toen heel wat oude koeien uit de sloot ge
haald. Tante Annie ging later naar "Hugo Oord"
voor de laatste jaren van haar leven, ze overleed
in 1972.
Het leven van de dames Annie en Alie
Scholten, was heel belangrijk in de eerste jaren
voor de kinderen van Cor en Gerie Scholten-
Groot. Een goed voorbeeld gaven zij, zonder
ophef of poespas. Het mooie huis aan de
Middenweg werd verkocht aan de familie Tinus
Jak. Het is nog steeds een mooi modern huis
dat in "de enige bocht" van de Middenweg
staat.
Voor mij is het nog altijd een heel bijzonder
stukje Heerhugowaard, met prachtige herinne
ringen.
De Van Veemveg gezien vanaf de Dreef. Het huis met het
kruisje was van de dames Scholten