38. reeks grote eilanden met van noord naar zuid de na men: Nessewerf, Paardebos, Sappewerf, Lutkebos, Langebos, Driecantebos en Pottenbos. Verondersteld wordt, ook gezien de naam 'werf dat deze werflan- den voormalige huiserven waren zoals we die gezien hebben bij Hensbroek. Werf duidt oorspronkelijk op 'verhoogde grond; een natuurlijk dan wel kunstmatig gevormde hoogte'. Naderhand werd ook een hoogte waarop een hoeve of huis stond een werf genoemd. Maar van huiserven kan hier geen sprake zijn. Daarvoor waren die eilanden veel te groot. Op de kaart van 1626 zien we sommige ervan die vele hec taren beslaan. Die eilanden zullen eens een noord zuid gerichte verhoging in de Waard hebben ge vormd die het oostelijk ervan gelegen land van Veenhuizen lang beschermde tegen het water. De werf- en bosnamen zullen ze in een latere tijd heb ben gekregen, toen de landengte in eilanden uiteen was gevallen. Wanneer het land tussen Veenhuizen en de werflan- den onder water kwam te staan, is niet bekend, maar op een bepaald moment kwam deze landstrook los te liggen van Veenhuizen en ontstond 'het verdronken land van Veenhuizen' of 'de Veenhuizerwaard'. Na de inpoldering in 1631 kwam hier de Veenhuizerweg te liggen. Bergeswerck Ten oosten van Noord-Scharwoude stak een groot stuk land in oostelijke richting de Waard in. Dit land wordt al in 1250 Bergeswerck genoemd. Volgens De Cock ontleent dit gebied zijn naam uit de tijd van de veenontginningen tussen 900 en 1100 toen dit gebied vanuit Schoorl en Bergen werd ontgonnen27. Op het meest oostelijke deel van Bergeswerck lag het Kleine Geldebos en er tegenover, gescheiden door water lag bij Oude Niedorp het Grote Geldebos. Beide namen doen vermoeden dat deze vroeger een eenheid vormden en als landbrug tussen Langedijk en Niedorp het noordelijk deel van de Waard afslo ten. De geomorfologische kaart (blad 14 en 19) toont hier namelijk een oost-west gelegen uitloper van de Westfriese inversierug in de Waard. Deze landstrook moet eens door het water zijn doorbroken waardoor Amerswiel ontstond. In een oorkonde uit 1421 komt voor het eerst Ammerswael voor28. De doorbraak moet echter veel eerder plaats gevonden hebben. Als deze landbrug tussen Langedijk en Niedorp er in 1300 nog lag, dan zouden de graven van Holland de ze toegang naar Niedorp, het hart van de Westfriese opstanden, toch wel gebruikt hebben. De kroniek schrijvers noemen deze niet, alleen de toegangen naar West-Friesland via de Rekerdam en Schagen of via de Huigendijk. Opmerkelijk is echter het besluit van Willem II om in 1256 het bezit van Willem van Egmond, namelijk Oudkarspel, Spanbroek, Wadwaij, Oudorp en Oterleek, terug te nemen. In ruil daarvoor kreeg Van Egmond de rechten van Warmenhuizen29. Graaf Willem bezat met Oudkarspel en Spanbroek een eventuele doorgang aan de noordzijde van de Waard via Bergeswerck, het Geldebos, Oude Niedorp, en de Maydijk in Veenhuizen, welke aan sloot op de Lage Hoek naar Spanbroek. Met Oudorp en Oterleek beheerste de graaf de zuidelijke toegang naar West-Friesland. Dit kan een verklaring zijn voor Grote iNcWscwcrf Supped erf Broek- of Berkmrerjiy'"^ In het noordelijk deel van de Waard lag de meeste grond. Reconstructie naar kaarten uit 1575 en 1626. De blauwe kleuren in de Waard geven schematisch de opeenvolgende fasen weer van de uitbreiding van het water in noordoostelijke richting. De groene kleur bij het Grote en Kleine Geldebos en bij Oude Niedorp en Terdiek geeft de uitlopers van de Westfriese inver sierug weer. Deze inversierug beschermde als hoge landrug lan ge tijd het noordelijk deel van de Waard tot de doorbraak (pijl), waardoor Amerswiel ontstond. Met het bezit van Oudkarspel, Spanbroek en Wadwaij beheerste Willem 11 in 1256 de noordelijke door gang door de Waard en met Oudorp en Oterleek de zuidelij ke toegang. fmt't Mwricn McuHf V iOuJc Niedorp Vkrtlarp Hoogwoud BarcnLmpfl Opmeet Kwijn Berkhout Oifri«*k Barsingerhorn Bergen

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Overhaal: historisch magazine Heerhugowaard | 2016 | | pagina 40