34. eerder aan de stormvloed van 11705. Wat zich pre cies in die jaren in deze streken heeft afgespeeld, ontgaat aan onze waarneming, maar stellig mag wor den aangenomen, dat de al eerder ingezette landver- nieling door de stormvloeden van die jaren in om vang toenam. dat Bergeswerck nog aansloot op het land van Waarland en dat het water van Amerswiel nog niet bestond. Op de kaarten van eind 16e eeuw, waarop het nog niet drooggelegde meer van de Waard staat ingetekend, zien we dat dit meer aan de noordzijde door een aaneengesloten stuk land, slechts doorsne den met enkele sloten, wordt begrensd (het huidige Waarland). Geen spoor van een grote vloedgolf die via een dijkdoorbraak bij Sint Maarten het zuidelijk gelegen veenlandschap heeft weggeslagen en zo het meer de Waard heeft doen ontstaan. Er zijn geen aanwijzingen voor de stelling dat de stormrampen van 1170 en 1248 de beginfase zouden zijn geweest van het ontstaan van de Waard. Veengebied Geddenmore De stormvloed van 1170 of 1248 zou dus vanuit het noordwesten het meer de Waard hebben doen ont staan. Een oorkonde van de Egmondse abt Lubbert II uit 1250, waarin sprake is van het herstel van de om- ringdijk bij Sint Maarten, geeft een indruk hoe het gebied ten noorden van de Waard er in die tijd uitzag6. Het betreft het gebied tussen de Withmere bij Schagen en Bergeswerck ter hoogte van Noord- Scharwoude. De Withmere is het latere meer de Witsmeer of Schagerwaard ten zuiden van Schagen. In deze oorkonde spreekt men nog over de Withmere als een rivier (flumen quod dicitur Withmere). Het meer is dus van latere datum. Met Bergeswerck wordt de latere Noord-Scharwouderpolder bedoeld, het huidige Altongebied in Heerhugowaard-noord. Het gebied tussen de rivier de Withmere en het land Bergeswerck bestond in 1250 nog uit een groot veengebied. In de oorkonde wordt dit gebied Geddenmore genoemd waar nog turf werd gestoken en zout gewonnen. Hieruit blijkt dat er ten noorden van de Waard nog een veengebied lag dat niet was opgeruimd door stormvloeden. Het feit dat men in die oorkonde uit 1250 spreekt over het gebied tussen de Withmere en Bergeswerck doet ons vermoeden Veenrivier Nu we een stormvloed niet waarschijnlijk achten, blijven een meerstal en een veenrivier over. Over een meerstal als hypothese valt weinig te zeggen. Deze is zeker niet uit te sluiten, omdat er indertijd wel een groot veenmoslandschap heeft gelegen waar nu Heerhugowaard ligt, maar het ontbreekt aan aanwij zingen die deze gedachtegang kunnen bevestigen. Blijft over de aanwezigheid van een veenrivier uit de tijd van vóór de veenontginningen die hier tussen het jaar 900 en 1100 hebben plaatsgevonden. Het veen- pakket dat Noord-Holland meer dan duizend jaar ge leden bedekte, was zo dik dat het zo'n drie meter bo ven de zeespiegel lag. Op plaatsen waar het veen wat hoger lag, stroomde het regenwater naar lagere delen om van daar via veenriviertjes naar zee te stromen. °ude Schermer Reconstructiekaart van West-Friesland gemaakt door H. Schoort in 1982. Deze kaart moet de situatie voorstellen van West-Friesland in 1350. We zien echter dat het meer de Waard ingetekend is zoals het er in 1600 uitzag. De Waard was in 1350 echter veel kleiner. Geddenmore ten noorden van het meer de Waard rond 1300. Dit veengebied sluit een ontstaan van de Waard door een stormvloed uit 1248 vanuit het noordwesten uit. In 1248 was de Witsmeer nog slechts een veenrivier. Over de andere meren rond Geddenmore kan eveneens ernstig getwijfeld worden of ze al in 1248 bestonden. Schagen Nieuwe Niedorp ïeddcnmorc l Niedorp Warmenhuizen Rekere Yi .Veen huizen I.angcdijk

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Overhaal: historisch magazine Heerhugowaard | 2016 | | pagina 36