ONTSTAAN EN ONTWIKKELING VAN HET
MEER DE WAARD
In 1631 viel het meer de Grote of Zuider Waard droog
en begon de geschiedenis van Heerhugowaard.
Daarover is het nodige geschreven. Maar over de
Waard van vóór 1631 is weinig bekend. Wanneer is het
meer de Waard ontstaan en hoe breidde het zich in de
loop der eeuwen uit? De grote stormrampen worden
wel vermeld in oude bronnen, maar over de schade
spreekt men meestal in algemeenheden. In welke mate
binnenmeren getroffen werden, leest men zelden. Bij
pogingen de middeleeuwse kaart van Noord-Holland
voor het jaar 1300 te reconstrueren, zien we dat, bij ge
brek aan gegevens, men het meer de Waard heeft inge
tekend zoals het er rond 1600 uitzag. De eerste die de
geografische situatie van Noord-Holland uit 1300 pro
beerde te reconstrueren was De Vries Azn. in 1865.
Daarna kwam Beekman in 1916 met een verbeterde
versie. De laatste is die van Schoorl uit 1982. In al deze
reconstructies zien we een meer de Waard ingetekend
zoals het er in 1600 uitzag'. Toch ontbreekt het niet ge
heel aan aanwijzingen uit de tijd van vóór 1600. Zeker
is dat een volledig inzicht in het proces van ontstaan,
afkalving van oevers en als gevolg daarvan de uitbrei
ding van de Waard, niet tot de mogelijkheden behoort.
Hieronder zullen wij de bronnen en de literatuur die
over het meer de Waard gaan, bespreken. Mogelijk
bieden zij ons een hanteerbaar uitgangspunt voor een
betere reconstructie voor het jaar 1300.
Er zijn verschillende oorzaken voor het ontstaan van
meren in de Middeleeuwen. Allereerst een grote
stormramp, zoals een doorbraak van de kuststrook of
dijken met de daarop volgende vloedgolf. Voor de
Waard moet die dan wel reiken tot aan de
Huigendijk. Een andere mogelijkheid is een meer
stal. Dit betekent dat ter plaatse van de Waard in de
vroege middeleeuwen een uitgestrekt hoogveenge
bied moet hebben gelegen. Een dergelijk veenmos-
landschap is zeer rijk aan water, maar kan op een ge
geven moment in het midden inzakken, waardoor
een kuil ontstaat die onder water komt te staan. Een
dergelijk meer wordt een meerstal genoemd. Uit zo'n
meerstal kan op den duur door oeverafslag een meer
als de Waard ontstaan. Een derde mogelijkheid is de
aanwezigheid van een veenrivier. We weten dat me
ren als Schermer, Beemster en Purmer omstreeks
1200 zijn ontstaan uit riviertjes
die daar hebben gelopenk
Stormvloeden
De eerste die het ontstaan van de Waard dateert, is De
Cock. Hij noemt daarvoor 12481. Volgens hem brak in
dat jaar de Westfriese zeedijk door bij Sint Maarten en
kwam het gebied tot voorbij Oudkarspel en Veenhuizen
onder water te staan. Een stormvloed dus vanuit het
noordwesten die het landschap vernietigde tot aan
Oudoip. Volgens Beekman is de Westfriese zeedijk eer
der bezweken. Het herstel bleef jarenlang achterwege.
De dijkdoorbraak werd vervolgens vóór 1250 met een
inlaagdijk bij Sint Maarten hersteld4. Ook Gottschalk
trekt de datering van De Cock in twijfel. De Waard
moet geruime tijd vóór 1248 zijn overstroomd, daar de
abt van de Egmondse abdij spreekt over dijkbreuken,
die vele jaren geleden plaats hadden. Gottschalk denkt
Heerhugowaard^
Henk Komen
fin cntl- Sp.L i vvö uü*
7u4(j Sr.h arwoudfl
rffnsfzmhattit
S'
Üud»ip
ALKMAAfl
Op een kaart van Heerhugowaard uit 1990 is de situatie gete
kend van het meer de Waard enkele jaren voor de inpoldering in
1631. Alle donkere delen varen land. Het overige water. In de
jaren daarvoor bestond de Waard uit meer land en minder wa
ter.