De slachtoffers
De drie omgekomen Engelsen zijn op het kerkhof van Veenhuizen
begraven op 3 juli 1940. In de Schager Courant stond: "Nadat de
beide veldwachters de eerste maatregelen hadden genomen, ver
schenen spoedig Duitse soldaten en later enige Duitse officieren,
voor het onderzoek.
Het viel ons op, welk een piëteit dezen hier bij betoonden tegen
over de overblijfselen van degenen die kort tevoren nog hun ver
woede tegenstanders waren".
De bemanning bestond uit Hurll Fontayne Chester, Robert James
McAllister, en Herbert Histon. Ze behoorden tot het 82e Squadron
van de Royal Air Force.
Squadron-leader was majoor Hurll Fontayne Chester, geboren op
5 december 1905 in Japan. Hij was de zoon van de heer en me
vrouw Richard Chester uit Falmouth in Cornwall.6
Op 27 december 1929 werd hij bevoegd om korte missies te vlie
gen als piloot-officier.7 Per 16 april 1936 was hij geschikt voor
permanente missies. Op 14 april 1940 maakte hij tijdens een trai-
ningsvlucht met een Bristol Blenheim een noodlanding. Het on
derstel was ingetrokken bij de landing in plaats van de kleppen.
Niemand raakte gewond. De squadronleader had toen in totaal
3070 vlieguren waarvan 235 met een Bristol Blenheim.s
Sergeant Robert James McAllister was de radiotelegrafist. Hij was
de zoon van Samuel en Elizabeth McAllister en 27 jaar.6
Sergeant Herbert Histon was de waarnemer en bommenrichter. Hij
was getrouwd met Betty G. Histon en 29 jaar.
Hij kwam uit Barrowden in Rutland 6 (East
Midlands) een plaats tussen Leicester en
Peterborough.
De missie van de Engelsen
Het Ruhr-gebied was een belangrijk indus
triegebied voor de Duitsers. De Engelsen
probeerden de aanvoerwegen zoveel moge
lijk te blokkeren. Het Dortmund-Emskanaal
was een belangrijke aan- en afvoerweg voor
het Ruhr-gebied. Op 2 juli 1940 waren op
het vliegveld van Watton in Norfolk 11
Bristol Blenheim Mk IV bommenwerpers
van het 82e squadron in gereedheid ge
bracht om het Dortmund-Emskanaal te gaan
bombarderen.
Nadat er 11 bommenwerpers waren vertrok
ken zijn er 10 al snel teruggekeerd vanwege
de weersomstandigheden. Het was helder
weer en vliegtuigen konden dan zeer snel
gezien worden en de 10 vonden de missie
daardoor veel te gevaarlijk9 Eén bommen
werper is wel doorgegaan, maar was nog
maar nauwelijks de Nederlandse kust gepas
seerd of hij werd al waargenomen.
Zowel vanaf Soesterberg, waar het 2e
Jagdgeschwader 21 was gelegerd10, als van
af Leeuwarden, waar het 2e
Jagdgeschwader 51 gelegerd was", steeg
een jager op. Dit waren Messerschmitt Bf
109E's. De jagers waren veel snellere vlieg
tuigen dan de Engelse bommenwerper12. Bij
Opmeer werd de bommenwerper onder
schept door de 2 Duitse jagers. Daarbij is
een schaap gedood en hadden een schaap en
een varken schampschoten door rondvlie
gende kogels van het luchtgevecht13. De
schapen en het varken waren eigendom van
Klaas Huiberts wonende aan de Middelweg
(A 19) te Opmeer. De bommenwerper heeft
rechtsomkeert gemaakt in een poging om te
ontsnappen, maar het gevecht ging verder.
Boven de Berkmeer is het gevecht gezien
en in Veenhuizen waren er ook ooggetuigen.
Ze zagen tijdens het gevecht dat het Engelse
vliegtuig in brand werd geschoten. Het
vliegtuig vloog in westelijke richting, maar
nadat het in brand was geschoten draaide
het naar het oosten en vloog om de kerk en
maakte een bocht naar links om veilig te
landen op het land van Piet de Boer. De ont
ploffing van de benzinetank en een bom
maakten van de veilige landing een drama.
Opnicu' SpSFil)foel(. Bennlngbroek
0pf?Hj4-f