Mijn vader zat in het bestuur van het zwembad en bij de reddingsbrigade. De meesten van ons waren echte waterrat ten, zelfs mijn moeder deed elke dag haar rondje. Toen Deiko er eenmaal was werkten daar door de jaren heen Annie, Tinie en Marian bij het zwembad als zwemjuf en de anderen in de garderobe. Veel kinderen uit die tijd zullen aan de hengel hebben leren zwemmen van mijn zussen. In het voorjaar, voor de opening, werden wij allemaal ingezet voor het schoonmaken en schilderen. Altijd een tijdrovende klus. Vakantie. Wat herinner je je van vakanties in die tijd? Had je vader wel vakantie? Doordat mijn vader alle dagen langs de weg zat, had hij veel contacten met boeren en tuinders in het hele land. Het is verschillende keren gebeurd dat de vrachtwagen werd verbouwd tot camper. Dan gingen wij met het hele gezin een weekje op vakantie. We gingen naar Amersfoort, naar Rhenen, bij een steenfabriek langs een rivier, naar de Veluwe en Limburg. We stonden dan op het erf van een van zijn klanten. Een soort van boerencamping. Alles zat achter in de vrachtwagen. De bedden waren twee hoog opgesta peld. Daar had hij dan een vlonder gemaakt van twee deu ren. Er was een grote tafel en hij zorgde ervoor dat moeder kon koken. Dit mocht natuurlijk allemaal niet. Wij moesten ons onderweg ook altijd rustig houden. Ook heeft mijn va der de gidsen regelmatig weggebracht om op kamp te gaan. Waarschijnlijk deden veel vrachtrijders dat in die tijd. En de jongens? Mochten jullie mee met je vader? Ik mocht in de zomervakanties altijd mee naar de bloembol lenstreek. Bij het pontje Velzen stond vaak een ijsboer en als het dan mooi weer was, namen wij samen een ijsje. Dat was een feest in die tijd. Ik ging mee naar de bloembollentelers, naar de veiling, naar de exporteurs. Ook mocht ik geld langs brengen bij de klanten. Daarvoor kreeg ik dan vaak een fooitje. In de winter vervoerde mijn vader vooral zuurkool vanaf Verburg, De Nijs, Hart en Kramer naar verschillende groothandela ren door het hele land. Wilde je altijd al vrachtwagenchauffeur worden? Dat ging vanzelf. Ik heb de middenstand gedaan en bij de Hoogovens heb ik op de bedrijfsschool gezeten. In 1966 werd mijn vader ziek en ben ik thuis gaan werken. Ik was 18 jaar en zou eigenlijk in dienst heb ben gemoeten. Doordat ik nu de kostwin ner was, ging dat niet door en ben ik op de vrachtwagen gaan rijden. Gré en ik zijn in 1970 getrouwd en in 1972, met het overlijden van mijn vader, hebben wij het bedrijf overgenomen. Ik begon bij de overname met 3 vrachtwagens. Hier reden Piet van Duin op, mijn broer Arie en ik. In 1983 ben ik alleen verder gegaan en zo ben ik blijven werken tot aan mijn pen sioen in 2012. Kon je met een vrachtwagen de kost verdienen voor je eigen gezin? Vier kin deren: Arjan (1971, overleden in 1974), Ruud (1973), Marcel (1977) en Walter (1979). Ik heb in hoofdzaak bloembollen en zuur kool vervoerd en alles wat zich verder aandiende, waaronder meubels naar België. Doordat ik mobiel bereikbaar werd, was ik onderweg in staat om vanuit welke plaats dan ook op zoek te gaan naar een nieuwe vracht. Onze kinderen hebben wel altijd belangstelling gehad voor het vervoer. Twee van hen hebben werk ge vonden wat zijdelings met het vervoer te maken heeft. Ik heb altijd met veel plezier mijn werk gedaan. Dat onze kinderen een andere keuze hebben gemaakt, vinden wij prima en dat het transportbedrijf is opgehouden te bestaan, daar hebben wij geen proble men mee. Anton Sijs en broer Arie bij de nieuwe vrachtwagen. 1966

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Overhaal: historisch magazine Heerhugowaard | 2016 | | pagina 23