VECHTEN MET DE "FIJNEN"
KONINKLIJK BEZOEK AAN HEERHUGOWAARD
In de Stationsweg stond de gereformeerde kerk en
ook een schoolgebouw daar in de buurt. In dat ge
deelte van de Heerhugowaard woonden de gerefor
meerden die wij, jongens van de katholieke school
aan de Hondeweg, gewoonlijk de "fijnen" noemden,
zoals zij ons met de "roomsen" aanduiden.
Te midden van die protestante gemeenschap woon
den ook enkele roomse families, onder anderen een
kapper, die Smeeing heette. Het waren katholieke
mensen ergens uit het Gooi, maar verder wisten we
er niets van. Ze zouden de schrijver en dichter
Frederik van Eeden, die in het Gooi zijn stichting
Walden opgericht had, nog gekend hebben.
Toen we wat groter waren en niet meer door vader
geknipt wilden worden, lieten we ons wel eens bij
kapper Smeeing knippen. Hun enig zoontje Reneetje
werd elke dag door zijn moeder met de fiets naar on
ze school gebracht en weer opgehaald, als om half
vier de school uitging. Daar had hij een hekel aan en
soms verstopte hij zich achter de bomen als hij zijn
moeder aan zag komen. Naar ons ter ore kwam,
werd Reneetje wel eens door de protestante buurtbe
woners lastig gevallen. Of dat gerucht juist was, wis
ten we niet, edoch
Als roomse jongens meenden wij ons niet de kaas
van ons brood te moeten laten eten en daarom vorm
den we een knokploeg om die protestante vlegels
eens een lesje te geven. We wapenden ons met stok
ken en schilden en zo, als bendeleden uitgerust voor
een veldslag, togen we er op een woensdagmiddag
op uit, richting Stationsweg. Een van onze kamera
den had op een oude rubberen zwemmuts van zijn
moeder twee koehorens gemonteerd en zag er uit als
een ware Noorman. Een ander wist, als een jonge
David, met een slinger grintstenen weg te zwaaien,
maar de trefzekerheid was gering. De godsdienstoor
log was in het klein uitgebroken. Maar tot onze grote
teleurstelling was er in de Stationsweg geen enkele
vijand te bekennen. Joelend en schreeuwend liepen
we voorbij hun kerk en hun schoolgebouw en net
toen we rechtsomkeert wilden maken, kwam er een
groep knapen, eveneens met stokken gewapend, van
de andere kant op ons af. Zou dat een list zijn?
Wilden ze ons van achter willen aanvallen? Onze
voorman ging vooruit en zou de eerste klap uitdelen.
Maar tot onze grote verbazing kwam hun voorman,
nadat hij zijn bewapening had afgeworpen, ook naar
voren en reikte onze voorman de hand. Hij zei plech
tig "Vrede" en citeerde een psalmvers uit de Bijbel.
We stonden perplex en konden niet anders dan ook
onze wapens in de berm gooien en hun de hand rei
ken.
Ze nodigden ons uit voor een potje voetbal op een
landje achter hun school. Daarna heeft Reneetje nooit
meer problemen gehad en kon hij gerust op zijn fiets
of lopend naar school komen.
Op 11 juli 1961 stond er een bezoek van koningin
Juliana aan het Noordelijke deel van Noord
Holland gepland. Naast pittoreske dorpjes en het
weidse polderlandschap wilde men haar ook ken
nis laten maken met de culturele, agrarische en
industriële aspecten van deze streek. De planning
werd geregeld door de Commissaris van de
Koningin in Noord-Holland, Dr. Prinsen en zijn
staf. Het programma bestond uit een tocht, be
ginnend om 10.00 met een ontvangst in het pol
derhuis van de Schermer en moest eindigen om
17:15 met een bezoek aan Bergen. De bedoeling
was om deze streek grotendeels per auto te ver
kennen en slechts sporadisch te stoppen.
Gestopt werd er bij het gemeentehuis van
Heerhugowaard, het bejaardentehuis van Winkel,
en het gemeentehuis van Barsingerhorn. Daar
was om 11:45 een bespreking en voordracht door
het lid van de Gedeputeerde Staten de heer
Mensink. Hij hield een voordracht over het vraag
stuk van de industrialisatie van het platteland en
het pendelvraagstuk (waarschijnlijk de logistiek
van het vervoer van en naar het werk vanuit het
platteland). Na de bespreking presenteerde zich
een volksdansgroep voor het stadhuis.
Het gezelschap reed daarna verder tot aan het
Zwanenwater voor een lunch en vandaar tot
Camperduin om het uitzicht vanaf de dijk te laten
zien. In Bergen bezocht de koningin de Ruïne-
kerk. Vervolgens bleef men een half uur bij het
welbekende Bio-vakantieoord" in Bergen; hier
verbleven de "bleekneusjes" uit de grote stad om
aan te sterken. Om 17:15 moest het bezoek vol
gens het programma afgelopen zijn.
Tekst: Kees van Leeuwen
Tekst: Petra Aengenhyster
Foto's gemeentehuis en Huis ter Kimme: collectie Jan de Vries