DE ENIGE BOCHT IN DE MIDDENWEG Co Zut gaat in zijn herinneringen terug naar het Centrum van Heerhugowaard. Hij neemt ons mee naar de tijd van net na de Tweede Wereldoorlog en vertelt over de winkeltjes, de cafés, het Raadhuis en de kapper rond de enige bocht in de Middenweg. Het Raadhuis Het oude gemeentehuis, vaak betiteld als Raadhuis, was het hart van de polder. Behalve een gemeentebestuur was er ook een polderbestuur met aan het hoofd een dijkgraaf. Het laatst dienst doende polder huis was op de locatie waar nu het Poldermuseum gevestigd is. Het Raadhuis was een bijzonder huis. Waarom? Deze plek was de start van vele levensfasen. De baby's, die geboren werden binnen de ringvaartdijken moesten daar in geschreven worden; de nieuwe wereldbur ger waarvan het wiegje in het mooie Heerhugowaard stond. Ook paartjes die el kaar een tijdje kenden en verliefd waren kozen een moment om op het Raadhuis, onder het toezicht van de ambtenaar van de burgerlijke stand, hun handtekening te plaatsen en elkaar het "jawoord" te geven. Daarna gearmd naar het bordes om via de levensgevaarlijke trap de feestzaal in te gaan. Rechts van deze "rot" trap, was een raam, aan de binnenkant bekleed met tra lies. Bijna iedere dorpsgenoot wist dat dit het "spekkehok" was. Overtreders van de wet werden door het zeer kleinschalige po litiekorps in de kraag gevat en in dit nor achtige hokje gezet. Zo ook een bekende Heerhugowaarder Piet Wester. Hij was in de verste verte geen crimineel, maar wel een timmerman met stoute streken. Op een maandagavond tijdens de "Swanner" ker mis was hij op straat moedwillig super ver velend. De dienstdoende agent sprak hem aan op zijn onredelijk gedrag. Hij werd meegenomen naar bovengenoemd celletje. Wat de agent niet wist, was dat Piet onder zijn jas een ijzerzaag verstopt had. Binnen vier minuten kwam Piet de politieman die hem gearresteerd had op de kennis weer tegen. "Hoe is dit mogelijk?" vroeg de agent zich af, "die deur heb ik toch afge sloten". De volgende morgen net voor het eerste deuntje werd de zaagschade waarge nomen. De groentezaak Vlakbij het publicatiebord van de gemeen te, het openbare toilet en de bushalte van NACO buslijn MU en N was een groente zaak. Zeg maar winkeltje. Supermarkten waren nog niet in beeld. Ook was er geen draaideur. Wel een klinkbel. Dit groente winkeltje was van Maarten en vrouw Kooy. Op het kleine toonbankje werd de groente gewogen op de rode weegschaal van de Firma Berkel. Zelf wegen en een sticker plakken was toen natuurlijk uit den boze. Het meeste werd in de regio geoogst. Sperziebonen (zowel eerste pluk als tweede pluk) kwamen niet uit Mexico of Marokko. Toen al waren er twee kleuren radijs, rode en witte. Gare bieten waren er ook nog niet in de winkel. Groente was wel populair. Pizza's, macaroni, bami en nasi en zo werd nog niet vaak opgediend. Het was niet an ders. De barbier Een stukje vanaf de groentewinkel was de kapperszaak van Simon Groot. Je kon niet per telefoon een afspraak maken. Dus het kon je flink tegenzitten als er vier of vijf of nog meer langharige mensen voor je aan de beurt waren. Toen had ik natuurlijk ook nog een dikke bos haar. Tijdens de wacht tijd werd je volledig ingelicht over het wel en wee in Heerhugowaard. Het ging vaak over kool en de veestapels. Als je de zaak Oude Raadhuis aan de Middenweg mei ernaast hei publicatiebord. Gesloopt in 1966. Daarnaast de groente zaak van Maarten Kooy

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Overhaal: historisch magazine Heerhugowaard | 2015 | | pagina 52