COR EDAM VERGROEID MET "JONA IN DE WALVISCH" Een zonnige middag in augustus. Op een bijzondere plek in Heerhugowaard praat ik met een man die 91 jaar ge leden is geboren. Cor Edam. Zijn wieg stond op 3 febru ari 1924 aan de Langereis in Hoogwoud. Met zijn vrouw Diely (Dieuwertje Hillegonda) Schuijtemaker betrok hij 65 jaar geleden - september 1950 - de boerderij "Jona in de Walvisch" aan de Oostdijk 2 in Heerhugowaard. In deze stolp woont hij nog steeds, alleen. Diely is in 1996 overleden, op 79-jarige leeftijd. Hij redt zichzelf nog best. Elke zondag rijdt Cor met zijn 45 km-karretje naar Wognum. Zijn vriendin Grietje Zee woont daar, in verzor gingshuis Sweelinck-hof. „We hebben het gezellig met elkaar. Zij is ook 91. Het lukt haar niet meer om naar Heerhugowaard te komen." Grietje, geboren in Lambertschaag, is weduwe van Piet Bobeldijk. „We kenden elkaar al van vroeger." In "Jona in de Walvisch" vertelt Cor Edam over zijn leven, over zijn jaren als fruitkweker, over de lange historie van de stolp en over zijn 'stille' verhuizing van Hensbroek naar Heerhugowaard. Op het eind van het gesprek zegt hij opeens: „Ik heb voor jou nog een nieuwtje." En dan vertelt hij over mijn moeder, Jannie Dekker-Ruig, overleden in 2003. „Jouw moeder was mijn eerste meisje", lacht hij. Nooit geweten. Mijn ouders verhuisden in mei 1957 van Aartswoud naar de polder Berkmeer, toen nog gemeente Heerhugowaard. Eind van dat jaar ben ik daar geboren. Blokwalserij Cor Edam begon in 1950 op "Jona in de Walvisch" met twee hectare fruit en twee hectare tuinbouwgrond. Later schakelde hij helemaal over op het fruit. Na de fruitcrisis in de jaren zeventig stapte hij over naar de Hoogovens. „Het fruit bracht niets meer op." Zeven jaar werkte hij bij de staalfabriek in IJmuiden, in de blokwalserij. De blokken staal uit de staalfabriek werden in de blokwalserij in putovens verhit tot zo'n 1300 graden. Daarna werden de blokken in een duowalstuig uitgewalst tot dikke platen van tien tot dertig centimeter dikte. Hij kon vervroegd stoppen. „In en om huis had ik zat te doen. De tuin naast de stolp bood altijd werk. En mijn vrouw en ik gingen samen reisjes maken. In bijna heel Europa zijn we geweest. Vakantie hadden we eerder nooit gehad." Met het klimmen van de jaren kromp zijn groente tuin. Nu verbouwt hij nog een hoekje. Toch elke dag buiten. „Ik heb hier goede grond, met dertig tot veertig centimeter zwarte grond. Bij mijn buurman hierachter, aan de andere kant van de scheidingssloot, houdt het op met twintig centimeter. En dat scheelt." Grillig Deze sloot - met een grillig verloop achter Cor Edam, tussen de Korteweg en de Oostdijk - is de vroegere grens tussen de gemeenten Heerhugowaard en Hensbroek. Cor teelt snijbonen, slabonen, worteltjes, bietjes en aardbeien op oud Hensbroeker land. Dit zogenoemde druipland kwam bij de drooglegging van de Heerhugowaard in 1629 binnen de ringvaart van de nieuwe polder te liggen. Druiplanden zijn dus stukken land in Heerhugowaard die ouder zijn dan de pol der zelf. Op diverse plaatsen in de droog makerij, vooral langs de randen, zijn ze nog te herkennen. Ze vallen op in het strakke, regelmatige polderpatroon. Sloten langs druipland maken bochten waar je dat niet verwacht. Het landschap is er meestal ook hoger. Tekst: Ed Dekker Foto's: Cor Edam, Loek Buter en Ed Dekker Voorjaar 2015, Cor Edam in zijn tuin op een van de 'druiplanden' van Heerhugowaard.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Overhaal: historisch magazine Heerhugowaard | 2015 | | pagina 47