Berkenlaan enz. Als er één huis verkocht was
werd gestart met de bouw, de andere kant
werd tijdens de bouw wel verkocht.
Het graven van de fundering werd met de
hand gedaan, 80 cm diep en 1 meter breed!
Bij het beton storten kwam er een wagen met
zand, grind en zakken cement en dan werd er
2 a 3 dagen beton gedraaid.
Vervolgens kwam er een wagen met stenen
en hout, dat alles werd met de hand gelost.
Veel werd ook met de hand gemaakt, zoals
trappen, kozijnen, aanrechten, goten. Met de
bakfiets of handkar werd dit naar de bouw
gebracht. Gelukkig is de tijd veranderd, te
genwoordig komt het beton kant en klaar aan,
wordt er veel geheid en veel machinaal werk
uitgevoerd.
Ook worden in Heerhugowaard-Noord een
aantal woningen aan elkaar gebouwd, de zgn.
rijtjeswonigen.
De achterkleinzonen van Bernardus, Co en
Louis, werden vervolgens klaargestoomd
voor het timmervak, zij gingen naar de am
bachtsschool bij de broeders in Voorhout. Als
12-jarige jongen kwamen zij de eerste tijd
niet elk weekend thuis, soms pas na een aan
tal weken. Waar Co als 16-jarige gelijk bij
zijn vader in dienst kwam, werd Louis op die
leeftijd een aantal jaren later eerst onderge
bracht bij een 2-tal collega-bedrijven. Men
was toen van mening dat het beter was om
eerst eens bij een ander in de keuken te kij
ken, voordatje bij je eigen vader aan de gang
ging, en zo geschiedde.
Naast de woning stond de werkplaats (bij
Bernardus was dit ongetwijfeld de koestal)
met enkele machines, boven de werkplaats
lag de voorraad zacht- en hardboardplaten.
Op het erf achter stonden drie loodsen, de
linker was voor de bakfiets en de carboli-
neum voorraad, de middelste voor de hout-
voorraad en de rechter voor privé gebruik
(auto en fietsen etc.). Als er kozijnen gemaakt
moesten worden en men had in de werkplaats
te weinig ruimte, werden die op het voetpad
neergelegd tegen het hek met de buren (fam.
Rensen). Achterin de werkplaats stond een
oude 'poepdoos' met een septictank. Als deze
geleegd moest worden, stonk het buiten 'uren
in de wind'
Als er planken met de zaagmachine gezaagd
'AWStfj
Gezin Jan Kamp en Trien Prinz omstreeks 1932
achter Ben, Herman en Leo, voor Jo, moeder Trien, Piet, Vader Jan en Gré.
Middenweg 275. Jan Kamp en Trien Prinz met hun gezin omstreeks 1920
Vlnr: Jan Kamp, Piet, Jo, Gré, Herman, Trien Prinz, Leo, Ben en Anna Prinz (zus
van Trien)
Het huis zo 'n 20
jaar later.
De werkplaats
links en dakkapel
erboven zijn ge
renoveerd