HALTE MIDDENWEG EN KOFFIEHUIS SPOORZICHT Elk plekje heeft zijn geschiedenis, maar het ene meer dan het andere. Om geschiedenis te krijgen, moet er verandering zijn. Een plaats die eeuwen lang onveranderd is gebleven, kent wei nig geschiedenis. Plekjes die er totaal anders uitzien dan jaren geleden, hebben juist veel historie. Het vervelende, of mis schien juist het mooie - het is maar hoe je er naar kijkt - van historie is dat die afhankelijk is van verandering. Hoe meer verandering, hoe meer historie. In Heerhugowaard is veel ver anderd. De Waard is dan ook rijk aan plekjes met veel histo rie. Zo'n plekje is bijvoorbeeld de spoorwegovergang aan de Middenweg. De spoorlijn van het station in Heerhugowaard naar Den Helder ligt er al sinds 1865. Dat is nu precies 150 jaar geleden. Maar daarover wil ik het niet hebben. Het gaat mij om de in 1898 aan gelegde spoorlijn van Heerhugowaard naar Hoorn. Deze lijn door sneed de Middenweg. De Schager Courant van 21 oktober 1898 meldt dat de nieuwe spoorlijn Alkmaar-Hoorn in werking is getre den op 1 oktober van dat jaar. Het jaar daarop, in 1899, werd aan de zuidzijde van deze spoorlijn aan de Middenweg een spoorhuis gebouwd dat de naam kreeg van Wachtpost 2. Er kwam ook een overwegwachtershuisje en een wachthuis (abri) voor treinreizigers. Je kon hier bij de Halte Middenweg op de trein stappen. Het spoorwegpersoneel dat hier gehuisvest werd, had de taak om de spoorbomen te bedienen. Dat er zo dichtbij het station aan de Stationsweg een halte kwam bij de Middenweg had te maken met de aanvankelijk grote popu lariteit van de spoorwegen. De Hollandsche IJzeren Spoorweg Maatschappij (H.IJ.S.M.), die de spoorlijnen naar Den Helder en Hoorn had aangelegd, kreeg van overal verzoeken om haltes te openen. Velen wilden profiteren van de nieuwe spoorlijn. De spoorwegmaatschappij deed dit met enige tegenzin, want haltes kosten geld en vooral ze hielden het spoorwegverkeer enorm op. Stoomtreinen komen maar langzaam op gang en als ze dan vanaf het station Heerhugowaard net op gang waren, moesten ze stoppen bij de Halte Middenweg voor een enkele reiziger die het station aan de Stationsweg veel te ver weg vond. Van al die stopplaatsen die de H.IJ.S.M tussen 1867 en 1914 aan de Helderse en Hoornse spoorlijn openden, lagen de meeste in the middle of nowhere, zo ook Halte Middenweg. De spoorwegen kwamen vanaf de jaren twintig van de vorige eeuw in financiële problemen door dure brandstoffen en hoge personeelskosten, maar vooral door een da lend vervoer vanwege het opkomend wegvervoer. De overheid dwong de verschillende spoorwegmaatschappijen samen te wer ken. Daaruit ontstond in 1938 de Nederlandsche Spoorwegen. Het mes werd toen gezet in al die haltes en nauwelijks renderende sta tionnetjes. In heel Nederland werden in dat jaar 150 haltes en sta tions gesloten. De Halte Middenweg hoor de daarbij. Stoppen bij Halte Middenweg voor slechts één reiziger kon niet meer. Het spoorweghuisje heeft er nog gestaan tot omstreeks 1950. Toen werd het gesloopt. Er kwam niets voor terug. De spoorbomen staan nog op dezelfde plek als in 1898, maar waar het huisje heeft gestaan, is nu een grasvlakte. Halte Middenweg De eerste bewoner van wachtpost 2 (Halte Middenweg) was Gerard van de Kuijt (1868-1955) die in 1898 naar Heerhugowaard kwam. Hij kwam met zijn vrouw Grietje Geerts (1866-1937) uit Watergraafsmeer en was werkman, beambte en ploegbaas bij de H.IJ.S.M.. In het Waardse bevolkingsregister staat hij inge schreven als spoorwegarbeider. Gerard kwam oorspronkelijk uit Nijkerk en Grietje uit Ruinerwold in Drenthe. Toen hij trouw de in 1892 was hij boerenknecht. Ook Grietje was van boerenafkomst. Uiteindelijk kwam Gerard bij de Spoorwegen, een groot bedrijf in die tijd vergeleken met de plaatselijke nering en de coöperaties. Die bleven meestal binnen de grenzen van het dorp. Iedereen kende el kaar en de bedrijfjes wierven hun medewer kers dan ook binnen het dorp. Hoe anders was dat bij de Spoorweg Maatschappij. De medewerkers kwamen van overal uit Nederland en werden dan ergens geplaatst, vaak maar voor een paar jaar. Je kunt het aan de namen zien. Zij hadden geen Waardse namen. Zo ook de familie Van de Kuijt. Ze werden in het spoorweghuisje aan de Middenweg geplaatst. Ze kenden er nie mand. Het moet voor hen, zo neergezet in den vreemde en ver van de bewoonde we reld, vooral in het begin eenzaam zijn ge weest. Je zou ze nu de eerste arbeidsmi granten kunnen noemen. Op de topografi sche kaart van 1898 zien we dat de familie Van de Kuijt aan de zuidkant een nog onbe woond groot stuk akkerland hadden tot aan een dubbel bewoonde arbeiderswoning die grensde aan de boomgaard van de boerderij Henk Komen

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Overhaal: historisch magazine Heerhugowaard | 2015 | | pagina 33